Kleine werkgevers gaan per 1 januari 2022 over het premieloon van hun werknemers een lagere gedifferentieerde premie Aof betalen dan overige (middelgrote en grote) werkgevers.
Met deze verlaging komt het kabinet kleine werkgevers financieel tegemoet voor de kosten van de loondoorbetaling bij ziekte.
Kleine werkgever
Met ingang van 1 januari 2022 wordt een werkgever als klein aangemerkt als de premieloonsom van de werkgever maximaal 25 maal het gemiddelde premieloon per werknemer per jaar bedraagt.
Ook voor gedifferentieerde premie Whk
Deze definitie van een kleine werkgever gaat per 1 januari 2022 ook gelden voor de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). De grens voor een kleine werkgever gaat voor de gedifferentieerde premie Whk dus van 10 naar maximaal 25 maal het gemiddeld premieloon per werknemer per jaar.
Op de mededeling/beschikking voor de gedifferentieerde premie Whk zal de Belastingdienst ook aangeven of een werkgever voor het Aof klein of (middel)groot is. UWV stelt het gemiddelde premieloon per werknemer jaarlijks vast.
Premieloon over 2020
Voor de beoordeling of een werkgever als klein moet worden aangemerkt, geldt het premieloon van de werkgever van het jaar t-2. Dit betekent dat voor de premie van het jaar 2022 het premieloon over het jaar 2020 relevant is.
Een startende werkgever wordt gedurende de eerste twee jaar altijd aangemerkt als kleine werkgever.
Als een is werkgever aangesloten in meerdere sectoren, geldt de beoordeling op kleine of (middel)grote werkgever per bedrijfsonderdeel.
Overdragende of verkrijgende partij
Als er sprake is van overgang van onderneming, een overgang bij faillissement of als een overheidswerkgever geheel of gedeeltelijk overgaat naar een andere werkgever, wordt (een deel van) de premieplichtige loonsom van de (deels) overdragende werkgever toegerekend aan de verkrijgende werkgever.
Opnieuw bepalen grootte werkgever
De overdragende of verkrijgende partij kan daardoor een kleine of juist (middel)grote werkgever worden. Dit leidt voor het kalenderjaar waarin de overgang plaatsvindt niet tot een wijziging van de categorie waarin de werkgever is ingedeeld (klein of (middel)groot).
Het opnieuw bepalen van de grootte van een werkgever na overgang van onderneming en in welke categorie een werkgever daardoor valt, vindt dan plaats voor het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de overgang heeft plaatsgevonden. Dit geldt niet als de overgang op 1 januari van een kalenderjaar plaatsvindt. In dat geval wordt direct rekening gehouden met de (nieuwe) grootte van de werkgevers.
Altijd hoge premie Aof
Over de volgende uitkeringen, toeslagen en loonbetalingen is een werkgever altijd de hoge premie Aof verschuldigd:
- uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WAO, WIA, ZW en WW). Dit geldt als de werkgever de uitkering namens UWV aan zijn werknemer betaalt (werkgeversbetaling) of als de werkgever dit doet als eigenrisicodrager;
- WAZO-uitkeringen in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie, pleegzorg en aanvullend geboorteverlof;
- toeslagen op grond van de Toeslagenwet;
- het loon uit een WSW-dienstbetrekking;
- wachtgeld op grond van de oude regeling van vóór 2001.
Opslag Wet kinderopvang (Wko)
De opslag voor de Wet kinderopvang (Wko) blijft van toepassing op de gedifferentieerde Aof-premie.
Bovenop de lage of hoge premie betaal je dus de opslag voor de Wko. De opslag Wko bereken je over de (gezamenlijke) grondslag van de Aof.
Aangifte loonheffingen
In de aangifte loonheffingen komen drie afzonderlijke rubrieken voor de aanwas van het premieloon Aof (laag, hoog, uitkering) en drie rubrieken voor de daarover verschuldigde premie. Voor de opslag Wko komt er een afzonderlijke rubriek.
De rubriek ‘Basispremie Aof’ komt te vervallen. Daar komt voor in de plaats:
- drie afzonderlijke rubrieken voor de aanwas van het premieloon Aof, namelijk de aanwas van het premieloon Aof laag, de aanwas van het premieloon Aof hoog en de aanwas van het premieloon Aof dat hoort bij een uitkering.
- drie afzonderlijke rubrieken voor de over het premieloon Aof verschuldigde premies: premie Aof laag, premie Aof hoog en premie Aof uitkering. Voor de opslag Wko komt er een afzonderlijke rubriek (Opslag Wko).
Aof laag, Aof hoog, Aof uitkering
De rubrieken Aof vul je als volgt in:
Aof laag
In deze rubrieken vul je de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op loon dat door een ‘kleine’ werkgever wordt betaald.
Aof hoog
In deze rubrieken vul je de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op:
- loon dat door een (middel)grote werkgever wordt betaald.
- loon voor een WSW-werknemer.
Aof uitkering
In deze rubrieken vul je de grondslagaanwas en premie in, voor zover dat betrekking heeft op:
- uitkeringen op grond van de WW, ZW, WIA (WGA/IVA), WAO, WAZO en Toeslagenwet. Dit geldt ook als u die uitkering uitbetaalt als eigenrisicodrager of doorbetaalt als werkgeversbetaling.
- wachtgeld voor zover dat valt onder de oude regeling. Dat is het geval als je de ‘Indicatie wachtgeld oude regeling’ aanlevert met ‘Ja’.
Voorbeeld 1
Een werknemer ontvangt naast zijn loon uit dienstbetrekking van € 2.000 per maand nog een WIA-uitkering via zijn werkgever van € 1.000 per maand. Deze werkgever kwalificeert als kleine werkgever.
De werkgever is over het loon uit dienstbetrekking de lage premie Aof verschuldigd en over de WIA-uitkering de hoge premie Aof. Over de totale grondslag van € 3.000 per maand is de werkgever de premie Wko verschuldigd.
Grondslag lage premie Aof | Loon | € 2.000 | Lage premie Aof |
Grondslag hoge premie Aof | Uitkering | € 1.000 | Hoge premie Aof |
Grondslag opslag Wko | Totaal | € 3.000 | Opslag Wko |
Voorbeeld 2
Een werknemer ontvangt naast zijn loon uit dienstbetrekking van € 4.000 per maand nog een WIA-uitkering via zijn werkgever van € 1.000 per maand. Deze werkgever kwalificeert als kleine werkgever.
De werkgever is over het loon de lage premie Aof verschuldigd en over de WIA-uitkering de hoge premie Aof. Over de totale grondslag van € 5.000 per maand is de werkgever de premie Wko verschuldigd. Het premiemaximum is in dit voorbeeld € 4.500.
Grondslag lage premie Aof (loon) | 4.000/5.000 van € 4.500 | Lage premie Aof |
Grondslag hoge premie Aof (uitkering) | 1.000/5.000 van € 4.500 | Hoge premie Aof |
Grondslag opslag Wko (totaal) | € 4.500 | Opslag Wko |
Eén IKV in 2022 en 2023
Voor de jaren 2022 en 2023 mag je het loon en de uitkering nog in één IKV opgeven. Daarbij moet je de grondslag en de bijhorende premie voor het loon en voor de uitkering wel afzonderlijk in de daarvoor geldende rubrieken vermelden.
Bron: Nieuwsbrief Loonheffingen 2022
Gedifferentieerde premie Aof verwerken in de aangifte loonheffingen