Daarnaast komt het structureel maken van de LKV doelgroep banenafspraak aan de orde evenals het verruimen van de voorwaarden van de LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.
De nota naar aanleiding van het verslag van het Voorstel van wet tot wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein om het lage-inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen is naar de Tweede Kamer gestuurd.
Wat gaat er wijzigen?
Het kabinet vindt dat een vereenvoudiging van het stelsel wenselijk is. Op verschillende terreinen worden hiertoe stappen gezet. Dat geldt ook voor de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl).
Het afschaffen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) en de stapsgewijze afschaffing van het LKV oudere werknemer betreft een vermindering van het aantal regelingen, waardoor het stelsel eenvoudiger wordt. Daarnaast is in het wetsvoorstel Wet Banenafspraak een aantal maatregelen opgenomen om specifiek het LKV doelgroep banenafspraak te vereenvoudigen.
Het gaat om het afschaffen van het doelgroepverklaring voor het aanvragen van het LKV doelgroep banenafspraak en het structureel maken van het LKV doelgroep banenafspraak. Ook wordt de doelgroep van het LKV doelgroep banenafspraak gelijkgetrokken met de doelgroep van de banenafspraak. Deze maatregelen dragen op korte termijn ook bij aan een vereenvoudiging van de Wtl en zorgen voor een substantiële vermindering van de administratieve lasten voor werkgevers.
Het kabinet verwacht dat het afschaffen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) en de stapsgewijze afschaffing van het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer niet zullen leiden tot substantiële werkgelegenheidseffecten. Het kabinet zal de gevolgen van het afschaffen van het LIV in 2025 en het LKV ouderen in 2026 voor de werkgelegenheid van ouderen en mensen aan de basis van de arbeidsmarkt monitoren.
Doelgroepverklaring vereist
De loonkostenvoordelen worden niet automatisch uitgekeerd. Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen is voor alle groepen een doelgroepverklaring vereist. Ook dient de werkgever in de aangifte loonheffingen bij de Belastingdienst aan te geven dat hij een loonkostenvoordeel voor een werknemer wil ontvangen. Vervolgens wordt een boekjaar later de tegemoetkoming uitgekeerd aan de werkgever.
Geen doelgroepverklaring meer voor LKV doelgroep banenafspraak
Hierbij moet worden opgemerkt dat de regering van plan is de doelgroepverklaring voor het loonkostenvoordeel (LKV) doelgroep banenafspraak af te schaffen. Een doelgroepverklaring is dan niet meer nodig om in aanmerking te komen voor het LKV doelgroep banenafspraak. Werkgevers kunnen in het doelgroepregister zien welke werknemers tot de doelgroep behoren. Deze wijziging is onderdeel van het wetsvoorstel Wet banenafspraak dat op 17 oktober 2023 aan de Tweede Kamer is aangeboden.
LIV automatisch uitgekeerd
In tegenstelling tot de loonkostenvoordelen, wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) wel automatisch uitgekeerd. UWV berekent op basis van reeds bij UWV bekende gegevens jaarlijks voor welke werknemers werkgevers LIV kunnen ontvangen. De werkgever hoeft dit niet aan te vragen.
LKV oudere werknemer afschaffen per 2026
Vanwege de beperkte doelmatigheid en doeltreffendheid van specifiek het LKV oudere werknemer heeft het kabinet in de voorjaarsnota 2023 besloten bij wetsvoorstel voor te stellen dit loonkostenvoordeel af te schaffen per 2026.
De regering stelt met dit wetsvoorstel voor het LKV oudere werknemer stapsgewijs af te schaffen. Dit betekent dat voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024 de bedragen van het LKV oudere werknemer worden verlaagd per 1 januari 2025 naar € 1,35 per uur (is nu € 3,05) met een maximum van € 2.600 per jaar (is nu € 6.000). Voor werkgevers betekent dit dat zij in 2025 te maken krijgen met een lager bedrag aan LKV oudere werknemer en dat vanaf 2026 het loonkostenvoordeel voor hen helemaal vervalt.
De regering probeert de eventuele negatieve gevolgen van de stapsgewijze afschaffing te verzachten door overgangsrecht te hanteren voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024. Dat betekent dat werkgevers voor deze dienstbetrekkingen niet te maken krijgen met een verlaging en afschaffing van het LKV oudere werknemer. Zij houden voor maximaal drie jaar recht op dit loonkostenvoordeel met de huidige bedragen.
Afschaffen lage-inkomensvoordeel
De uitgaven aan het LIV bedragen in 2024 € 491,9 mln. (uitbetaling over 2023) en in 2025 € 333,7 mln. (uitbetaling over 2024). Vanaf 2026 zijn er op de SZW Begroting geen bedragen meer opgenomen voor het LIV, omdat in dit wetsvoorstel wordt voorgesteld om het LIV per 2025 af te schaffen. Indien de afschaffing van het LIV geen doorgang vindt, leidt dit vanaf 2026 jaarlijks tot extra uitgaven van circa € 360 mln.
Vanaf 2025 hebben werkgevers geen recht meer op LIV. Dat betekent dat in 2026 voor het laatst LIV wordt uitbetaald. De Belastingdienst is van plan in 2031 het LIV definitief uit de systemen van de Belastingdienst te halen.
Naast het LIV en de loonkostenvoordelen zijn ook instrumenten voor het compenseren van verminderde loonwaarde, zoals loonkostensubsidie en loondispensatie en de no-risk polis, gebaseerd op het loonniveau van de werknemer. Loonkostensubsidie en loondispensatie bewegen mee met de ontwikkelingen van de loonkosten voor de werkgever op minimumloonniveau.
Mogelijk cadeau-effect
De Algemene Rekenkamer heeft in een rapport van 2020 haar zorgen geuit over een mogelijk cadeau-effect dat kan spelen bij het lage-inkomensvoordeel (LIV). Dit cadeau-effect ontstaat doordat werkgevers het LIV niet hoeven aan te vragen, maar automatisch krijgen uitbetaald als ze werknemers in dienst hebben die aan de voorwaarden van het LIV voldoen. Hierdoor zal een deel van de werkgevers geen rekening houden met het bestaan van het LIV bij de beslissing om een werknemer in dienst te nemen. Het cadeau-effect zou kleiner gemaakt kunnen worden door van werkgevers te vragen dat ze het LIV moeten aanvragen. Het kabinet is hier echter geen voorstander van omdat dit onnodige administratieve lasten met zich meebrengt voor werkgevers.
Afgesproken: LIV afschaffen en geen LKV voor jongeren
Het kabinet heeft de afgelopen jaren diverse alternatieven verkend. Met werkgevers is afgesproken om het LIV om te vormen tot een loonkostenvoordeel specifiek gericht op jongeren met een (potentieel) kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Naast een loonkostenvoordeel voor jongeren is ook afgesproken om het huidige loonkostenvoordeel (LKV) doelgroep banenafspraak structureel te maken (in plaats van nu maximaal drie jaar) en beschikbaar te stellen voor mensen die werkgevers al in dienst hebben. Daarnaast is een compensatie afgesproken voor werkgevers van mensen die werken op een beschutte werkplek en voor mensen met een indicatie op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) die werken binnen een sociaal ontwikkelbedrijf.
In het coalitieakkoord van Rutte IV is vervolgens afgesproken het LIV af te schaffen en het alternatieve instrument, het loonkostenvoordeel voor jongeren, niet in te voeren.
LKV tijdens loondoorbetaling bij ziekte
Gedurende de periode van loondoorbetaling bij ziekte loopt het loonkostenvoordeel door zolang een werkgever aan de voorwaarden voor het recht op LKV voldoet, dus ook wanneer een werkgever onvoldoende inspanningen verricht. Het loonkostenvoordeel is geen instrument om werkgevers te houden aan de verplichtingen die gelden bij loondoorbetaling bij ziekte.
LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
Er zijn de afgelopen jaren verschillende signalen van werkgevers en de uitvoering binnengekomen, waaruit blijkt dat het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer niet in alle situaties op de beoogde manier werkt.
Voorwaarden verruimen
Onderdeel van het wetsvoorstel is daarom om de voorwaarden voor het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer te verruimen.
In de nieuwe vormgeving heeft een werkgever ook recht op dit loonkostenvoordeel als de werknemer in de wachttijd van de WIA zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij dezelfde werkgever gaat werken. Het gaat daarmee niet om een extra voordeel, maar om het creëren van een gelijker speelveld met de werkgever die iemand met een WIA-uitkering in dienst neemt.
Overgangsrecht
Het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht voor de uitbreiding van het recht op het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. Als de werknemer vóór de inwerkingtreding van dit onderdeel van het wetsvoorstel tijdens de wachttijd het eigen werk gedeeltelijk heeft hervat of geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij dezelfde werkgever is gaan werken en het recht op WIA-uitkering is aangevangen op of na de datum van inwerkingtreding van dit onderdeel van het wetsvoorstel, gelden de nieuwe verruimde voorwaarden van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. Bepalend voor het van toepassing zijn van de nieuwe voorwaarden is dus de aanvangsdatum van het recht op WIA-uitkering, die overeenkomt met de einddatum van de wachttijd. De regering ziet geen reden waarom deze grens juridisch niet houdbaar is.
LKV doelgroep banenafspraak structureel maken
In het wetsvoorstel Wet banenafspraak dat op 17 oktober 2023 aan de Tweede Kamer is aangeboden is het structureel maken van het LKV doelgroep banenafspraak opgenomen. Dit betekent dat werkgevers recht krijgen op het LKV doelgroep banenafspraak voor alle werknemers uit de doelgroep banenafspraak zolang de werknemer in dienst blijft.
Nu kunnen werkgevers vanaf de indiensttreding van de werknemer uit de doelgroep banenafspraak voor maximaal drie jaar LKV doelgroep banenafspraak ontvangen. In het coalitieakkoord Rutte IV is opgenomen dat de middelen van het LKV jongeren elders in het coalitieakkoord worden besteed.
Ook wordt de doelgroepverklaring voor dit loonkostenvoordeel afgeschaft. Tot slot wordt de groep werknemers waarvoor werkgevers recht kunnen hebben LKV doelgroep banenafspraak gelijkgetrokken met de doelgroep van de banenafspraak.
Het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer kost per kalenderjaar maximaal € 6.000. Per verloond uur gaat het om een bedrag van € 3,05.
Het doel van het loonkostenvoordeel (LKV) herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer is om werkgevers te stimuleren mensen met een arbeidsbeperking, specifiek WIA-gerechtigden, in dienst te houden.
Wisseling werkgever
Het kabinet verkent momenteel een oplossing waardoor het recht op loonkostenvoordeel (LKV) arbeidsgehandicapte werknemer en LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer kan doorlopen bij wisseling van werkgever. Gedacht wordt aan een oplossing voor zowel situaties die zien op overgang van onderneming van de werkgever als de situatie waarin de werknemer wisselt van werkgever.
Nota naar aanleiding van het verslag Wetsvoorstel wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein