Wat staat er op stapel aan wetswijzigingen voor 2022? Welke wijzigingen kan de salarisadministrateur precies verwachten in het nieuwe jaar? We zetten de belangrijkste wijzigingen voor jou op een rij, zodat je 2022 goed van start kunt gaan.
Wijzigingen per 1 januari 2022
Met ingang van 1 januari 2022 staan de volgende wijzigingen op de planning:
1 Gerichte vrijstelling thuiswerkvergoeding
Het kabinet komt met een gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten per 1 januari 2022. Hiermee kan de werkgever thuiswerkkosten onbelast vergoeden aan de werknemers. Dit betekent dat je geen loonheffingen over dit bedrag hoeft in te houden.
De gerichte vrijstelling gaat gelden voor vergoedingen van maximaal € 2 per thuisgewerkte dag. De vrijstelling geldt ook wanneer de werknemer een deel van de dag thuiswerkt.
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten: wat vermeldt Nieuwsbrief Loonheffingen 2022?
2 Einde vaste reiskostenvergoeding
Krijgen de werknemers een vaste reiskostenvergoeding van de werkgever en werken zij vanwege het coronavirus (bijna) volledig thuis? Dan hoef je de vaste vergoeding in 2021 niet aan te passen.
In elk geval tot 1 januari 2022 kunnen de bestaande vaste reiskostenvergoedingen door de werkgever nog onbelast worden vergoed. Ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al vóór 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend.
3 Einde extra vrije ruimte WKR
De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 vergroot voor de eerste € 400.000 van de loonsom van 1,7 procent naar 3 procent.
Vooralsnog gaat de vrije ruimte per 1 januari 2022 weer terug naar 1,7 procent over de eerste € 400.000 en 1,18 procent over de rest.
4 Aof-premie voor kleine werkgevers omlaag
Met ingang van 1 januari 2022 geldt de gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Daardoor hebben kleine werkgevers minder kosten aan de arbeidsongeschiktheid van medewerkers dan grote werkgevers.
Gedifferentieerde premie Aof per 1 januari 2022: hoe werkt het precies?
5 Premiepercentages sociale zekerheid
De premiepercentages sociale verzekeringen voor 2022 zijn vastgesteld. De lage WW-premie in de Wet arbeidsmarkt in balans is per 2022 2,70 procent. De hoge WW-premie is 7,70 procent.
De percentages voor de AWf-premie zijn hetzelfde als die van januari 2021.
Premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen 2022 – Awf en Aof
6 Minimumlonen omhoog
Het bruto wettelijk minimumloon bedraagt per 1 januari 2022 €1.725 per maand (€1.701 per juli 2021), €398,10 per week (€392,55 per juli 2021) en € 79,62 per dag (€78,51 per juli 2021).
7 Weer 30%-toets bij overwerk – hoge WW-premie
Om te voorkomen dat contracten die aan de voorwaarden van de lage premie voldoen, zoals vaste contracten, toch als flexibele arbeid worden ingezet, zijn bepaalde uitzonderingen opgenomen. Bij deze uitzonderingen (herzieningssituaties) draagt de werkgever met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie af. Eén van deze situaties is dat een werknemer binnen een kalenderjaar 30 procent of meer uren overwerkt. Deze uitzondering is vanwege de coronacrisis opgeschort, maar treedt vooralsnog in 2022 weer in werking.
Lage WW-premie bij tijdelijke urenuitbreiding vast contract
Tot inwerkingtreding van nieuwe regelgeving, die gepland is voor 1 januari 2023, kunnen werkgevers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdelijk uitbreiden, zonder dat dit een tweede arbeidsovereenkomst of oproepovereenkomst wordt. Ook mogen werkgevers over alle uren van deze arbeidsovereenkomst de lage WW-premie (blijven) afdragen.
Werkgevers die vanaf 2020 enige tijd de hoge WW-premie hebben toegepast omdat ze een bestaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdelijk hebben uitgebreid of een tweede arbeidsovereenkomst hebben gesloten, kunnen de hoge WW-premie met terugwerkende kracht corrigeren.
Wab: hoge en lage WW-premie, oproepcontract en tijdelijke urenuitbreiding
8 Bijtelling elektrische auto van de zaak
Het kabinet stelt voor om de korting op de bijtelling voor auto’s van de zaak zonder CO2-uitstoot met ingang van 1 januari 2022 te verlagen met 6%-punt. De bijtelling wordt dan 16 procent. Daarnaast is het voorstel om per 1 januari 2022 de cap te verlagen van € 40.000 naar € 35.000.
9 Wijzigingen WBSO
In het pakket Belastingplan 2022 (wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen) zijn een paar wijzigingen in de wetgeving rond de WBSO opgenomen. Het wordt duidelijker en eenvoudiger.
Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk – parameters en wijzigingen 2022
10 Uitbetaalde bedragen aan derden
De Belastingdienst maakt vanaf 1 januari 2022 onderscheid tussen inhoudingsplichtige uitbetalers en niet-inhoudingsplichtige uitbetalers. Dit heeft gevolgen voor het aanleveren van gegevens over 2022 en daarna.
Als je een loonheffingennummer hebt, ben je een inhoudingsplichtige uitbetaler. Met ingang van 1 januari 2022 ben je dan verplicht om gegevens over uitbetaalde bedragen aan derden bij de fiscus aan te leveren.
Nieuwe werkwijze opgave uitbetaalde bedragen aan derden (IB47)
11 VCR door private uitvoerders
Private uitvoerders die namens een eigenrisicodrager (ERD) de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) of de Werkhervattingskas (Whk) gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan een werknemer betalen, moeten voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw het systeem van het voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) toepassen over de som van loon en uitkering samen. Om dit te kunnen doen heeft de private uitvoerder inzicht nodig in de loonadministratie van de werkgever. Dit is erg bewerkelijk
Met ingang van 1 januari 2022 wordt wettelijk geregeld dat als een werkgever daarvoor kiest, de private uitvoerder van een ERD geen rekening meer hoeft te houden met het loon van de werkgever waarvoor de private uitvoerder de ZW of WGA uitvoert.
De private uitvoerder kan het systeem van het VCR apart toepassen over de uitkering. De werkgever maakt de keus om de private uitvoerder geen rekening te laten houden met het loon van de werkgever per heel kalenderjaar. Onder private uitvoerder wordt in dit verband ook een derde onderneming verstaan die zich alleen bezighoudt met de uitvoering van het ERD voor één specifieke onderneming of een groep van ondernemingen.
12 Wijzigingen voor de aangifte loonheffingen
In 2022 vindt er een aantal wijzigingen plaats van rubrieken in de aangifte loonheffingen. Naast nieuwe rubrieken voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) tref je vanaf 2022 ook twee nieuwe rubrieken aan in de loonaangifte ten aanzien van het arbeidsvoorwaardenbedrag.
13 Gebruikelijk loon start-ups ook in 2022
Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van een innovatieve start-up mogen een jaar langer de gebruikelijkloonregeling gebruiken. De start-up mag tot 1 januari 2023 de dga’s het wettelijk toegestane minimumloon betalen in plaats van een marktconform salaris.
Gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups een jaar verlengd
14 AOW-leeftijd in 2022
De AOW-leeftijd gaat in 2022 omhoog naar 66 jaar en 7 maanden. De AOW-leeftijd is in 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar.
15 Flexkrachten eerder betrokken bij medezeggenschap
Flexkrachten hebben met ingang van 1 januari 2022 voortaan na 18 maanden actief en passief kiesrecht. Een flexwerker bouwt dan vanaf 15 maanden medezeggenschapsrechten op (nu 24 maanden). Vervolgens krijgt de flexwerker na 3 maanden actief en passief kiesrecht. Hiermee worden flexkrachten beter betrokken bij de medezeggenschap van de organisatie.
16 Meer vrouwen in top beursgenoteerde bedrijven
Bij beursgenoteerd bedrijven moet vanaf 1 januari 2022 minimaal 1 op de 3 leden van de raad van commissarissen (rvc) vrouw zijn. Het bedrijf werkt hieraan zodra een plek in de raad vrijkomt (ingroeiquotum). Het bedrijf kan pas weer een man in de rvc aanstellen als minimaal 1 op de 3 leden vrouw is.
Ook moet het beursgenoteerde bedrijf een plan maken om meer vrouwen in leidinggevende functies te krijgen. Het bedrijf brengt hier elk jaar verslag over uit aan de Sociaal-Economische Raad (SER).
Wijzigingen later dan 1 januari 2022
De volgende wijzigingen zijn niet per 1 januari 2022, maar later in het jaar gepland.
1 STAP-budget
Het kabinet stimuleert dat mensen zich gedurende hun loopbaan ontwikkelen. Dit gebeurt onder meer met het STAP-budget. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie. Werkenden en niet-werkenden kunnen vanaf 1 maart 2022 tot € 1.000 aanvragen voor een scholingsactiviteit.
STAP-budget aanvragen kan pas vanaf 1 maart 2022, eerst proefperiode
2 Fiscale regeling aandelenopties
Het wetsvoorstel Aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten is aangehouden. Op twee punten zit twijfel bij de Tweede Kamer. De staatssecretaris gaat deze twee punten nu eerst nader onderzoeken.
Fiscale regeling aandelenoptierechten wijzigt: antwoorden op vragen
3 Compensatie transitievergoeding ziekte werkgever
Per 2021 hebben kleine werkgevers die hun onderneming stoppen vanwege pensionering of overlijden, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding. De compensatiemogelijkheid bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever treedt niet eerder in werking dan medio 2022.
Compensatie transitievergoeding in 2021 en 2022: hoe zit het?
4 Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
De EU-richtlijn 2019/1152, betreffende de transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie is op 20 juni 2019 vastgesteld. De richtlijn moet uiterlijk 1 augustus 2022 worden omgezet in het Nederlandse rechtssysteem.
Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in wetsvoorstel
5 Ouderschapsverlof gedeeltelijk doorbetaald
Ouders krijgen vanaf 2 augustus 2022 recht op negen weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof. Let op: dit geldt ook voor ouders die op 2 augustus 2022 een kind hebben dat nog geen jaar oud is. Ouders krijgen van het UWV een uitkering van 50 procent van hun dagloon, tot 50 procent van het maximum dagloon.
Betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022: hoe zit het precies?
En hoe zit het na 2022?
En wat zit er verder nog in de pijplijn voor 2023 en verder?
In de pijplijn:
1 Nieuw pensioenstelsel
De nieuwe pensioenwet treedt een jaar later dan verwacht in werking: op uiterlijk 1 januari 2023. Het gezamenlijk streven van het kabinet, sociale partners en pensioenuitvoerders is en blijft om per 1 januari 2026 of waar mogelijk zelfs eerder de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel te kunnen maken.
2 Besluit IKV
Het Besluit inkomstenverhouding (IKV) legt vast wat een IKV is en wanneer deze begint en eindigt. Het besluit zou per 1 januari 2023 in werking treden. Maar de staatssecretaris van Sociale Zaken heeft laten weten dat dit een jaar later wordt.
Reden voor het uitstel is dat bij één onderdeel van het Besluit IKV nadere praktische invulling voor de uitvoeringspraktijk nodig is. Het gaat om de situatie dat de werkgever een ZW- of WAZO-uitkering betaalt namens UWV en tegelijk ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking terwijl de werknemer nog in dienst is. De uitwerking van deze praktische invulling met betrokken partijen vraagt extra tijd, waardoor een goede invoering van het besluit per 1 januari 2023 niet meer haalbaar is.