De Wet transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid regelt vanaf 1 april 2020 compensatie voor werkgevers voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 juli 2015.
De compensatieregeling wordt grotendeels gefinancierd via werkgeverspremies. Voor een klein deel is er een rijksbijdrage aan het Algemeen Werkloosheidsfonds.
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte
Sinds 1 april 2020 krijgen werkgevers compensatie voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij ontslag van een twee jaar zieke werknemer. De regeling is met terugwerkende kracht ingevoerd. Voor 1 oktober 2020 moesten aanvragen voor compensatie van vergoedingen betaald tussen 1 juli 2015 en 31 maart 2020 te zijn ingediend. De compensatie is afhankelijk van de hoogte van de betaalde transitievergoeding.
In 2020 en 2021 vindt de compensatie van transitievergoeding voor de periode 1 juli 2015 tot en met 31 maart 2020 plaats. Daarom zijn de uitgaven in deze jaren hoger dan vanaf 2022 het geval is.
Transitievergoeding MKB
Per 2021 hebben kleine werkgevers die hun onderneming stoppen vanwege pensionering of overlijden, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding.
De compensatiemogelijkheid bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever treedt niet eerder in werking dan medio 2022. De compensatie is afhankelijk van de hoogte van de betaalde transitievergoeding.
Vanwege ingroei en omdat het onderdeel wegens ziekte nog niet in werking treedt, liggen de uitgaven in 2021 lager dan in latere jaren. Over de jaren is een gelijk structureel gebruik verondersteld.
Rijksbijdrage transitievergoeding
Per 2022 eindigt de rijksbijdrage aan de compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Deze rijksbijdrage was ingesteld omdat werkgevers in het bijzonder onderwijs wel recht hadden op de compensatieregeling, terwijl ze daar niet aan meebetaalden omdat zij als overheidswerkgever geen premies betalen aan het Algemeen Werkloosheidsfonds.
Als gevolg van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren kunnen inmiddels ook overheidswerkgevers gebruik maken van de compensatieregeling. De financiering van de compensatieregeling loopt sindsdien via de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook overheidswerkgevers betalen deze premie, waardoor de rijksbijdrage niet meer nodig is.
Daarom wordt de regeling niet meer gefinancierd via een iets hogere Awf-premie maar via een lichte verhoging van de Aof-premie. Ook overheidswerkgevers betalen de Aof-premie, waardoor de compensatieregeling nu volledig uit premies is gefinancierd, en een rijksbijdrage dus niet meer nodig is
Raming compensatie transitievergoeding
De raming compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid is meerjarig bijgesteld. De geraamde uitgaven voor 2021 zijn neerwaarts bijgesteld, omdat de verwachte uitgaven die betrekking hebben op aanvragen met terugwerkende kracht lager uitvallen. Dit wordt verklaard doordat het aantal toekenningen en de gemiddelde compensatie van deze categorie lager uitvallen dan bij de Voorjaarsnota werd geraamd.
De geraamde uitgaven vanaf 2022 – waarbij geen sprake meer is van aanvragen met terugwerkende kracht – worden op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie per saldo opwaarts bijgesteld. Hoewel de gemiddelde compensatie naar beneden wordt bijgesteld, is het verwachte aantal toekenningen opwaarts bijgesteld.