De belangen van werknemers kunnen in de hybride verzekeringsmarkt in de knel raken door het financiële belang van eigenrisicodragers. Daarom is een onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van werknemers met de hybride verzekeringsmarkt voor de Ziektewet (ZW) en Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
Hybride stelsel
De WGA en ZW kennen met betrekking tot de financiering en uitvoering een hybride stelsel. Dit betekent dat werkgevers voor zowel de WGA als de ZW de keuze hebben om zich publiek te verzekeren bij UWV, of om eigenrisicodrager te zijn.
Als werkgevers geen actie ondernemen, zijn zij automatisch bij UWV verzekerd. Eigenrisicodragers (ERD) kunnen zich bij een private verzekeraar verzekeren.
Bij de vormgeving van het hybride stelsel was het de verwachting dat de werkgever en zijn verzekeraar geprikkeld zouden worden tot optimale inzet op preventie en re-integratie.
Het doel van het hybride stelsel is dat verschillende partijen – UWV, private verzekeraars en eigenrisicodragers zonder private verzekering – elkaar scherp houden en zo bijdragen aan een zo effectief mogelijke re-integratie en activering.
Ervaringen werknemers
In het onderzoek is gekeken naar de ervaringen van zieke en arbeidsongeschikte werknemers met de begeleiding bij werkgevers die publiek verzekerd zijn en bij werkgevers die eigenrisicodrager zijn. Het onderzoek doet geen uitspraken over het onderscheid tussen private verzekeraars, private uitvoerders of eigenrisicodragers die ervoor gekozen hebben het eigenrisicodragerschap in eigen beheer te doen.
Verschillen tussen publiek verzekeren en ERD
Een aantal verschillen tussen de publieke verzekering en het eigenrisicodragerschap (ERD) is inherent aan het stelsel. Zo geldt bij de ZW dat eigenrisicodragers de mogelijkheid hebben om in te zetten op re-integratie in het eerste spoor. En heeft UWV via de loonaangifteketen de benodigde informatie voor het vaststellen van de hoogte van de ZW-uitkering al in huis, terwijl uitvoerders van eigenrisicodragers een deel van de informatie moeten uitvragen bij de (ex-)werkgever of het UWV.
Voor de WGA hebben eigenrisicodragers de mogelijkheid om al gedurende de eerste twee jaar van ziekte van werknemers, of zelfs daarvoor al – bovenop de poortwachterverplichtingen – in te zetten op dienstverlening om te voorkomen dat een werknemer arbeidsongeschikt raakt. Dit geldt ook voor eigenrisicodragers WGA die geen loondoorbetalingsverplichting bij ziekte hebben.
Kleine verschillen
Het onderzoek zien dat de ervaringen van werknemers van publiek verzekerde werkgevers en werknemers van eigenrisicodragers voor zowel de ZW als de WGA op een aantal punten van elkaar verschillen. De gevonden verschillen in het onderzoek zijn vaak klein en in bepaalde gevallen lijkt de eigenrisicodrager meer dienstverlening te bieden (ZW) en in andere gevallen UWV (WGA).
Eigenrisicodragers
Koolmees verwacht van eigenrisicodragers dat zij zich inzetten om te voorkomen dat iemand arbeidsongeschikt raakt en wanneer dat niet gelukt is, verwacht hij dat zij zich inspannen om iemand te helpen re-integreren, net als dat hij dit van UWV verwacht. Omdat dit onderzoek nog niets zegt over de effectiviteit van de begeleiding zal hij in 2022 een onderzoek laten uitvoeren naar de effectiviteit van de begeleiding aan werknemers in het hybride stelsel.
Effectiviteit hybride stelsel
De minister verwacht dat in 2022 ook de (eerste) effecten zichtbaar zullen zijn van de omslag naar actieve schadelastbeheersing die private WGA-verzekeraars volgens het APE-rapport ‘De rol van private verzekeraars in het hybride WGA-stelsel’ hebben gemaakt. In dit onderzoek zal hij ook de positie van de werknemer betrekken. Het onderzoek in 2022 moet meer inzicht gaan bieden in de effectiviteit van het hybride stelsel en de effecten op werknemers.
Kamerbrief onderzoek werknemers in de hybride verzekeringsmarkt