
De ministers gaan in op welke stappen zij wanneer zetten om te komen tot verbeteringen op de arbeidsmarkt (1) en aanpak van de krapte (2), binnen de participatiewet (3) en beschut werk (4), en voor een houdbaar pensioenstelsel (5). Daarna gaan we in op welke stappen we wanneer zetten in het kader van arbeidsmigratie (6) en integratie, inburgering en het tegengaan van
discriminatie (7).
Ook geven de ministers een planning rondom ouderschapsverlof en verkleining van beloningsverschillen (8), en de aanpak van seksuele intimidatie (9).
Vervolgens schetsen Van Gennip en Schouten de planning voor de maatregelen op inkomensbeleid (10), herziening van de kinderopvang (11), vereenvoudiging van de inkomensondersteuning (12), armoede (13) en schulden (14). Afgesloten wordt met Caribisch Nederland (15).
Voorlopige planning
Een aantal onderwerpen met de voorlopige planning op een rij:
- Breed arbeidsmarktbeleid: voor zomerreces 2022 een hoofdlijnenbrief of verschillende brieven op deelclusters naar de Kamer.
- Afschaffen LIV: uiterlijk voor de zomer 2023 wetsvoorstel naar de Kamer.
- Structureel maken LKV doelgroep banenafspraak: wordt nog bezien in welk wetsvoorstel dit meeloopt.
- Aanpak krapte (overkoepelende aanpak): voor de zomer brief 2022 over overkoepelende aanpak krapte arbeidsmarkt.
- Meer mensen met afstand tot arbeidsmarkt naar werk begeleiden: invoering wetsvoorstel Breed offensief per 1 januari 2023.
- Wetsvoorstel Toekomst Pensioenen (WTP): voor 1 april 2022 wetsvoorstel aanbieden bij Kamer, beoogde inwerkingtreding 1 januari 2023.
- Verhogen ouderschapsverlof van 50 procent naar 70 procent. Conceptbesluit wordt in Q1 of Q2 2022 aan Kamer aangeboden in het kader van de voorhangprocedure.
- Aanpak van loonverschillen. Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd, in ieder geval in Q2 2022.
- Verhogen wettelijk minimumloon (WML) met 7,5 procent: voorziene inwerkingtreding per 1-1-2024. Voornemen om Kamer voor de zomer nader te informeren.
- WML-uurloon o.b.v. 36-urige werkweek. Betreft een initiatief wetsvoorstel vanuit de Kamer, in coalitieakkoord is uitgegaan van inwerkingtreding per 1 januari 2024
- Loslaten koppeling gewerkte uren in Kinderopvangtoeslag (KOT). Voorziene inwerkingtreding per 1 januari 2023.
1 Aanpak arbeidsmarkt van de toekomst
In het coalitieakkoord is opgenomen dat het rapport van de Commissie Regulering van Werk en het SER-MLT advies de leidraad vormen bij hoe de arbeidsmarkt van de toekomst eruit moet komen te zien. De ministers willen hier graag mee aan de slag. De uitwerking op het brede arbeidsmarktbeleid met onder andere de ambities ten aanzien van flex/vast, zzp, van werk(loosheid) naar werk en leven lang ontwikkelen worden in samenhang en in overleg met uitvoering, sociale partners en andere maatschappelijke partners opgepakt. De ambitie van de minister van Sociale Zaken is om voor het zomerreces van 2022 een eerste hoofdlijnenbrief of eventueel verschillende brieven op deelclusters te sturen.
De ambitie is om toe te werken naar een arbeidsmarktinfrastructuur die werkenden, werkzoekenden en werkgevers toegang biedt tot integrale, herkenbare en laagdrempelige dienstverlening. Het
doel is om mensen die geen werk hebben of hun werk dreigen te verliezen te begeleiden naar (ander) werk en werkgevers te helpen bij het vervullen van hun vacatures. Er zal specifiek aandacht uitgaan naar het voorkomen van (langdurige) werkloosheid en tegelijkertijd het terugdringen van personeelstekorten. Daarbij wordt de publieke financiering van scholing en ontwikkeling uitgebreid vanuit het idee van leerrechten. Dat idee houdt in dat er meer scholingsbudget beschikbaar komt voor mensen die minder initieel onderwijs hebben genoten.
Afschaffing LIV
Voor de afschaffing van het lage inkomensvoordeel (LIV) is het wetgevingsproces reeds gestart. Uiterlijk voor de zomer van 2023 zal het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend. In het coalitieakkoord is afgesproken het alternatieve instrument, een loonkostenvoordeel (LKV) voor jongeren, niet in te voeren.
Een deel van de middelen die vrijkomen door het afschaffen van het LIV zal worden aangewend voor het structureel maken van het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak.
2 Aanpak krapte op de arbeidsmarkt
De aanpak van krapte vergt inzet van individuele werkgevers en werkenden, en alle bij de arbeidsmarkt betrokken partijen, zoals Rijk, UWV, gemeenten, onderwijs, uitzendbureaus en sociale partners. Het vorige kabinet heeft de SER verzocht een advies uit te brengen over de aanpak van krapte in publieke sectoren. In overleg met het nieuwe kabinet heeft de SER besloten dit advies uit
te breiden met de verschillende maatschappelijke opgaven waarvoor wij als samenleving staan, zoals de klimaattransitie en digitalisering.
De SER komt na de zomer met haar volledige advies, en heeft op verzoek van het ministerie aangegeven ernaar te streven de hoofdlijnen van dit advies al voor de zomer met het kabinet te delen.
3 Herziening Participatiewet
Burgers en professionals ervaren hardheden in de uitvoering van de Participatiewet.
Oplossingsrichtingen die nu uitgewerkt worden zijn de kostendelersnorm en de verruiming van de bijverdiengrenzen.
Het wetstraject om de kostendelersnorm te wijzigen in de Participatiewet is inmiddels in gang gezet. Vanwege de gewenste inwerkingtreding per 1 januari 2023 wordt bezien of deze
wetswijziging het snelst meegenomen kan worden via een Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel Breed offensief of via een separaat wetstraject.
4 Beschut werk en de basis van de arbeidsmarkt
Iedereen in Nederland verdient een goed bestaan en moet mee kunnen doen. Dat is de ambitie die in het coalitieakkoord is verwoord. De ministers willen zich richten op drie aandachtsgebieden.
Ten eerste willen ze er samen met gemeenten voor zorgen dat mensen die langdurig in de bijstand zitten actief worden benaderd en worden ondersteund en gestimuleerd naar werk.
Ten tweede willen ze, samen met sociale partners, gemeenten, UWV en het onderwijsveld, de komende jaren meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleiden. Daarvoor is het van belang dat het wetsvoorstel Wijziging van de Participatiewet Uitvoeren Breed offensief door de Tweede Kamer kan worden behandeld. Het wetsvoorstel maakt het voor werkgevers eenvoudiger om deze mensen in dienst te nemen en te houden. Het streven is het wetsvoorstel per 1 januari 2023 in te voeren.
Banenafspraak
Daarbij is de banenafspraak een belangrijk instrument om mensen die met een steuntje in de rug bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen aan het werk te helpen. Werkgevers, zowel in de markt- als de overheidssector, staan voor een grote uitdaging om per 2026 alle 125.000 extra banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak te creëren.
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen gaat met alle stakeholders in gesprek over de banenafspraak en het dichterbij brengen van een inclusieve arbeidsmarkt. Op basis hiervan zal zij ook het wetsvoorstel voor een vereenvoudigde banenafspraak wegen, dat door het vorige kabinet is voorbereid om de systematiek te vereenvoudigen en administratieve belemmeringen weg te nemen.
Ten derde wil het kabinet het aantal beschutte werkplekken uit breiden voor mensen die wel kunnen werken maar dit alleen kunnen in een beschutte en aangepaste omgeving.
5 Pensioenen en AOW
Het kabinet is van plan om het pensioenakkoord uit te voeren voor een goed en fatsoenlijk pensioen voor alle generaties. Naast de herziening van het arbeidsvoorwaardelijke pensioen (de tweede pijler) zijn in het pensioenakkoord ook afspraken gemaakt over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd, de invoering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en over
een pakket maatregelen met als doel dat het voor een ieder haalbaar wordt om gezond werkend het pensioen te bereiken.
Wet Toekomst Pensioenen
Het wetsvoorstel toekomst pensioenen (WTP) beoogt de afspraken in het pensioenakkoord over de herziening van het pensioenstelsel te verankeren. Het wetsvoorstel toekomst pensioenen is begin december 2021 voor advies aan de Raad van State verzonden. De verwachting is dat het wetsvoorstel vóór 1 april a.s. bij de Tweede Kamer kan worden ingediend. De gestreefde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2023.
De vernieuwing van het pensioenstelsel wordt nader uitgewerkt in enkele besluiten en ministeriële regelingen. De planning is erop gericht om de internetconsultatie van de ontwerpbesluiten van start te laten gaan op het moment waarop het wetsvoorstel WTP bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
6 Arbeidsmigratie
Het kabinet voert de aanbevelingen uit het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer) uit.
7 Integratie, inburgering en discriminatie tegengaan
Een Staatscommissie wordt opgericht die onderzoek gaat doen naar discriminatie en etnisch profileren.
In dit verband is ook de meldplicht voor discriminerende uitzendbureaus relevant. Deze hangt sterk samen met het wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Een meldplicht voor discriminerende verzoeken door opdrachtgevers aan intermediairs vraagt een aanvullende wetswijziging.
8 Ouderschapsverlof en verkleining beloningsverschillen
De Wet betaald ouderschapsverlof treedt in werking op 2 augustus 2022. In eerste instantie was het uitkeringspercentage bepaald op 50 procent van het dagloon tot ten hoogste 50 procent van het maximumdagloon. Dit percentage zal bij koninklijk besluit worden verhoogd naar 70 procent. Het conceptbesluit wordt afgestemd met UWV.
Het verkleinen van de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen vraagt een brede aanpak op meerdere terreinen.
Voor het verbeteren van de controle op loonverschillen, zal in ieder geval het Europese Richtlijnvoorstel worden gevolgd. Op dit moment wordt het Europese Richtlijnvoorstel over loontransparantie ter bevordering van gelijke beloning van mannen en vrouwen in Europa behandeld.
Wanneer het richtlijnvoorstel uiteindelijk zal worden aangenomen is nu niet te voorzien. Vervolgens moeten de lidstaten de richtlijn omzetten en implementeren in nationale wetgeving. Vooruitlopend hierop beziet de minister van Sociale Zaken de Nederlandse inzet op de aanpak van loonverschillen.
9 Aanpak van seksueel overschrijdend gedrag
Het kabinet heeft in het coalitieakkoord aangegeven zich hard te maken voor het voorkomen van vrouwenhaat en seksueel geweld.
Gewerkt wordt aan een integrale en gecoördineerde aanpak, waarbij SZW zich in het bijzonder richt op een versterking van de aanpak van het voorkomen van seksuele intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer.
10 Inkomensbeleid en minimumloon
In het Coalitieakkoord kondigt het kabinet verschillende maatregelen aan die ervoor zorgen dat (meer uren) werk lonender wordt en het bestaansminimum wordt verstevigd.
Het wettelijk minimumloon (WML), met daaraan gekoppeld de sociale minimumuitkeringen behoudens de AOW, wordt stapsgewijs in 2024 en 2025 met 7,5 procent verhoogd en er komt een wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek.
Daarnaast is er structureel 3 miljard euro beschikbaar voor lastenverlichting voor met name lage- en middeninkomens, werkenden en gezinnen. De inkomensruimte van een hoger minimumloon of uitkering wordt gedeeltelijk ingezet om de huurtoeslag te hervormen en te vereenvoudigen.
Naast de verhoging van het wettelijk minimumloon omarmt het kabinet het initiatiefwetsvoorstel van Gijs van Dijk (PvdA) en Senna Maatoug (GroenLinks) dat een wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek regelt. Een zorgvuldige invoering van het wettelijk minimumuurloon vereist dat de wetswijziging tijdig bekend is zodat uitvoerende instanties zich daarop kunnen
voorbereiden. In het coalitieakkoord is ervan uit gegaan dat het wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek op 1 januari 2024 van kracht wordt.
11 Stelselherziening kinderopvang
Dit kabinet wil de kinderopvangtoeslag fundamenteel herzien, zodat mensen niet meer verdwalen in ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Daarom kiest het kabinet voor een inkomensonafhankelijke vergoeding van de kinderopvang van 95 procent voor alle werkende ouders.
De herziening van de kinderopvangtoeslag is een grote operatie, waarbij de uitwerking zorgvuldig moet gebeuren. De hervorming bestaat uit een aantal stappen, waarbij het kabinet de koppeling gewerkte uren al in 2023 wil loslaten. Dit wordt nu uitgewerkt in het besluit Kinderopvangtoeslag.
12 Vereenvoudiging inkomensondersteuning en uitvoering
In het coalitieakkoord is opgenomen dat we wetten beoordelen ‘op eenvoud, menselijke maat en uitvoering en verbeteren waar nodig’.
Vereenvoudiging van wetten en regels kan bijdragen aan een doeltreffender stelsel, betere dienstverlening en het verminderen van onbedoelde en ongewenste effecten. De minister van Sociale Zaken wil samen met de minister voor Armoede, Participatie en Pensioenen een vereenvoudigingsagenda opstellen. Zij gaan samen met de uitvoering en in gesprek met burgers werken
aan de oplossing van knelpunten als gevolg van de complexiteit van wet- en regelgeving. Het vereenvoudigingstraject WW is een voorbeeld van hoe zij tot vereenvoudiging willen komen.
Daarnaast wordt onderzocht in welke wetten hardvochtige effecten optreden en welke handelingsperspectieven er zijn om deze tegen te gaan. Onderzocht wordt hoe hardheden in de WIA hervormd kunnen worden.
13 Armoede en bestaanszekerheid
Om bestaanszekerheid te bieden is een adequaat sociaal minimum van groot belang. Het kabinet wil daarom het sociaal minimum elke vier jaar herijken om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving.
Een onafhankelijke commissie gaat onderzoek doen naar het sociaal minimum voor verschillende huishoudtypen; de systematiek van het sociaal minimum en scenario’s hoe de systematiek beter kan aansluiten op de normen voor het bestaansminimum.
14 Schulden: voorkomen en snel oplossen
De brede schuldenaanpak, waarin Sociale Zaken en Werkgelegenheid samenwerkt met zes ministeries, gemeenten, Rijksuitvoerders en maatschappelijke organisaties om schuldenproblematiek in Nederland te voorkomen en tegen te gaan, wordt met kracht voortgezet. Het kabinet geeft hierbij prioriteit aan: 1) preventie en vroegsignalering, 2) versnelling van schuldhulpverlening en betere
toegang tot de wettelijke schuldsanering (Wsnp) en 3) verdere verbetering van de (rijks)incasso met oog voor de menselijke maat.
Het streven is om een gezamenlijke uitwerking van de schuldenaanpak in het tweede kwartaal van 2022 gereed te hebben.
15 Caribisch gebied
Het coalitieakkoord toont grote ambities ten aanzien van Caribisch Nederland, met als belangrijkste opgaven op het terrein van het ministerie van SZW het versterken van de arbeidsmarkt en het aanpakken van armoede in combinatie met het sociaal minimum.
Rond de zomer van 2022 zal het wetsvoorstel kinderopvang BES worden aangeboden, met als doel de kinderopvang in Caribisch Nederland structureel te versterken en de kosten hiervoor substantieel te verlagen.
Bijlage bij Planningsbrief: Inventarislijst
Coalitieakkoord 2021-2025 – minimumloon stijgt en minimumuurloon