UWV gebruikt gegevens uit de aangiften loonheffingen over 2023 om te berekenen of de werkgever recht heeft op het loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) of het jeugd-LIV. Controleer de voorlopige berekening Wtl vóór 1 mei 2024.
Voorlopige berekening
In de voorlopige berekening Wtl staat voor welke werknemers en voor welke bedragen de werkgever recht heeft op één of meer loonkostenvoordelen (LKV’s), op het lage-inkomensvoordeel (LIV) of op het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). De berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2023 die je tot en met 31 januari 2024 hebt ingediend.
Correcties uiterlijk 1 mei doorgeven
Klopt de voorlopige berekening Wtl niet door onjuiste gegevens in de aangiften? Dan kun je de aangiften tot en met 1 mei 2024 corrigeren bij de Belastingdienst. Hoe je dat doet staat bij ‘Stap 14 Aangiften corrigeren’ in het Handboek Loonheffingen 2023 op Belastingdienst.nl.
Aanvraag doelgroepverklaring LKV nog in behandeling?
Als de aanvraag van de werknemer voor een doelgroepverklaring LKV op 31 januari 2024 nog in behandeling was, staat dit LKV niet in de voorlopige berekening.
Zodra de doelgroepverklaring LKV wordt toegekend, kun je de indicatie voor het LKV alsnog op ‘ja’ zetten. Dat doe je door uiterlijk 1 mei een correctie door te geven aan de Belastingdienst.
Onjuiste berekening om andere reden
Heb je de aangiften loonheffingen wél juist ingevuld, maar denk je dat de voorlopige berekening niet klopt? Of heb je na 14 maart geen voorlopige berekening ontvangen, terwijl je wel recht denkt te hebben op een tegemoetkoming uit de Wtl? Neem dan zo snel mogelijk contact met UWV op.