De minister gaat in op een aantal onderwerpen, waaronder de recent beschikbaar gekomen cijfers over thuiswerken. Daarnaast gaat hij in op de activiteiten die het kabinet onderneemt om vitaal thuiswerken te bevorderen, onder meer in het kader van de motie van Van Weyenberg (D66) en Smeulders (GroenLinks). Ook licht hij de SER-adviesaanvraag toe in het kader van de ‘Agenda voor de toekomst van hybride werken’.
Blijven thuiswerken
Hoewel er een aantal versoepelingen wordt doorgevoerd, blijft de situatie rondom het coronavirus zorgelijk. Daarom is het belangrijk dat iedereen die dat kan de komende periode nog zoveel mogelijk blijft thuiswerken, en daarbij zo vitaal mogelijk blijft zodat we het ook kunnen volhouden. Om deze reden richt de minister zijn aandacht op het ondersteunen en stimuleren van vitaal thuiswerken.
Met het oog op mogelijke versoepelingen van de coronamaatregelen zal op termijn ook het (gedeeltelijk) op locatie werken weer mogelijk worden, en gaan we, zo is de verwachting, naar een hybride werkvorm van thuiswerken en werken op locatie.
RIVM: 68 procent werkt thuis
De laatste trendpeiling (29 maart – 4 april 2021) laat zien dat van de werkenden die aangeven thuis te kunnen werken, 68 procent volledig thuiswerkt. Dit cijfer is in lijn met de vorige meting (67 procent). Uit het RIVM gedragsonderzoek blijkt dat 72 procent van de werkenden aangeeft thuis te kunnen werken.
TNO: 49 procent werkt thuis
Ook TNO doet metingen op het gebied van thuiswerken. De derde meting van het TNO NEA Covid-19 onderzoek laat zien dat in maart 49 procent van alle werknemers deels of volledig thuis werkte. Dit is redelijk stabiel gebleven in vergelijking met de vorige TNO-meting (48 procent). Daarnaast blijkt uit deze meting dat 53 procent van alle werknemers thuis kon werken, een percentage dat exact gelijk is aan de vorige meting.
Het aandeel van de werktijd dat de (gedeeltelijk) thuiswerkers daadwerkelijk vanuit huis werken, bedraagt volgens de TNO-meting 80 procent.
Het verschil in de percentages tussen RIVM en TNO zit vooral in verschillen in de vraagstelling en de onderzoekspopulatie: het RIVM kijkt naar alle werkenden inclusief zelfstandigen, terwijl de TNO-meting enkel focust op werknemers.
Welbevinden thuiswerkers
De volgende bevindingen komen op het punt van welbevinden uit de derde TNO-meting:
- Het welbevinden van thuiswerkers laat een stabiel beeld zien in vergelijking met de vorige meting. Een grote meerderheid van de thuiswerkers had een goede gezondheid (85 procent) en was tevreden met het leven (72 procent).
- 18 procent van de thuiswerkers geeft aan burn-out klachten te hebben. Hier is sprake van een lichte stijging, zowel ten opzichte van de vorige meting (17 procent) als ten opzichte van de periode voor de coronacrisis (16 procent in 2019).
- In maart 2021 was 15 procent van de werknemers die thuiswerkten sterk eenzaam. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 14 procent bij de vorige meting in november 2020. Jongeren t/m 25 jaar die thuiswerkten, gaven ten opzichte van de overige thuiswerkers aan vaker emotioneel eenzaam te zijn (22 procent).
- 39 procent van de werknemers gaf aan klachten aan nek, armen en schouders te hebben. Dit is meer dan in de vorige metingen, maar nog altijd minder dan de 43 procent van voor de COVID-19 pandemie.
- Van de thuiswerkers zat 89 procent meer dan 6 uur per dag achter een beeldscherm, dit is ongeveer gelijk aan het beeld van thuiswerkers in 2020.
- Voor werknemers die thuis werkten was er geen significant verschil in werkprivé-disbalans ten opzichte van een jaar eerder (9 procent).
- Thuiswerkers gaven iets vaker dan in de vorige metingen aan moeite te hebben met concentreren (stijging van 12 naar 15 procent) en de aandacht er bij te kunnen houden (stijging van 14 naar 17 procent).
Besmettingen op de werkvloer
Op basis van de derde COVID-peiling heeft TNO ook meer zicht gekregen op de besmettingen op de werkvloer. Hieruit blijkt dat 20 procent van alle werknemers thuis of op locatie denkt de afgelopen 12 maanden besmet (geweest) te zijn met corona. Ongeveer de helft hiervan (9 procent) zegt dat de besmetting is bevestigd met een test.
Bij de andere helft is niet zeker of zij besmet zijn geraakt. Van werknemers die op locatie werken, denkt 22 procent de afgelopen 12 maanden besmet (geweest) te zijn met corona (11 procent getest, 11 procent niet getest). TNO wil gaan bekijken of door nadere analyse duidelijk kan worden om welke sectoren het hier vooral gaat.
TNO heeft verder onderzocht of werknemers bang zijn om besmet te kunnen raken op de werkvloer. Van alle mensen die op locatie werken is 16 procent vaak of altijd bang voor besmetting en 66 procent van hen is soms bang voor besmetting. Dit signaal komt deels overeen met de signalen uit de onderzoeken van FNV en CNV onder werkenden die niet thuiswerken.
Arbeidsomstandigheden op werkvloer: wel of niet coronaproof?
Afstand houden
Hygiënemaatregelen lijken over het algemeen zeer goed genomen te worden. Sociale partners geven aan dat binnen een groot aantal sectoren coronaprotocollen ontwikkeld zijn om besmettingen zoveel als mogelijk te voorkomen. Afstand houden blijkt in de praktijk echter lastig.
Uit de TNO-meting blijkt dat 92 procent van de werknemers op locatie zich vaak of altijd aan de hygiënemaatregelen kan houden, 67 procent kan vaak of altijd afstand houden van klanten/leerlingen/cliënten, en 52 procent kan vaak of altijd afstand houden van collega’s.
Uit de rapportage van Inspectie SZW ‘Het werk in coronatijd’ van 14 januari 2021 bleek ook dat het niet afstand kunnen houden op de werkvloer de meest genoemde melding was. Afstand houden is daarmee nog steeds het belangrijkste aandachtpunt van de maatregelen om besmetting met het coronavirus te voorkomen.
Meldingen Inspectie SZW
Sinds eind januari t/m 9 april 2021 heeft de Inspectie SZW 746 meldingen over thuiswerken ontvangen. Hiervan zijn er 627 in onderzoek genomen. In totaal hebben 545 meldingen alleen betrekking op het niet mogen thuiswerken.
Het kabinet heeft samen met sociale partners gewerkt aan algemene criteria voor thuiswerken. De criteria helpen individuele werkgevers en werknemers bij het maken van afwegingen of
een werknemer thuis of op locatie kan werken en kunnen onduidelijkheden wegnemen.
Sinds de criteria voor thuiswerken bekend zijn, belt de Inspectie SZW bij een onderzoekwaardige melding met de werkgever. In dit gesprek met de werkgever wijst de Inspectie SZW op de noodzaak van thuiswerken en de criteria. Vervolgens maakt de Inspectie afspraken met de werkgever over thuiswerken en bevestigt die daarna in een brief.
Vitaal thuiswerken bevorderen
Het bevorderen van vitaal thuiswerken is nog steeds een urgente opgave voor werkgevers en werkenden. Thuiswerken levert een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van besmettingen met het coronavirus, ook in de komende periode. Bij het werken vanuit huis moeten werknemers dat gezond en veilig kunnen doen en vitaliteit is daarbij belangrijk.
De Tweede Kamer heeft met de motie van de leden Van Weyenberg en Smeulders het kabinet verzocht om initiatieven om vitaal thuis te werken in overleg met sociale partners te stimuleren en te ondersteunen en hiervoor € 5 miljoen vrij te maken.
Er wordt op korte termijn gestart met een brede campagne, de ondersteuning van Vitaal Bedrijf op vitaal thuiswerken wordt verder uitgebreid, en met de sociale partners wordt het versterken van een aantal andere initiatieven verkend.
Bij de verdere invulling van de motie zal er nadrukkelijk aandacht zijn voor de zaken die door de sociale partners als belangrijk zijn aangemerkt. Bijvoorbeeld het bij de bron aanpakken van problemen rondom thuiswerken en het opnemen van thuiswerken in de RI&E van werkgevers.
Uitbreiden Vitaal Bedrijf
Om werkgevers en werkenden te ondersteunen bij vitaal thuiswerken en te stimuleren dat zoveel mogelijk mensen thuis blijven werken, is de minister van plan om de al bestaande ondersteuning van Vitaal Bedrijf aan werkgevers en werknemers op vitaliteit uit te breiden met dienstverlening gericht op vitaal thuiswerken. De verwachting is dat zij in het tweede kwartaal hun dienstverlening kunnen uitbreiden.
Vitaal Bedrijf is erop gericht om werkgevers te helpen bewust en doeltreffend te investeren in de vitaliteit van werknemers. Het traject dat werkgevers doorlopen start met gerichte scans onder
medewerkers die in kaart brengen wat de behoeften zijn op het gebied van vitaliteit en hoe hun beoordeling is van wat al wordt gedaan binnen het bedrijf.
Vignet Vitaal Bedrijf bij vitaliteitsprogramma voor werknemers
Als uitbreiding op de al bestaande dienstverlening stelt Vitaal Bedrijf voor om in de scans het onderdeel thuiswerken en de relatie met de RI&E uit te breiden en meer centraal te stellen. Daarnaast kan Vitaal Bedrijf de capaciteit verhogen om meer scans en adviesgesprekken uit te voeren, en de dienstverlening aanscherpen om goed aan te sluiten op de problematiek en behoeften van thuiswerkende werknemers binnen specifieke sectoren en branches.
Werknemersorganisaties vinden het van groot belang dat Vitaal Bedrijf zich in haar dienstverlening meer richt op de bron van problemen rond thuiswerken en hieraan gerelateerde vraagstukken op het terrein van arbeidsomstandigheden.
Via bestaande (sociale media) kanalen en campagnes vragen we aandacht voor het thema vitaal thuiswerken. Zo besteedt mijn ministerie in de campagne ‘Elk half uur even bewegen. Zet ook de stap’ aandacht aan het belang van bewegen om klachten en ziekten door te veel zittend werk te voorkomen.
Ook is er een aantal initiatieven specifiek gericht op thuiswerken. Om zowel de werkgevers als de werknemers goed op weg te helpen met thuiswerken, zijn daartoe de websites slimwerkgeven.nl en hoewerktnederland.nl ingericht. Daarop staan actuele informatie en tools.
Ook is er een link gemaakt met de criteria voor thuiswerken die het ministerie van Sociale Zaken samen met werkgevers- en werknemersorganisaties heeft opgesteld. Die criteria bieden werknemers en werkgevers handvatten om met elkaar in gesprek te gaan over thuiswerken.
Handreiking algemene criteria thuiswerken: werk thuis, tenzij…
Alleen samen-campagne
Vanaf 1 mei ondersteunt Koolmees deze initiatieven voor vitaal thuiswerken met een brede campagne als onderdeel van de ‘Alleen samen’-campagne. De focus van de campagne ligt vooral op het belang om hier en nu te blijven thuiswerken gedurende de corona-pandemie. Doelgroep zijn werkgevers én werkenden, omdat het creëren van voldoende steun onder beide doelgroepen elkaar kan versterken.
De campagne moet werkenden en werkgevers helpen om vitaal thuiswerken samen goed te organiseren en hun daarbij handelingsperspectief te bieden.
Hybride thuiswerken
Het kabinet heeft op 30 maart de SER om breed advies gevraagd over de toekomst van hybride werken.
Kernvragen die aan de SER zijn voorgelegd zijn onder meer:
- Hoe ziet de balans van hybride werken er naar verwachting uit in de periode na corona?
- Welke uitdagingen liggen er voor het bereiken van deze balans?
- En wat kunnen het kabinet, werkgevers, werknemers en andere partijen doen om hier goed op in te spelen (welke stappen en randvoorwaarden zijn er nodig om tot een gezonde balans te komen)?
De SER is gevraagd in zijn advies ten minste aandacht te besteden aan de gevolgen van hybride werken voor de (mentale) gezondheid van werkenden, voor de organisatiecultuur, kantoorinrichting en arbeidsplekken, voor mobiliteit en milieu, voor benodigde wet- en regelgeving, voor de economie en voor specifieke groepen, zoals zzp’ers, starters op de arbeidsmarkt, ouderen, mensen met minder
digitale vaardigheden, etc.
Ook is de SER gevraagd wat de toekomst van hybride werken betekent voor scholing van toekomstige en huidige werkenden. En wat hybride werken voor sociaal-maatschappelijke gevolgen kan hebben, zoals voor de combinatie tussen werk, privé en mantelzorg. Het kabinet heeft de SER verzocht om vóór 1 augustus 2021 zijn advies op te leveren.
Onder normale omstandigheden (dat wil zeggen: voor en na corona) is het aan werkgevers is om, in
afstemming met werknemers, te bepalen of en hoe hybride werken past bij hun organisatie. In enkele cao’s zijn hier bijvoorbeeld ook al afspraken over gemaakt. Het SER-advies treedt dan ook niet in deze dialoog tussen werkgevers en werknemers.
Thuiswerken blijft
Het kabinet blijft zich inzetten voor het stimuleren van vitaal thuiswerken op de korte termijn en bereidt zich voor op een toekomst na corona waarin thuiswerken ongetwijfeld een belangrijke plaats blijft behouden, aldus de minister.
Bijlage Kamerbrief thuiswerken – Adviesaanvraag toekomst hybride werken