
De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS is één van de grootste periodieke onderzoeken naar de werksituatie van werknemers in Nederland bekeken door de ogen van werknemers. Eind 2021 is de zeventiende enquête uitgevoerd. De vragenlijst is door bijna 50.000 werknemers ingevuld. In deze resultaten in vogelvlucht geeft TNO een eerste indruk van de resultaten.
De inhoud is als volgt:
- Werktijden
- Flexibilisering
- Fysieke belasting
- Veiligheid
- Psychosociale Arbeidsbelasting
- Omgangsvormen
- Gezondheid en verzuim
- Functioneren en duurzame inzetbaarheid
- Loopbaan en ontwikkeling
- Arbodienstverlening
- Tevredenheid, arbeidsvoorwaarden en vakbondslidmaatschap
- Resultaten in tabelvorm
1 Werktijden
Een groot aantal werknemers werkt soms of regelmatig buiten kantooruren. Zo werkte in 2021 17% van de werknemers in de NEA soms of gewoonlijk in ploegendienst en had 30% wel eens diensten waarbij zij bereikbaar, beschikbaar of oproepbaar moeten zijn. Verder werkte 51% wel eens ’s avonds, 14% wel eens ’s nachts, 52% wel eens op zaterdag en 39% wel eens op zondag.
In de horeca kwam dit het vaakst voor. In deze sector werkte 78% weleens ’s avonds, 85% weleens op zaterdag en 79% weleens op zondag. ’s Nachts werken kwam het meest voor in het vervoer (37%) gevolgd door de zorg (21%).
In 2021 werkte 71% van de werknemers in Nederland wel eens over en 29% deed dat zelfs regelmatig. In de zorg (76%), het vervoer en het onderwijs werd het meest overgewerkt (beide 75%), in het openbaar bestuur het minst (66%).
2 Flexibilisering
Uit cijfers van het CBS blijkt dat 33% van de werknemers in 2021 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd had of een flexibel aantal uren per week werkte. Hiermee bleef het percentage werknemers met een flexibele arbeidsrelatie gelijk na een relatief sterke daling tussen 2019 en 2020.
De twee belangrijkste redenen voor het hebben van een flexibele arbeidsrelatie waren dat men nieuw was bij de huidige werkgever (44%) of dat men behoefte had aan flexibiliteit (35%).
Met name jonge werknemers tussen de 15 en 25 jaar (58%), ouderen tussen de 65 en 75 jaar (54%) en werknemers in de landbouw en de horeca (62% en 55%) gaven aan behoefte te hebben aan flexibiliteit.
In 2021 gaf 5% van de werknemers aan een tweede baan als werknemer te hebben, en 5% was naast hun werk als werknemer ook als zelfstandige werkzaam. Als belangrijkste reden voor het hebben van meerdere banen werd de afwisseling in werkzaamheden of contacten (24%) het vaakst genoemd.
3 Fysieke belasting
In 2021 deed 38% van alle werknemers fysiek belastend werk. Dat betekent: regelmatig veel kracht zetten, werken in een ongemakkelijke houding, veel herhalende bewegingen maken of werken met trillend gereedschap of trillende voertuigen. Dit percentage is even hoog als in 2020.
Van alle vormen van fysieke belasting komt het maken van herhalende bewegingen het vaakst voor: 29% van alle werknemers in 2021 gaf aan dat regelmatig te doen.
Werknemers werkten in 2021 gemiddeld 4,4 uur per dag aan een beeldscherm voor het werk, zoals een desktop, laptop, notebook, tablet of smartphone. Dit is ten opzichte van 2020 niet veranderd. Ook het deel van de werknemers dat met zes uur of meer per dag langdurig beeldschermwerk verricht, bleef met 45% gelijk.
In 2021 brachten werknemers op een werkdag tijdens het werk gemiddeld 4,6 uur zittend door. Het percentage werknemers dat aangaf 8 uur of meer te zitten tijdens het werk nam ten opzichte van 2019 toe van 21% naar 26%.
In 2021 gaven 2 op de 5 werknemers (40%) aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden last hadden gehad van klachten aan de nek, schouders, armen of handen.
4 Veiligheid
Van alle werknemers in 2021 gaf 13% aan vaak of altijd gevaarlijk werk te moeten doen. Dat is iets meer dan in 2020.
In 2021 werkte, net als in 2020, 17% van de werknemers met gevaarlijke stoffen of mogelijk besmettelijke personen, dieren of materiaal. Dit kwam het vaakst voor in de zorg (28%) en in de horeca (24%).
Een meerderheid van de werknemers in 2021 gaf aan dat medewerkers op hun werk informatie krijgen over hoe veilig en gezond te werken (71%), men zich op hun werk houdt aan de regels over veilig en gezond werken (69%), hun leidinggevende er alles aan doet om onveilig en ongezond werk te voorkomen (64%), zij zelf collega’s erop aanspreken als ze onveilig of ongezond werken (64%) en ze het te horen krijgen wanneer ze zelf onveilig of ongezond werken (59%).
In 2021 gaf 2,6% van de werknemers aan in het afgelopen jaar betrokken te zijn geweest bij een arbeidsongeval dat lichamelijk letsel of geestelijke schade tot gevolg had.
5 Psychosociale arbeidsbelasting
Onder psychosociale arbeidsbelasting (PSA) verstaan we onder meer kwantitatieve taakeisen, autonomie, emotionele belasting en de moeilijkheidsgraad van het werk4. Een zware belasting kan tot burn-outklachten leiden. Twee belangrijke aspecten daarin zijn taakeisen en autonomie. Het hebben van zowel hoge taakeisen als lage autonomie – oftewel het hebben van een high-strain job – kan leiden tot een hoge werkdruk. In 2021 nam het percentage hoge taakeisen toe en de mate van autonomie af. Daaruit volgend nam ook het aantal high-strain jobs toe, van 15 naar 18%.
Ruim 11% had in 2021 emotioneel zwaar werk, iets meer dan in het voorgaande jaar.
Het percentage werknemers dat burn-outklachten (psychische vermoeidheid door het werk) ervaarde is na een daling in 2020 weer gestegen naar het niveau van 2019, namelijk 17%. In 2021 gaf 42% van de werknemers aan dat er (aanvullende) maatregelen nodig zijn ten aanzien van werkdruk en werkstress en 18% wenste (aanvullende) maatregelen als het gaat om emotioneel zwaar werk.
In 2021 gaf 9% aan een werk-privé disbalans te ervaren.
6 Omgangsvormen
Werknemers kunnen tijdens hun werk zowel positieve als negatieve ervaringen hebben met collega’s, leidinggevenden, klanten of patiënten. Bij ongewenst gedrag op het werk kan het bijvoorbeeld gaan om ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Bijna een kwart (23%) van de werknemers gaf in 2021 aan een enkele keer of vaker te maken hebben gehad met ongewenst gedrag door externen (zoals klanten, patiënten, leerlingen of passagiers).
Intern ongewenst gedrag vindt plaats door collega’s of leidinggevenden en kwam in 2021 voor bij 13% van alle werknemers.
In 2021 werd bijna 8% van de werknemers naar eigen zeggen gediscrimineerd op het werk.
Van alle werknemers had 28% in 2021 een conflict op het werk met collega’s, de direct leidinggevende of de werkgever.
In 2021 ervaarde 97% van de werknemers vaak of altijd sociale steun van collega’s. 88% van de werknemers ervaarde sociale steun van de leidinggevende.
7 Gezondheid en verzuim
Bijna acht op de tien werknemers (79%) hadden in 2021 naar eigen zeggen een goede of zeer goede gezondheid.
Het ziekteverzuimpercentage is het totale aantal ziektedagen van een werknemer, in procenten van het totaal aantal beschikbare werkdagen van diezelfde werknemer in het afgelopen jaar.
In 2021 verzuimden werknemers gemiddeld 8,0 werkdagen.
Evenals in eerdere jaren (2014-2020) was de meest voorkomende klacht van het laatste verzuimgeval waarmee werknemers in 2021 verzuimden griep of verkoudheid. Van alle werknemers verzuimde 30% vanwege dergelijke klachten. Op gepaste afstand, met 6% van alle werknemers, volgen psychische klachten, waaronder overspannenheid en burn-out.
Bij 10% van de werknemers in 2021 waren de gezondheidsklachten voor het ziekteverzuim naar eigen zeggen hoofdzakelijk het gevolg van het werk.
8 Functioneren en duurzame inzetbaarheid
In 2021 waren werknemers in Nederland van mening dat ze een hoge inzetbaarheid hebben. Dit wil zeggen dat zij gemakkelijk kunnen voldoen aan de eisen van het werk en dat zij ook gemakkelijk ander werk zouden kunnen krijgen al dan niet bij de huidige werkgever.
In 2021 was de gemiddelde leeftijd tot wanneer werknemers willen doorwerken 62,3 jaar.
Werknemers is gevraagd onder welke omstandigheden zij langer zouden willen doorwerken. Het meest gekozen antwoord is ‘minder uren of minder dagen per week werken’ (48%) gevolgd door ‘lichter werk’ (22%) en ‘als stoppen financieel onaantrekkelijker wordt’ (21%).
In 2021 zijn enkele vragen gesteld over de waarde die werknemers hechten aan hun werk. Werknemers bleken meer waarde aan privézaken te hechten. Bijna 73% gaf aan dat zij graag meer tijd zouden besteden aan andere dingen dan betaald werk als geld geen rol zou spelen.
9 Loopbaan en ontwikkeling
In 2021 liep 12% van de werknemers – naar eigen zeggen – risico op baanverlies en maakte 13% zich daar zorgen om.
De wens om van werk te veranderen was in 2021 iets toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar (van 42% naar 44%) maar was nog steeds lager dan voor 2020 toen dit tussen de 45% en 47% lag.
De interne mobiliteit bleef stabiel. Evenals de voorgaande jaren is ongeveer 20% van de werknemers de afgelopen twee jaar van functie veranderd binnen hetzelfde bedrijf.
Promotie en demotie komt bij respectievelijk 18% en 4% van de werknemers voor.
De meeste werknemers (63%) gaven aan dat de aansluiting van kennis en vaardigheden bij het werk goed is.
De meeste leidinggevende (78%) stimuleerden in 2021 de ontwikkeling van de kennis en vaardigheden van werknemers, maar 51% deed dit slechts in beperkte mate.
10 Arbodienstverlening
In 2021 was 22% van de werknemers in de gelegenheid om deel te nemen aan een preventief onderzoek naar de gezondheid of vitaliteit. Ongeveer de helft daarvan deed daar ook daadwerkelijk aan mee.
Van de werknemers gaf 65% aan dat ze de mogelijkheid hebben om een bedrijfsarts te raadplegen. Over het algemeen hadden werknemers vertrouwen in de bedrijfsarts.
Van de werknemers gaf 28% aan dat er verzuimcontrole had plaatsgevonden tijdens hun laatste verzuim en 43% had contact gehad met de huisarts of een specialist.
11 Tevredenheid, arbeidsvoorwaarden en vakbondlidmaatschap
Evenals in 2020 was in 2021 79% van de werknemers (zeer) tevreden met het werk.
Ruim driekwart (77%) van de werknemers was in 2021 (zeer) tevreden met de arbeidsomstandigheden.
Een groot deel van de werknemers is (zeer) tevreden met de arbeidsvoorwaarden. De top-3 arbeidsvoorwaarden waar werknemers in 2021 het meest tevreden over waren, zijn achtereenvolgens hun dienstverband/contractvorm (94%), werkzekerheid (93%) en dat zij interessant werk doen (92%).
In 2021 gaf 17% van de werknemers aan lid te zijn van een vakbond.
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, Resultaten in vogelvlucht: 2021
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 in vogelvlucht (pdf)