De staatssecretaris gaat hierbij in op de werkkostenregeling, de vrije ruimte en de eindheffing van 80 procent. De Wet op de loonbelasting 1964 biedt volgens Vijlbrief al veel ruimte om gezonde maaltijden aanzienlijk lager te belasten dan regulier loon.
Gevraagd wordt of de staatssecretaris het wenselijk vindt dat een werkgever, die zich inzet voor een gezond personeelsbestand, wordt gestraft door 40.000 euro terug te moeten betalen aan de Belastingdienst.
Werkgevers die personeel gezond willen laten eten, worden hierin ook met belastingmaatregelen ondersteund, aldus de staatssecretaris.
Eindheffing = geen strafheffing
Loon is belast volgens de Wet op de loonbelasting 1964. Dat geldt zowel voor loon in geld als voor loon in natura, zoals het verstrekken van een maaltijd. De loonbelasting kent echter een aantal gerichte vrijstellingen en een vrije ruimte.
De vrije ruimte kan de werkgever naar eigen inzicht inzetten om zijn personeel onbelast vergoedingen en verstrekkingen te geven. Is de vrije ruimte helemaal gevuld, dan wordt over het meerdere een eindheffing van 80 procent geheven. Dit is geen strafheffing, maar vergelijkbaar met een gemiddeld marginaal IB-tarief (circa 44 procent).
Voorbeeld
Stel, een werkgever wil een werknemer een voordeel ter waarde van € 100 netto geven, bijvoorbeeld een cadeaubon, dan zou hij dat zonder gebruik te maken van de vrije ruimte moeten bruteren.
Door deze € 100 te bruteren kost het de werkgever bij een IB-tarief van 49,5 procent in totaal circa € 198. Bij een IB-tarief van 37,1 procent kost het de werkgever in totaal ca. € 159 én eventuele premies werknemersverzekeringen. Door de eindheffing bij overschrijding van de vrije ruimte af te dragen, kost het de werkgever in totaal € 180.
Maaltijden en consumpties op werkplek
Daarnaast gelden er nog specifieke waarderingen voor verstrekkingen op de werkplek. Voor maaltijden op de werkplek geldt dat deze forfaitair op € 3,35 (in 2021) per maaltijd worden gewaardeerd. Daarnaast kan een werkgever maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter onbelast vergoeden of verstrekken.
Voor consumpties, niet zijnde maaltijden, zoals groente en fruit op de werkplek geldt dat deze op nihil worden gewaardeerd.
Werkgevers die werknemers gezond willen laten eten worden hiermee tegemoetgekomen ten opzichte van de reguliere belastingheffing. Dit licht de staatssecretaris toe aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeld
Stel dat een werkgever altijd een fruitmand heeft staan voor zijn personeel, ter waarde van € 1 per dag per werknemer, en dat hij daarnaast een gezonde groenterijke lunch verstrekt zonder hier een bijdrage voor te vragen van de werknemers ter waarde van € 12,50 per dag. De werknemer krijgt in dat geval loon in natura ter waarde van € 13,50 per dag. Hiervoor krijgt hij gezond eten en heeft hij bovendien zelf geen kosten meer voor zijn lunch en tussendoortjes.
De fruitmand wordt in principe op nihil gewaardeerd voor de loonbelasting en de lunch op slechts € 3,35. Stel dat dit op jaarbasis 214 lunches zijn. Dan worden deze gewaardeerd op 214 x € 3,35 = € 716,90 op jaarbasis. Terwijl de werknemer feitelijk ter waarde van 214 x (€ 12,50 + € 1) = € 2.889 aan gezond eten krijgt van zijn werkgever.
Stel de werkgever heeft hiervoor nog € 400 vrije ruimte beschikbaar, dan wordt slechts € 716,90 -/- € 400 = € 316,90 belast tegen 80 procent eindheffing: € 253,52.
Let op: het gaat hier om een voorbeeldbedrag aan beschikbare ruimte. Deze beschikbare vrije ruimte verschilt per werkgever. De vrije ruimte bedraagt op kalenderjaarbasis over de eerste € 400.000 aan totale loonsom 3 procent (in 2021) en daarboven 1,18 procent per werkgever.
Zonder gebruik van deze regelingen en de vrije ruimte, zou de werkgever het loon in natura, om het netto aan de werknemer te kunnen geven, moeten bruteren. De werkgever zou in dat geval circa € 1.000 aan loonheffing kwijt zijn voor deze verstrekkingen.
Gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen
De Wet op de loonbelasting 1964 kent daarnaast een gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen. Deze gerichte vrijstelling is echter bedoeld voor arbovoorzieningen waarin de werkgever moet voorzien. Denk hierbij aan schoenen met stalen neuzen voor in de bouw of een ergonomisch verantwoorde bureaustoel voor kantoorwerk.
Antwoorden op Kamervragen over de belastingheffing over een gezonde lunch