Het besluit van 21 maart 2024 wijzigt het besluit van 9 oktober 2015, nr. DGB 2015/7010M (Stcrt. 36798). De wijziging betreft het vervallen van twee voorwaarden bij internationale waardeoverdrachten van pensioenkapitaal van werknemers aan buitenlandse, fiscaal niet-aangewezen pensioenuitvoerders gevestigd binnen de EU, de EER of Zwitserland. Naar aanleiding van twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 november 2023, ECLI:EU:C:2023:875 en ECLI:EU:C:2023:878 is het besluit gewijzigd.
Individuele waardeoverdracht pensioen
Zoals aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer van 22 december 2023, wordt aan deze arresten uitvoering gegeven door bij een individuele waardeoverdracht van pensioenkapitaal van een mobiele werknemer aan een binnen de EU, de EER of Zwitserland gevestigde pensioenuitvoerder niet langer te vereisen dat:
- de afkoopmogelijkheden in het andere land niet ruimer mogen zijn dan de afkoopmogelijkheden op grond van de Pensioenwet; en
- de buitenlandse ontvangende pensioenuitvoerder een overeenkomst sluit met de Belastingdienst waarin de buitenlandse pensioenuitvoerder aansprakelijkheid aanvaardt voor de door de gerechtigde werknemer verschuldigde belasting en revisierente voor belastbare feiten met betrekking tot het overgedragen pensioen dan wel dat de werknemer zekerheid stelt.
Naast deze wijzigingen worden een aantal verwijzingen in de bijlage geactualiseerd en wordt een omissie in de titel hersteld. Met deze wijzigingen is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
De datum van inwerkingtreding van het besluit is gesteld op 16 november 2023, de datum van de gewezen arresten.
Besluit internationale aspecten van pensioenen en stamrechten