In de aangifte loonheffingen vind je naast de nieuwe Aof-rubrieken vanaf 1 januari 2022 de code K (kindverlof) die de code G (aanvullend geboorteverlof) vervangt. Verder komen er twee nieuwe rubrieken met betrekking tot het door de werknemer te besteden budgetten, zoals het individueel keuzebudget, te weten: opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag en opname arbeidsvoorwaardenbedrag.
Nieuwe rubrieken Aof
De rubriek ‘Basispremie Aof’ komt te vervallen. Daar komt voor in de plaats:
- Drie afzonderlijke rubrieken voor de aanwas van het premieloon Aof:
1. aanwas van het premieloon Aof laag;
2. aanwas van het premieloon Aof hoog; en
3. aanwas van het premieloon Aof dat hoort bij een uitkering. - Drie afzonderlijke rubrieken voor de over het premieloon Aof verschuldigde premies:
1. premie Aof laag;
2. premie Aof hoog; en
3. premie Aof uitkering.
Voor de opslag Wko komt er een afzonderlijke rubriek (Opslag Wko).
De rubrieken Aof vul je als volgt in:
- Aof laag
In deze rubrieken vult u de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op loon dat door een ‘kleine’ werkgever wordt betaald. - Aof hoog
In deze rubrieken vul je de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op:
– loon dat door een (middel)grote werkgever wordt betaald;
– loon voor een WSW-werknemer. - Aof uitkering
In deze rubrieken vul je de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op:
– uitkeringen o.g.v. WW, ZW, WIA (WGA/IVA), WAO, WAZO en Toeslagenwet. Dit geldt ook als je die uitkering uitbetaalt als eigenrisicodrager of doorbetaalt als werkgeversbetaling.
– wachtgeld voor zover dat valt onder de oude regeling. Dat is het geval als je de ‘Indicatie wachtgeld oude regeling’ aanlevert met ‘Ja’.
Gedifferentieerde premie Aof per 1 januari 2022: hoe werkt het precies?
Code incidentele inkomstenvermindering
Het wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof treedt per 2 augustus 2022 in werking. De Belastingdienst anticipeert hierop door ook deze verlofsoort ‘Betaald ouderschapsverlof’ als incidentele inkomstenvermindering te kunnen opgeven in de aangifte loonheffingen, naast de huidige regeling ‘Aanvullend geboorteverlof’.
Tot 2 augustus 2022 geldt dit aanvullend geboorteverlof alleen voor werknemers die verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Vanaf 2 augustus geldt deze regeling ook voor niet-verzekerde werknemers. Voor het ‘Aanvullend geboorteverlof’ gebruik je in de aangifte loonheffingen van 2021 nog code ‘G’. Code ‘G’ vervalt per 1 januari 2022.
Code K = Kindverlof
Met ingang van 1 januari 2022 gebruik je voor beide verlofsoorten (betaald ouderschapsverlof en aanvullend geboorteverlof) code ‘K’. Dat staat voor ‘Kindverlof’.
Als voor een werknemer, waarvoor je in de aangifte van december 2021 nog code ‘G’ gebruikte, het aanvullend geboorteverlof in januari 2022 doorloopt, gebruik je in de aangifte van januari dus code ‘K’.
Betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022: hoe zit het precies?
Arbeidsvoorwaardenbedrag
Vanwege de opkomst van diverse vormen van door de werknemer te besteden budgetten, zoals individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget (PKB), employee benefit of vergelijkbare benamingen wordt een wijziging doorgevoerd in de aangifte loonheffingen. Hiervoor tref je vanaf 2022 twee nieuwe rubrieken aan in de aangifte loonheffingen:
- Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag
- Opname arbeidsvoorwaardenbedrag
Rubrieken ‘Extra periode salaris’ vervallen
Onder het begrip arbeidsvoorwaardenbedrag valt ook wat de Belastingdienst tot en met 2021 bedoelde met ‘Extra periode salaris’. In verband hiermee vervallen de twee rubrieken voor de ‘Extra periode salaris’. Het betreft de rubrieken: ‘Extra periode salaris’ en ‘Opgebouwde recht extra periode salaris’. De inhoud daarvan maakt geheel onderdeel uit van de twee nieuwe rubrieken voor het arbeidsvoorwaardenbedrag.
De term ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’ staat voor een toegekend loonbestanddeel, op grond van de (collectieve) arbeidsovereenkomst van de werknemer, voor zover dat loonbestanddeel is uitgedrukt in geld. Daarbij moet dat loonbestanddeel op enig moment in de toekomst tot voor bij de werknemer belast loon kunnen leiden.
Alle arbeidsvoorwaarden die onder deze definitie vallen, vallen onder het ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’. Denk aan:
- wat je tot en met 2021 opgeeft als ‘extra periodesalaris’ (EPS), zoals een recht op een eindejaarsuitkering of een 13e/14e maand;
- een door de werknemer te besteden keuzebudget. Zie hierna onder ‘Keuzebudget’.
Het gaat dus bijvoorbeeld niet om recht op toekomstige verlofuren of een budget waaruit een werknemer zich voor zijn werkgever uitsluitend kan laten scholen.
Keuzebudget
Het gaat bij een keuzebudget om arbeidsvoorwaardenbedragen, die bekend staan onder diverse benamingen, zoals individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget (PKB), employee benefit of vergelijkbare benamingen.
Een keuzebudget valt onder het arbeidsvoorwaardenbedrag als dat:
- in de (collectieve) arbeidsvoorwaarden van de werknemer is vastgelegd;
- kan leiden tot bij de werknemer belast loon.
Vakantiebijslag en keuzebudget
In de aangifte loonheffingen blijven de rubrieken ‘Vakantiebijslag’ en ‘Opgebouwde recht vakantiebijslag’ bestaan.
Als het recht op vakantiebijslag van een werknemer onderdeel is van het keuzebudget, vul je deze rubrieken met € 0 in, omdat deze bedragen opgaan in de rubrieken voor het arbeidsvoorwaardenbedrag. Voor zover het recht op vakantiebijslag afzonderlijk bestaat (naast of zonder een keuzebudget), blijf je de beide rubrieken voor ‘Vakantiebijslag’ zoals gebruikelijk vullen.
Afname stand arbeidsvoorwaardenbedrag
Let op: afname van (de stand van) het arbeidsvoorwaardenbedrag is niet altijd gelijk aan de ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’
Het arbeidsvoorwaardenbedrag heeft in jouw administratie altijd een ‘stand’: het cumulatieve bedrag na alle opbouw en afnames.
Afname van de stand van het arbeidsvoorwaardenbedrag kan op verschillende manieren, zoals:
- opnemen van een bedrag ter uitbetaling;
- afzien of inzetten van een bedrag in ruil voor een (voor de werknemer) belastingvrije vergoeding of verstrekking . Het maakt hierbij niet uit of voor het eindheffingsloon van de werkkostenregeling een gerichte vrijstelling geldt of niet;
- afzien of inzetten van een bedrag in ruil voor doorbetaald verlof.
Van de afname van situatie 1 geef je in de rubriek ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’ het bedrag op dat de salarisverwerking ingaat als ‘loon in geld’.
In situatie 2 en 3 geef je het bedrag van de afname niet op in de aangifte loonheffingen.
Arbeidsvoorwaardenbedrag in aangifte loonheffingen vanaf 2022
Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode
In paragraaf 30.12 van het Handboek Loonheffingen vind je een algemene toelichting op de rubriek ‘Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode’ van de aangifte loonheffingen.
Code 35 (Vervolguitkering in het kader van de Nieuwe Werkloosheidswet (nWW) vervalt omdat dat soort uitkeringen niet meer voorkomen.
Code 54 (Opname levenslooptegoed) vervalt omdat in 2021 ook het overgangsrecht inzake de levensloopregeling is vervallen.
Code aard arbeidsverhouding
In 2021 ken je code aard arbeidsverhouding 10 voor de WSW-werknemer. Deze code komt per 2022 te vervallen. Daar komen vier nieuwe codes voor in de plaats, te weten:
- code 21: WSW beschut werk
- code 22: WSW detachering bij reguliere werkgever
- code 23: WSW begeleid werk
- code 24: Participatiewet beschut werk
Code reden einde arbeidsovereenkomst
In 2021 ken je code reden einde arbeidsovereenkomst 02: Opzegging door de werkgever met toestemming van UWV. Deze code vervalt per 1 januari 2022.
Daar komen twee nieuwe codes voor in de plaats, te weten:
- code 05: Opzegging door de werkgever wegens langdurige arbeidsongeschiktheid met toestemming van UWV
- code 06: Opzegging door de werkgever wegens bedrijfseconomische redenen met toestemming van UWV
Als je in 2021 (of eerder) een arbeidsovereenkomst beëindigd hebt met code 02 en je doet daarvoor in 2022 een nabetaling, moet je in 2022 de juiste code 05 of 06 opgeven.
Code 999: geen tabel toegepast
In paragraaf 30.14 van het Handboek Loonheffingen vind je een algemene toelichting op de rubriek ‘Code loonbelastingtabel’ van de aangifte loonheffingen. Eén van de codes is code 999: Geen tabel toegepast.
Wel code 999
Je gebruikt code 999 als er geen tabel is toegepast. Dat doet zich voor in situaties zoals:
- De werknemer is wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen maar niet belastingplichtig (LB) en ook niet premieplichting voor de volksverzekeringen (PH), bijvoorbeeld bij de doorbetaaldloonregeling.
- In een aangiftetijdvak is geen loon, maar de dienstbetrekking (inkomstenverhouding) blijft bestaan, zoals een periode van onbetaald verlof of bij een nul-urencontract, zonder oproep. De inkomstenverhouding moet wel worden opgegeven (als € 0-ikv), omdat de dienstbetrekking nog voortduurt. Er is geen loon, dus er is ook geen tabel toegepast. Code 999 is van toepassing.
- Een afwijkend tarief zoals bij een ruling.
- Loon dat is vrijgesteld, zoals bij bepaalde pensioenen van priesters.
Niet code 999
Je gebruikt tabelcode 999 niet in situaties zoals:
- Een 53e week, waarbij je in de 13e periode 5 weken verloont. Je gebruikt dan een herleiding van de week- of de vierwekentabel. Je geeft dan de code op van de week- of vierwekentabel.
- De werknemer vraagt om een (vrijwillig) hogere inhouding dan de tabel aangeeft. Je geeft de tabelcode op van de tabel die van toepassing zou zijn geweest zonder vrijwillig hogere inhouding.
- Rentevoordeel van een personeelslening van ex-werknemers. Afhankelijk van de situatie gebruik je de tijdvaktabel of de tabel voor bijzondere beloningen.