Een uitzendbureau mag onder voorwaarden ook in 2022 de lage WW-premie toepassen voor een werknemer die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgt en een arbeidsovereenkomst heeft met uitzendbeding. Dit gold al voor 2021 en 2020.
Voor alle uitzendkrachten die een arbeidsovereenkomst hebben met een uitzendbeding, geldt de hoge WW-premie. Het is namelijk geen overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit geldt ook voor de werknemer die de BBL volgt. Omdat de regelgeving hier onduidelijk over is, mag je voor de BBL-leerling tot en met het jaar 2022 de lage premie gebruiken.
Hoge WW-premie vanaf 2023
Het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) wijzigt op 1 januari 2023 op dit onderdeel. Vanaf dan pas je de hoge WW-premie toe voor een BBL-leerling met uitzendbeding.
Voorwaarden
Je mag de lage WW-premie toepassen tot en met 2022 als het uitzendbureau voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Uit de arbeidsovereenkomst tussen de BBL-leerling en het uitzendbureau blijkt dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan in het kader van een leerwerktraject in de beroepsbegeleidende leerweg, zoals beschreven in de Wet educatie en beroepsonderwijs.
- Het uitzendbureau heeft de ondertekende en gedagtekende praktijkovereenkomst in de administratie opgenomen. Dit geldt ook als het uitzendbureau zelf geen partij is bij de praktijkovereenkomst.
- De praktijkovereenkomst is gedagtekend en ondertekend door alle betrokken partijen. Dit zijn de onderwijsinstelling, de student en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt.
Jonger dan 21 jaar
Als een BBL-leerling jonger is dan 21 jaar en hij heeft maximaal 48 verloonde uren per vierwekenaangifte, of 52 verloonde uren per maandaangifte, is het niet van belang of een uitzendbeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De lage WW-premie blijft voor deze werknemer gelden vanaf 2023.
Verzamelbesluit SZW 2022 van 13 december 2021, Stb. 2021, 629
Bron: Forum Salaris