De vijf belangrijkste plannen voor 2020 wat betreft werk en inkomen op een rij volgens de Rijksoverheid:
1 Kindgebonden budget middeninkomens stijgt
Ouders met een middeninkomen krijgen in 2020 € 990 extra kindgebonden budget. Ook komen meer ouders in aanmerking voor deze bijdrage in de kosten van kinderen tot 18 jaar. Zij ontvangen straks gemiddeld € 610 per jaar. Het kabinet trekt hier ongeveer € 500 miljoen voor uit.
2 Langer geboorteverlof voor partners
De partner van een moeder kan vanaf 1 juli 2020 vijf weken geboorteverlof opnemen. De partner krijgt tijdens dit verlof 70% van het loon doorbetaald.
Een langer geboorteverlof zorgt ervoor dat moeders, hun partner en het kind meer tijd samen hebben. Zo kan een goede band ontstaan tussen de ouders en het kind. Ook kunnen taken in en rond het huis vanaf het begin al eerlijker worden verdeeld.
De Wet arbeid en zorg wijzigt op 1 juli 2020. Op dat moment treedt de tweede fase van het geboorteverlof in werking (WIEG). Het geboorteverlof bedraagt sinds 1 januari 2019 een week met behoud van loon. Dit wordt aangevuld met vijf weken, waarbij de werknemer een uitkering ontvangt van UWV. De uitkering bedraagt 70% van het dagloon, gemaximeerd op 70% van het maximum dagloon.
Dit aanvullende geboorteverlof moet worden opgenomen nadat de eerste week geboorteverlof met behoud van loon volledig is genoten, maar wel binnen zes maanden na de dag van bevalling.
Rechthebbenden zijn de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner van de moeder, degene die met haar samenwoont of degene die haar kind heeft erkend. (Bron: begroting SZW 2020).
WIEG en aanvullend geboorteverlof voor partners vanaf juli 2020
3 Pensioenakkoord en AOW-leeftijd
Het pensioenakkoord maakt de opbouw van het pensioen persoonlijker en toekomstbestendig. Door het akkoord gaat de AOW-leeftijd minder snel omhoog. De AOW-leeftijd komt in 2024 uit op 67 jaar. In 2020 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden.
De afspraken uit het pensioenakkoord worden samen met met sociale partners uitgewerkt. Per 2022 moet het wettelijk kader voor de pensioenvernieuwing gereed zijn.
In het pensioenakkoord is ook afgesproken om een verplichte verzekering voor arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen in te voeren. Werknemers zijn via hun arbeidsovereenkomst al verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Het kabinet heeft aan de sociale partners gevraagd een voorstel te doen over hoe die verzekering eruit moet komen te zien.
Tegelijk met het pensioenakkoord zijn maatregelen aangekondigd voor mensen met zware beroepen. Sociale partners zullen per sector maatwerkafspraken maken over duurzame inzetbaarheid en de mogelijkheden om vervroegd uit te treden met gebruikmaking van de tijdelijke RVU-vrijstelling.
In het Pensioenakkoord is geregeld dat er vanaf 2020 € 10 miljoen per jaar beschikbaar is voor duurzame inzetbaarheid en een leven lang ontwikkelen.
Nieuw pensioenstelsel – persoonlijke pensioenopbouw en eerder stoppen
4 Eerder hulp gemeente bij schulden
Mensen die in de schulden dreigen te raken, krijgen in 2020 eerder hulp van de gemeente. Zo gaan onder meer woningbouwverenigingen en energiebedrijven gemeenten sneller waarschuwen als zij zien dat hun klanten hun rekeningen niet betalen. De gemeente kan hierdoor tijdens een hulpverleningstraject beter een passend plan van aanpak maken.
De overheid probeert op deze manier te voorkomen dat mensen in de schulden raken. En als ze in de schulden zitten hen er snel uit te helpen. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wijzigt hiervoor.
5 Lagere WW-premie bij vast contract
Werkgevers betalen in 2020 minder WW-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers. De premie voor werknemers in vaste dienst bedraagt naar verwachting 2,94%. Voor flexwerkers is dat 7,94%.
De werkgevers betalen een gemiddelde WW-premie over het aantal werknemers in vaste dienst en flexwerkers. Als ze veel mensen in vaste dienst hebben, dan ligt de gemiddelde premie die ze betalen dichter bij de lage premie. Bij veel flexwerkers in dienst, betalen ze een gemiddeld hogere premie. Voor alle werkgevers samen komt de gemiddeld betaalde premie op 4,16% uit.
Dit is een van de maatregelen uit de Wet arbeidsmarkt in balans die werkgevers wil stimuleren om mensen in vaste dienst te nemen.
Wet arbeidsmarkt in balans per 2020
Een groot deel van de WAB treedt per 1 januari 2020 in werking.
Met het oog op het aanbrengen van een nieuwe balans op de arbeidsmarkt tussen flexibele
en vaste arbeidsovereenkomsten zijn meerdere maatregelen in deze wet opgenomen:
- De mogelijkheden om een tijdelijke arbeidsovereenkomst aan te gaan worden verruimd (drie aansluitende contracten in maximaal drie jaar in plaats van in twee jaar).
- De transitievergoeding voor langdurige arbeidsovereenkomsten wordt verlaagd en tegelijkertijd
ontstaat er vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst recht op transitievergoeding. - Er worden regels gesteld ter voorkoming van permanente beschikbaarheid van werknemers met oproepcontracten.
- Concurrentie op arbeidsvoorwaarden bij payrolling wordt voorkomen
- Invoering WW-premie waarvan de hoogte afhankelijk is van de contractvorm.
- Een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als zij (of hun erfgenamen) hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering, ziekte of overlijden van de werkgever.
Compensatie transitievergoeding bij ziekte
Naast de genoemde compensatieregeling wordt per 1 april 2020 ook de Regeling compensatie transitievergoeding bij langdurige ziekte ingevoerd. Het doel van de regeling is om dubbele kosten voor
werkgevers bij langdurige ziekte van een werknemer tegen te gaan. (Bron: begroting SZW 2020).
Bron: Belangrijkste maatregelen Prinsjesdag op Rijksoverheid.nl
Op de Nationale Salarisdag op 27 november 2019 hoort u meer over deze plannen