De minister is niet bekend met de kritiek van de Raad van State op de webmodule. De Raad van State is eerder wel kritisch geweest op de webmodule in het kader van het wetsvoorstel beschikking geen loonheffingen (ter vervanging van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR)).
Hulpmiddel
De huidige webmodule is een hulpmiddel bij de beoordeling van arbeidsrelaties. De webmodule is een laagdrempelig instrument voor opdrachtgevers om een indicatie te krijgen of bepaalde werkzaamheden zich ervoor lenen door een zelfstandige te worden gedaan, of dat er gezien de feiten en omstandigheden sprake lijkt van een dienstbetrekking. Aan deze indicatie kan geen zekerheid worden ontleend. Dit heeft twee redenen:
- In de praktijk moet daadwerkelijk conform de beantwoording worden gewerkt.
- In een standaard instrument, zoals de webmodule, kan nooit met alle feiten en omstandigheden rekening worden gehouden. Het is aan opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf om een juiste beoordeling te maken.
De webmodule kan hierbij behulpzaam zijn. Enerzijds doordat de feiten en omstandigheden worden uitgevraagd die in ieder geval relevant zijn bij de toetsing van een arbeidsrelatie. Anderzijds doordat bij de indicatie de puntenuitslag wordt gegeven en de weging openbaar is zodat inzichtelijk is hoe de arbeidsrelatie op een juiste manier kan worden vormgegeven.
Indicatie, geen zekerheid
Ook zal duidelijk(er) worden dat sommige arbeidsrelaties zich er niet voor lenen om door zelfstandigen te worden gedaan. Omdat de webmodule een hulpmiddel is bij de beoordeling van arbeidsrelaties en er geen zekerheid aan ontleend kan worden, betekent het ook dat de uitkomst van de webmodule juridisch niet houdbaar is in een geschil met de Belastingdienst.
Vragen m.b.t. Deliveroo-arrest
De webmodule vraagt de elementen uit die belangrijk zijn om een arbeidsrelatie te kwalificeren. Daaronder vallen ook de elementen uit het Deliveroo arrest. Hieronder wordt voor de standaard vragenlijst aangegeven welke vragen betrekking hebben op de elementen uit het Deliveroo-arrest
- De aard en duur van de werkzaamheden (vragen 1.5, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.17 en 2.25 in de webmodule).
- De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald (vragen 2.15, 2.22, 2.24 en 2.28 in de webmodule).
- De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht (vragen 2.14, 2.16, 2.18, 2.19, 2.20, 2.23, 2.27, 2.31 in de webmodule).
- Het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren (vragen 2.11 en 2.12 in de webmodule).
- De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen (vraag 2.1 in de webmodule).
- De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd (vragen 2.2, 2.3 en 2.4 in de webmodule).
- De hoogte van deze beloningen (vraag 2.21 in de webmodule).
- De vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt (vragen 2,26, 2.29, 2.30, 2.35 en 2.36 in de webmodule).
- Of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen (vragen 2.5, 2.6, 2.32, 2.33, 2.34 in de webmodule).
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de webmodule alle elementen uit het Deliveroo-arrest uitvraagt. Maar aangezien de vragen worden gesteld aan de opdrachtgever, worden slechts beperkt vragen gesteld over het ondernemerschap van de werkende buiten de specifieke arbeidsrelatie om.
Prejudiciële vragen aan Hoge Raad over Uber en FNV
Er zijn prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld in een zaak tussen Uber en FNV. Daarin wordt specifiek gevraagd hoe zwaar het ondernemerschap van de werkende moet meewegen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie.
Naar aanleiding van die uitspraak wordt bezien in hoeverre hier meer aandacht voor moet zijn in de webmodule. Tegelijkertijd neemt het kabinet feedback op de webmodule altijd ter harte en bekijkt het of de webmodule is te verbeteren.
Aan de webmodule kan ook geen zekerheid worden ontleend. De webmodule geeft een indicatie of bepaalde werkzaamheden zich ervoor lenen door een zelfstandige te worden gedaan, of dat er gezien de feiten en omstandigheden sprake lijkt van een dienstbetrekking.
Aanpassingen in webmodule
Doorlopend wordt bezien in hoeverre de webmodule aangepast moet worden aan de feedback die op de webmodule wordt ontvangen. Ook de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad zal worden verwerkt in de webmodule als de uitkomst van de beslissing niet strookt met de webmodule. De prejudiciële beslissing van de Hoge Raad zal immers bepalen of en zo ja hoe zwaar de criteria van het ondernemerschap van de werkende (buiten de specifieke arbeidsrelatie om) moeten meewegen in de indicatie die de webmodule afgeeft.
Niet bij inhuur rechtspersoon
Om de realiteitswaarde van een rechtspersoon te kunnen beoordelen, is een uitgebreid onderzoek nodig naar de rechtspersoonsvorm en de werkzaamheden van degene die wordt ingehuurd. Daar is de webmodule niet geschikt voor. Daarom kan de webmodule bij inhuur van een rechtspersoon niet gebruikt worden.
Ook andere manieren
De webmodule is een hulpmiddel bij het kwalificeren van arbeidsrelaties, maar het is ook mogelijk dit op andere manieren te doen. In geval er bij een inhuuropdracht sprake is van (een kans op) schijnzelfstandigheid moet vervolgens worden bekeken hoe de arbeidsrelatie moet worden aangepast (anders vormgeven van de wijze waarop de opdracht wordt uitgevoerd dan wel een ander type contract aangaan). Mede naar aanleiding van de motie Boon wordt gekeken naar mogelijkheden om de aanpak van schijnzelfstandigheid nog steviger bij de verschillende Rijksdiensten onder de aandacht te brengen.
Proces voor elke inhuursituatie
De Belastingdienst als werkgever/belastingplichtige heeft al jaren een beoordelings- en besluitvormingsproces ingericht voor elke inhuursituatie en voor elke verlengingssituatie van een zelfstandige. Een toets op mogelijke schijnzelfstandigheid is integraal onderdeel van het inhuurproces en omvat onder meer procesinstructies en ook een gedetailleerd afwegingskader ‘risico op schijnzelfstandigheid’ en wordt volledig toegespitst op de betreffende specifieke inhuursituatie.
Verschil ondernemerscheck en webmodule
De ondernemerscheck en de webmodule hebben niet hetzelfde doel.
De ondernemerscheck is bedoeld voor de ondernemer om na te gaan of hij aan alle voorwaarden voldoet om ondernemer te zijn voor de inkomstenbelasting.
De webmodule is bedoeld voor opdrachtgevers om na te gaan of een opdracht kan worden uitgevoerd buiten dienstbetrekking of dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst. Het gaat daarbij om de beoordeling van een specifieke arbeidsrelatie. Het is mogelijk dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting ondernemer is maar daarnaast voor een specifieke opdracht bij een opdrachtgever in loondienst is.
Zelfstandig ondernemer of werknemer?
Het kan wel zo zijn dat uit de ondernemerscheck komt dat iemand kwalificeert als zelfstandig ondernemer, terwijl de webmodule oordeelt dat als deze persoon wordt ingehuurd voor een specifieke opdracht er sprake lijkt van een dienstbetrekking. Dat is het geval als in de specifieke opdracht sprake is van arbeid, loon en werken in dienst van een ander.
Als voorbeeld kan worden gedacht aan een zelfstandig schilder die daarnaast als docent werkt op een middelbare school. De schilder kan weliswaar kwalificeren als ondernemer volgens de ondernemerscheck, maar in de relatie met de middelbare school kan sprake zijn van een dienstbetrekking. Ook kan het zo zijn dat deze zelfstandige schilder zich laat inhuren door een schildersbedrijf, maar dat er bij deze specifieke opdracht duidelijk sprake is van het werken in dienst van het schildersbedrijf.
Ook in dat geval is er sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de schilder en het schildersbedrijf. In dat geval is de indicatie van de webmodule leidend als het gaat om de kwalificatie van de specifieke arbeidsrelatie.
Voorbeelden uit conceptwet Vbar
Vindt u het verstandig om in de keuzehulp voorbeelden te gebruiken uit de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR)?
De conceptwet Vbar betreft een verduidelijking van wet- en regelgeving en jurisprudentie. De voorbeelden die worden gebruikt, vragen derhalve een soortgelijke beoordeling op dit moment als na inwerkingtreding van het wetsvoorstel Vbar. Het aantal voorbeelden in de communicatie zal bovendien de komende tijd worden aangevuld, om zoveel mogelijk sectoren en beroepsgroepen te bedienen.
Handhaven op basis van huidige wet- en regelgeving
De Belastingdienst handhaaft op basis van de huidige wet- en regelgeving en houdt geen rekening met toekomstige wetsvoorstellen. Zoals duidelijk vermeld bij de keuzehulp, biedt deze geen zekerheid. Het geeft een globale inschatting en kan door partijen gebruikt worden om het gesprek aan te gaan over het juiste contract.
In gesprek met
Het kabinet is in gesprek met diverse branches, sectoren, met vertegenwoordigers van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en met zzp’ers om hen zoveel mogelijk te ondersteunen bij de beoordeling van arbeidsrelaties. Feedback op de publiekscommunicatie, de keuzehulp en de webmodule nemen we daarbij ter harte.
Kritiekpunten webmodule
Ten aanzien van de webmodule is de voornaamste kritiek dat de kenmerken van het ondernemerschap van de werkende buiten de specifieke arbeidsrelatie onvoldoende worden uitgevraagd. Verder vindt een deel van de gebruikers de invultijd te lang.
Een ander punt van kritiek op de webmodule is dat het aandeel dat na volledige beantwoording van de vragen de indicatie krijgt dat geen oordeel gegeven kan worden te groot is. Dit aandeel is sinds de introductie van de webmodule redelijk stabiel en ligt rond de 30%. Het gaat daarbij om situaties waarin de antwoorden zowel wijzen op elementen van werken in dienstbetrekking als wel op elementen van werken als zelfstandige.
Maar groot deel tevreden
Uit de feedback van gebruikers van de webmodule blijkt echter ook dat een groot deel tevreden is over (het gebruik van) de webmodule. Van de gebruikers die de enquêtevragen hebben ingevuld geeft circa 85% een voldoende (6 of hoger). De helft hiervan geeft de webmodule een 8 of hoger.
Antwoorden op Kamervragen over de webmodule beoordeling arbeidsrelaties