De minister gaat in op de maatregel uit het regeerakkoord om het verdienvermogen van arbeidsongeschikten in de eerste vijf jaar na werkhervatting niet meer te herbeoordelen. Daarnaast informeert hij over de uitkomst van de gesprekken die hij met UWV heeft gevoerd over de verschillen in doorstroom tussen WGA en IVA die bestaan tussen werknemers en vangnetters.
Ook meldt hij een wijziging in de publicatie van de WGA instroomcijfers. Tot slot gaat hij in op de invloed van de beheersing van de Nederlandse taal op de WIA-claimbeoordeling.
1 Maatregel vijf jaar niet herbeoordelen
In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ is de maatregel opgenomen om bij WIA-gerechtigden in de eerste vijf jaar na het aanvaarden van een baan niet te toetsen of hun verdienvermogen is gewijzigd. Doel van deze maatregel was het wegnemen van een drempel voor werkhervatting en van onzekerheid over het mogelijke verlies van het recht op een WIA-uitkering in geval van baanverlies.
In de uitwerking van de maatregel is opgenomen dat het verkrijgen van inkomsten uit arbeid in de eerste vijf jaar na het aanvaarden van een baan geen aanleiding kan geven voor een herbeoordeling. Indien er een andere aanleiding is om een herbeoordeling in te zetten, zoals een wijziging in de sociaal-medische situatie, dan zou UWV wel kunnen overgaan tot het verrichten van een herbeoordeling. Hiermee zou de mogelijkheid blijven bestaan om, als de medische situatie van uitkeringsgerechtigden binnen vijf jaar na werkhervatting verslechtert of verbetert, de hoogte van hun WIA-uitkering hierop aan te passen.
In de uitvoeringstoets op de maatregel die op basis van deze uitgangspunten is uitgewerkt, heeft UWV aangegeven dat het voorstel weliswaar technisch uitvoerbaar is, maar niet het beoogde effect bereikt, niet klantgericht is en bovendien zeer ingewikkeld. Doordat de grondslag voor herbeoordeling bij wijziging van de sociaal-medische situatie blijft bestaan, zou het herbeoordelingsbeleid van UWV onbegrijpelijk en onuitlegbaar worden.
Uitkeringsgerechtigden zouden onzekerheid blijven ervaren over hun financiële toekomst. De maatregel ‘vijf jaar niet herbeoordelen’ bereikt daardoor volgens UWV niet het beoogde effect van werkhervatting of urenuitbreiding voor WIA-gerechtigden.
Gelet op de gevolgen die UWV schetst, heeft de minister besloten de uitwerking van het wetsvoorstel te beëindigen.
Omdat het belangrijk is dat WIA-uitkeringsgerechtigden zo min mogelijk drempels ervaren om in passend werk te hervatten, blijft Koolmees met UWV in gesprek om alternatieven te zoeken die eenzelfde doel beogen als ’vijf jaar niet herbeoordelen’. De vervolgstappen naar aanleiding van die verkenning zijn aan een volgend kabinet.
2 Doorstroom WGA naar IVA
Lange tijd heeft de activerende dienstverlening aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten sterk onder druk gestaan door bezuinigingstaakstellingen. Vanaf 2017 vallen de ingestroomde WGA-uitkeringsgerechtigden onder het nieuwe dienstverleningsmodel, waarbij er jaarlijks minimaal eenmaal (gemiddeld tweemaal) contact is tussen UWV en WGA-uitkeringsgerechtigden. Dit biedt de
mogelijkheid om in te kunnen schatten wanneer sprake is van een verandering in de situatie van een uitkeringsgerechtigde.
Het beleid van UWV is dat er een professioneel overleg plaatsvindt tussen een arbeidsdeskundige van het UWV WERKbedrijf en een verzekeringsarts van SMZ zodra er in het kader van de WGA-dienstverlening signalen zijn van een verandering van functionele mogelijkheden waardoor mogelijk een herbeoordeling moet plaatsvinden. Uitkomst van dit gesprek kan zijn dat een herbeoordeling wordt aangevraagd voor de betreffende cliënt. Door deze intensievere WGA-dienstverlening verwacht de minister dat het verschil tussen werknemers en vangnetters op dit punt steeds kleiner zal worden. Wel denkt hij dat er vooralsnog een verschil tussen beide groepen blijft bestaan. UWV kan nu namelijk niet alle herbeoordelingen uitvoeren die UWV zou willen uitvoeren vanwege de mismatch tussen vraag en aanbod van sociaal-medische dienstverlening.
Het is daarom van groot belang dat we maatregelen nemen om de mismatch tussen vraag en aanbod van sociaal-medische dienstverlening aan te pakken. Eerder heeft de minister toegelicht hoe hij dit wil doen.
Het is wel belangrijk om op te merken dat er geen enkel verschil bestaat in de aanvraagmogelijkheden voor een herbeoordeling tussen werknemers en vangnetters zelf. Beiden kunnen altijd wijzigingen doorgeven wanneer hun (medische) situatie daartoe aanleiding geeft, en verzoeken om een herbeoordeling. Er is ook geen verschil in prioritering tussen de vraaggestuurde
herbeoordeling van een werknemer of van een vangnetter.
Als de maatregelen op het gebied van sociaal-medisch beoordelen zijn geïmplementeerd, zal Koolmees onderzoeken hoe het verschil in doorstroom tussen werknemers en vangnetters zich heeft ontwikkeld.
3 Instroomcijfers
Ieder jaar publiceert UWV voor werkgevers met meer dan 250 werknemers het WGA-instroompercentage. Dit percentage geeft aan hoeveel werknemers van die werkgever in het voorgaande kalenderjaar recht heeft gekregen op een WGA-uitkering. Daarmee geeft het instroomcijfer de werkgever inzicht in het resultaat van zijn inspanningen op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Dit kan als basis dienen om het preventie-, arbo-, verzuim- en re-integratiebeleid te verbeteren.
Persoonsgegevens
UWV heeft een proces ingericht waarbij de betreffende werkgevers voorafgaand aan publicatie een brief ontvangen, waarin hun WGA-instroomcijfers worden vermeld. UWV stuurt als bijlage bij de brief ook een specificatie mee van de werknemers van die werkgever, die zijn ingestroomd in de WGA. In deze bijlage zijn persoonsgegevens van de betreffende werknemers opgenomen (BSN,
geslacht en geboortedatum). Op basis van deze bijlage kan de werkgever gericht toetsen of UWV het WGA-instroomcijfer juist heeft berekend en indien nodig door UWV laten corrigeren.
Het is, gelet op het huidige juridische kader voor het verwerken van persoonsgegevens, niet meer mogelijk om de bijlage met persoonsgegevens te verstrekken. Omdat het zonder persoonsgegevens voor werkgevers niet mogelijk is om hun eigen instroomcijfers te controleren, is de bewindsman van plan om in het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2022, dat nu wordt voorbereid, te regelen dat het WGA-instroompercentage niet langer wordt gepubliceerd.
In 2021 worden de instroomcijfers nog wel gepubliceerd, omdat dit nu nog wettelijk verplicht is. UWV zal daarbij de bijlage met persoonsgegevens niet meer verstrekken.
Premiedifferentiatie
Als gevolg van deze voorgenomen wijziging hebben werkgevers geen inzicht meer in het resultaat van hun inspanningen op het gebied van arbeidsongeschiktheid op premiedifferentiatie en eigenrisicodragerschap geprikkeld worden om hun ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk te beperken. Daarbij hebben ze voor de premiedifferentiatie de mogelijkheid om te controleren of de lasten juist zijn toegerekend. In die systematiek brengt de minister geen wijzigingen aan. Een werkgever houdt dus inzicht in de instroom in de WGA vanuit zijn organisatie.
4 Nederlandse taalbeheersing in WIA
Mondelinge beheersing van de Nederlandse taal is in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten aangemerkt als een bekwaamheid die algemeen gebruikelijk is en binnen zes maanden kan worden verworven. Hiermee wordt voorkomen dat iemand arbeidsongeschikt wordt vanwege het niet beheersen van de Nederlandse taal, terwijl dit binnen korte tijd op voldoende niveau te leren is. Toch komt het voor dat iemand die de Nederlandse taal niet of slechts beperkt beheerst, toch een hogere WIA-uitkering krijgt toegekend dan wanneer hij of zij de Nederlandse taal volledig zou beheersen.
Uit de beoordelingssystematiek arbeidsongeschiktheid volgt dat, indien een opleidingsniveau 2 of hoger (voltooid basisonderwijs) wordt vastgesteld, het mogelijk is dat er geen functieduiding kan plaatsvinden door het niet beheersen van de Nederlandse taal. Dat is niet wenselijk. Daarom heeft Koolmees bekeken hoe met de beheersing van de Nederlandse taal in de WIA–dienstverlening om kan worden gegaan.
Het UWV investeert dit jaar in de kennis bij UWV-professionals over de inzet van scholing bij re-integratie van mensen met een arbeidsbeperking. De inzet van Nederlandse taaltrainingen is toegevoegd aan het scholingsaanbod, zodat in de re-integratiedienstverlening op basis van maatwerk taaltrainingen ingezet kunnen worden om de kans op werkhervatting te vergroten.
CBBS
Daarnaast heeft de minister met UWV onderzocht of het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) voldoende functies bevat waarvoor onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal geen belemmering is. Als iemand de Nederlandse taal niet beheerst, kunnen bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling functies waarvoor geen opleiding of een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is, alsnog geduid worden.
Op basis van de analyse van UWV concludeert Koolmees dat uitbreiding van het aantal functies op niveau 1 niet zinvol is. Op dit niveau bestaan er namelijk vrijwel alleen functies met fysiek belastende werkzaamheden.
Voor de hogere functieniveaus wordt “voldoende beheersing van de Nederlandse taal binnen zes maanden” niet verondersteld. Koolmees vindt dat ook niet wenselijk, omdat dergelijke functies vaak niet uit te voeren zijn zonder voldoende beheersing van de Nederlandse taal.
Het is lastig – zo niet ondoenlijk – om voor elke taal te borgen dat er op alle functieniveaus functies in het CBBS zitten.
Kamerbrief over ontwikkelingen Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)