Het streven is om de nieuwe pensioenwet uiterlijk 1 januari 2023 in werking te laten treden. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen vier jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot 1 januari 2027.
De ministerraad heeft er op voorstel van staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken mee ingestemd om het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen voor advies naar de Raad van State te sturen. De verwachting is dat het wetsvoorstel en het advies van de Raad van State in het voorjaar van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Conceptwetsvoorstel
Het conceptwetsvoorstel is begin 2021 voorgelegd aan heel Nederland met de vraag mee te denken om de wet te verbeteren. Daarnaast hebben de toezichthouders – zoals AFM en DNB en de Belastingdienst – een toets uitgevoerd, en is het College voor de Rechten van de Mens evenals de Raad voor de rechtspraak om advies gevraagd.
Waarom nieuw pensioenstelsel?
Afgelopen jaren is veel veranderd in onze samenleving. Mensen worden steeds ouder. Werknemers werken niet meer hun hele leven bij een werkgever, maar wisselen vaker van baan of gaan ondernemen. Het huidige pensioenstelsel sluit daar onvoldoende op aan.
De pensioenen worden daarnaast al jaren niet verhoogd door onder meer verplichte hoge buffers. De belofte van zekerheid voor de pensioenuitkering in de toekomst wordt lang niet altijd waargemaakt.
Pensioenakkoord
Daarom heeft het kabinet samen met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten met nieuwe afspraken. Deze afspraken zijn uitgewerkt in het voorstel van de Wet Toekomst Pensioenen.
Toekomstbestendig pensioenstelsel
Staatssecretaris Wiersma: “Wij hebben een van de beste pensioenstelsels in de wereld en dat willen we graag zo houden. De nieuwe afspraken in het pensioenakkoord dragen daar aan bij. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat het pensioen waar zij jaren lang voor hebben gewerkt ook goed geregeld is. Met alle betrokken partijen is er de afgelopen periode veel voortgang geboekt bij de uitwerking van het totale pensioenakkoord. Nu het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gaat, zetten we met elkaar een volgende stap om het pensioenstelsel toekomstbestendiger te maken voor alle generaties.”
Transparanter en persoonlijker
De afspraken die zijn uitgewerkt zorgen voor een duurzaam en houdbaar pensioenstelsel. Het pensioen wordt transparanter en persoonlijker, en kan directer meebewegen met de ontwikkeling van de economie. Dat betekent dat als het goed gaat met de economie dat ook zichtbaar is in het pensioen, maar ook als het tegenzit.
Deelnemers krijgen meer inzicht in de premie die wordt ingelegd, wat het persoonlijk voor hen gereserveerde vermogen is en hoeveel pensioen zij kunnen verwachten. Dit wordt jaarlijks zichtbaar gemaakt.
Solidariteit en collectiviteit
Niet alles wordt anders, de sterke punten uit het huidige stelsel blijven behouden. Solidariteit en collectiviteit blijven belangrijke uitgangspunten evenals de huidige verplichtstelling.
Verdere wijzigingen
Het wetsvoorstel bevat ook wijzigingen voor het nabestaandenpensioen, een voorstel voor experimenteerwetgeving voor pensioenopbouw door zelfstandigen en een wijziging waardoor in de uitzendsector eerder pensioen opgebouwd zal worden dan nu.
Onderdelen pensioenakkoord al in werking
Het kabinet en sociale partners hebben ook afspraken gemaakt over minder snel stijgen van de AOW-leeftijd, vervroegd pensioen (RVU), impuls voor duurzame inzetbaarheid (MDIEU) en een extra keuzerecht: eenmalig een bedrag van het pensioenvermogen laten uitbetalen.
Wetgeving op deze onderdelen is inmiddels door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen en deels in werking getreden.
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden en RVU-subsidie