In de nota Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet worden de bouwstenen beschreven waarmee de gedifferentieerde premies voor de WGA en Ziektewet-Flex per werkgever worden berekend.
De nota wordt samen met het Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas medio augustus aangeboden aan de raad van bestuur van UWV. Publicatie van het besluit met de vastgestelde premies volgt op de derde maandag in juli in de Staatscourant. Vanaf die datum is de nota ook beschikbaar op de website van UWV.
UWV berekent conform het besluit per werkgever de premie voor het nieuwe premiejaar. Deze percentages worden aan het eind van het jaar voorafgaand aan het premiejaar geleverd aan de Belastingdienst. Deze stuurt vervolgens aan alle werkgevers een beschikking van deze premie.
Calculatiepremie
De premies voor het komende premiejaar moeten nog worden vastgesteld. Bij de de Whk-berekeningen voor 2025 zijn de calculatiepremies gehanteerd. Voor 2025 bedraagt de calculatiepremie Whk 1,25%: 0,79% voor de WGA en 0,47% voor de Ziektewet. Voor 2024 is de WGA-premie 0,77% en de Ziektewet-premie 0,45%, in totaal 1,22%. De nog vast te stellen gemiddelde premiepercentages WGA en Ziektewet kunnen hiervan afwijken. Zo verwacht UWV dat de gemiddelde Ziektewet-premie hoger zal uitkomen omdat daar sprake is van een negatief vermogen.
Totale uitkeringslasten
De totale uitkeringslasten stijgen naar verwachting van UWV van € 24,7 miljard in 2023 tot € 26,8 miljard in 2024 en € 28,5 miljard in 2025. De invloed van de halfjaarlijkse indexaties is daarbij groter dan de invloed van de stijging van het aantal uitkeringen.
In 2023 is het wettelijk minimumloon, naast de gebruikelijke halfjaarlijkse indexaties, twee keer extra verhoogd vanwege de hoge inflatie. In 2024 zijn er de reguliere indexaties van de uitkeringen: per 1 januari (3,73%) en per 1 juli (3,10%).
In 2023 en 2024 is de leeftijd voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) verhoogd: op 1 januari 2023 tot 66 jaar en 10 maanden en op 1 januari 2024 tot 67 jaar. Een verhoging van de AOW‑leeftijd zorgt ervoor dat uitkeringen gemiddeld langer duren en daarmee voor een hoger aantal uitkeringen, vooral bij de arbeidsongeschiktheidswetten.
WW-uitkeringen
Het aantal WW-uitkeringen is nog altijd laag maar stijgt naar verwachting wel in 2024 en 2025. De WW‑uitkeringslasten stijgen mee: van € 3,4 miljard in 2024 naar € 3,9 miljard in 2025.
WIA en 60-plusmaatregel
Het totaal aantal uitkeringen voor de arbeidsongeschiktheidswetten stijgt in de periode 2023–2025, vooral door een toename bij de WIA. Sinds 1 oktober 2022 past UWV een vereenvoudigde WIA‑claimbeoordeling toe voor mensen van 60 jaar en ouder.
Deze zogeheten 60‑plusmaatregel is een onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om de wachttijden voor de sociaal‑medische beoordelingen te verkleinen. De 60‑plusmaatregel zorgt voor meer en hogere uitkeringen. De uitkeringslasten voor de arbeidsongeschiktheidswetten stijgen van € 17,9 miljard in 2024 naar € 18,9 miljard in 2025.
WAZO-uitkeringen
De Ziektewet-uitkeringslasten stijgen van € 2,4 miljard in 2024 naar € 2,5 miljard in 2025. Het aantal Wazo‑uitkeringen neemt verder toe als gevolg van de invoering van betaald ouderschapsverlof in 2022. Hierdoor stijgen de Wazo‑uitkeringslasten van € 2,6 miljard in 2024 naar € 2,7 miljard in 2025.
Financiële nota’s
De Juninota is de eerste financiële nota in een cyclus van 3 nota’s per jaar. In de Juninota 2024 presenteert UWV voor 2024 en 2025 inzichten in de verwachte financiële ontwikkeling van de wetten die UWV uitvoert en de fondsen die het beheert.
UWV Juninota 2024. Ontwikkeling wetten en fondsen UWV 2024–2025