Minister Van Hijum van SZW beantwoordt vragen over het bericht ‘Hoge Raad: bij beoordeling of sprake is van arbeidsovereenkomst geldt geen rangorde tussen de mee te wegen omstandigheden, waaronder eventueel ‘ondernemerschap’ van de werkende’.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft in antwoord op prejudiciële vragen in de zaak Uber/FNV op 21 februari 2025 aangegeven dat het gezichtspunt ‘extern ondernemerschap’ onderdeel is van de holistische weging om te beoordelen wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat er geen rangorde geldt tussen de gezichtspunten in deze weging. Het gezichtspunt ‘extern ondernemerschap’ weegt daarmee dus niet zwaarder of minder zwaar dan de overige gezichtspunten.
Hetjuistecontract.nl
De minister gaat eerst in op de keuzehulp met 10 vragen over het voorkomen van schijnzelfstandigheid.
Het gezichtspunt uit het Deliveroo-arrest ‘of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen’, ook wel ‘extern ondernemerschap genoemd’, is al volwaardig onderdeel is van de communicatie op hetjuistecontract.nl.
Wel wordt gewerkt aan een verdere verduidelijking van alle gezichtspunten van het Deliveroo-arrest, waaronder dus ook het ‘extern ondernemerschap’, op grond van ervaringen van gebruikers van hetjuistecontract.nl.
De (fictieve) casusposities op hetjuistecontract.nl zijn bedoeld om op een laagdrempelige manier inzicht te krijgen in de relevante aspecten bij de beoordeling van arbeidsrelaties op basis van de genoemde feiten. Om de casusposities niet te lang en daarmee ingewikkeld te maken, komen niet alle gezichtspunten in alle casusposities terug.
Nieuwe casusposities
Er wordt nu gewerkt aan het toevoegen van nieuwe casusposities waarin op basis van de gegeven feiten en omstandigheden wel een oordeel kan worden gegeven over alle gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest. Deze komen naast de bestaande casusposities op hetjuistecontract.nl te staan.
Webmodule
Alle gezichtspunten, waaronder ‘extern ondernemerschap’ worden uitgevraagd in de webmodule. Voor het gezichtspunt ‘extern ondernemerschap’ gaat het om de vragen 2.5, 2.6, 2.32, 2.33 en 2.34 uit de webmodule. Wel is het zo dat het om praktische redenen ingewikkeld is om alle mogelijke aspecten die misschien gaan over extern ondernemerschap uit te vragen, omdat de webmodule gericht is op opdrachtgevers.
Extern ondernemerschap onderdeel webmodule
Opdrachtgevers kennen wellicht niet bij voorbaat elk aspect van het ondernemerschap van de individuele werkende buiten de specifieke arbeidsrelatie, waarbij ook sprake kan zijn van privacy- of concurrentiegevoelige informatie voor de werkende. Dat kan bijvoorbeeld gelden voor de fiscale behandeling van de werkende en de vraag voor hoeveel opdrachtgevers de werkende doorgaans werkt en hoe lang die opdrachten duren. Maar het externe ondernemerschap is een volwaardig onderdeel van de webmodule.
Niet offline of aanpassen n.a.v. uitspraak
Omdat, in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad, alle gezichtspunten worden meegewogen in de webmodule, is er geen reden om de webmodule offline te halen. Dat zou juist contraproductief werken gezien we de praktijk zoveel mogelijk handvaten willen bieden bij de beoordeling van arbeidsrelaties.
De minister ziet ook geen aanleiding om de webmodule aan te passen naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad. Dat zou anders geweest zijn als de Hoge Raad bijvoorbeeld zou hebben aangegeven dat één van de gezichtspunten in de onderlinge verhouding van zwaarder of juist minder zwaar belang is. Dat is dus niet het geval.
Verbeteringen
Binnenkort volgt informatie over de cijfers van de webmodule in de afgelopen maanden en over de plannen om zoveel mogelijk verbeteringen door te voeren.
Holistische weging
Met de webmodule wordt de holistische weging zo goed mogelijk benaderd. Maar omdat de praktijk erg complex en divers is, kan een standaard instrument zoals de webmodule nooit met alle feiten en omstandigheden van het individuele geval rekening houden. Aan de webmodule kan daarom ook geen zekerheid worden ontleend.
Indicatie
De webmodule geeft een indicatie of bepaalde werkzaamheden zich ervoor lenen door een zelfstandige te worden gedaan, of dat er gezien de feiten en omstandigheden sprake lijkt van een dienstbetrekking.
Toelichting beoordeling arbeidsrelaties
De Belastingdienst weegt alle gezichtspunten inclusief het extern ondernemerschap mee. Bij de beoordeling van een arbeidsrelatie zijn alle feiten en omstandigheden van belang (holistische toets). Dit is ook zo uitgelegd in het afwegingskader en de Toelichting beoordeling arbeidsrelaties, die op de website van de Belastingdienst zijn gepubliceerd. Alle gezichtspunten die volgens de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest bij de holistische toets onder meer van belang kunnen zijn, zijn daarin opgenomen.
Eén van de gezichtspunten gaat over de mate waarop de ondernemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Handleiding bedrijfs- en boekenonderzoeken
De Belastingdienst beoordeelt arbeidsrelaties aan de hand van dit afwegingskader en weegt alle gezichtspunten inclusief het extern ondernemerschap mee. Dit blijkt ook uit de Handleiding bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken die de medewerkers van de Belastingdienst ondersteuning biedt bij de uitvoering van bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken bij opdrachtgevers waar het beoordelen van de kwalificatie van arbeidsrelaties speelt.
Vragenlijst beoordeling arbeidsrelaties
In de handleiding wordt verwezen naar de Vragenlijst beoordeling arbeidsrelaties die door de Belastingdienst als hulpmiddel wordt gebruikt om de feiten en omstandigheden die een rol spelen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie in beeld te brengen. Die vragenlijst is ingedeeld naar de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest.
De mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, komt in deze vragenlijst expliciet naar voren. De handleiding en de vragenlijst zijn gepubliceerd. De Belastingdienst houdt zich dus aan de uitspraak van de Hoge Raad en weegt alle gezichtspunten, waaronder extern ondernemerschap mee.
Gezichtspunt ‘extern ondernemerschap’
Het gezichtspunt ‘extern ondernemerschap’ is slechts één van de onderdelen die meewegen in de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft bevestigd dat dit gezichtspunt in de onderlinge verhouding niet zwaarder of minder zwaar is dan de andere. Het is dus mogelijk dat bij een (potentiële) opdracht bijvoorbeeld alle overige gezichtspunten een indicatie zijn van werken in loondienst. Zelfs als het externe ondernemerschap van een individuele werkende een contra-indicatie van werken in loondienst zou opleveren, kan er voor deze opdracht dus nog altijd een nadrukkelijk risico op schijnzelfstandigheid zijn.
Inhuur bij overheid
Elke overheidsorganisatie is verantwoordelijk voor de eigen inhuur van personeel en dus ook voor het tegengaan van schijnzelfstandigheid, zo dus ook de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).
Als voor een bepaalde (categorie) inhuuraanvraag het risico op schijnzelfstandigheid als groot wordt beoordeeld, kiest UHT ervoor om voor die specifieke categorie inhuuraanvragen geen zzp’ers in te huren.
Zelfs als het externe ondernemerschap van een individuele werkende een contra-indicatie van werken in loondienst zou opleveren, kan er voor deze inhuuraanvraag dus nog altijd een nadrukkelijk risico op schijnzelfstandigheid zijn. De uitspraak van de Hoge Raad geeft geen aanleiding om deze werkwijze aan te passen.
Wetsvoorstel Vbar
Er vindt op dit moment afstemming plaats over het vervolg van het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). De Tweede Kamer wordt daarover spoedig geïnformeerd.

