Het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is op 16 december 2020 op internetconsultatie.nl geplaatst. De belangrijkste zaken van het pensioenakkoord en de gevolgen die het heeft voor werkgevers staan hier voor jou op een rij.
Nieuw pensioenstelsel
Waarom werkt het huidige systeem niet meer goed?
- Het vertrouwen in het pensioenstelsel brokkelt af. De op voorhand zeker lijkende pensioenen stijgen niet altijd mee met de ontwikkeling van de prijzen (indexatie) of worden soms zelfs verlaagd.
- De premie die wordt betaald bij een pensioenfonds is een doorsneepremie: iedereen bouwt voor dezelfde premie evenveel pensioen op. Geld dat jongeren inleggen, zou veel langer gebruikt kunnen worden om te beleggen. Dit zou technisch gezien meer waard moeten zijn.
- Het huidige pensioenstelsel kent weinig mogelijkheden voor maatwerk en keuzevrijheid, terwijl hier wel behoefte aan is. Het nieuwe stelsel moet pensioenen inzichtelijker en persoonlijker maken.
De belangrijkste zeven zaken
In het pensioenakkoord worden zeven onderwerpen behandeld. De belangrijkste zaken op een rij:
1 AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd gaat minder snel stijgen dan nu het geval is. Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd mee met de gemiddelde levensverwachting.
2 Afschaffing doorsneepremie
De premie wordt leeftijdsonafhankelijk en leidend voor de pensioenopbouw. Pensioenopbouw wordt lager naarmate je ouder wordt – degressief.
3 10 procent vrije opname
Op de pensioendatum mag de deelnemer maximaal 10 procent van de pensioenwaarde opnemen.
4 Eenvoudiger nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen zal eenvoudiger en uniformer moeten worden.
5 Nieuwe contractvormen
Er komen twee typen contracten:
- het nieuwe pensioencontract; en
- de verbeterde premieregeling
Alle pensioenregelingen moeten hierop worden aangepast. In beide regelingen is de beschikbare premie
het uitgangspunt. Middelloon- en eindloonregelingen met de toekenning van aanspraken, zijn niet meer
toegestaan. Er komt een maximaal fiscaal toegestane pensioenpremie. De hoogte hiervan ligt tussen de
30 en 33 procent. Deze premie is leeftijdsonafhankelijk, dus voor alle werknemers hetzelfde.
6 Arbeidsongeschiktheidsverzekering zzp’ers
Er komt een wettelijke verzekeringsplicht voor het arbeidsongeschiktheidsrisico. Onderzocht wordt hoe zzp’ers makkelijk voor hun pensioen kunnen sparen.
7 Vervroegd uittreden
Werkgevers krijgen tijdelijk de mogelijkheid om fiscaal aantrekkelijke regelingen te treffen voor werknemers die vervroegd met pensioen willen gaan.
Bedrag ineens, RVU en verlofsparen aangenomen – Bedrag ineens per 2023
Wetsvoorstel toekomst pensioenen
Het wetsvoorstel toekomst pensioenen strekt ertoe om de in de Hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord van 22 juni 2020 beschreven hoofdlijnen uit te werken en te verankeren in de wet- en regelgeving.
Het wetsvoorstel leidt tot een ingrijpende vernieuwing van het arbeidsvoorwaardelijke pensioen.
Deze wijzigingen raken het overgrote deel van de deelnemers en pensioengerechtigden, ongeacht
het type pensioenovereenkomst en ongeacht het type pensioenuitvoerder.
Nieuw pensioencontract
De kern van het wetvoorstel is de overstap naar een nieuwe manier van pensioen opbouwen, in het jargon een ‘nieuw pensioencontract’. Deze overstap ziet in de eerste plaats op het type pensioencontract.
Van de drie contracttypen die de Pensioenwet nu onderscheidt, te weten: de uitkeringsovereenkomst, de kapitaalovereenkomst en de premieovereenkomst, blijft na de transitiefase alleen het laatste type over. De premieovereenkomst kent wel verschillende verschijningsvormen.
Leeftijdsonhankelijke (vlakke) premie
De manier waarop we in de toekomst pensioen opbouwen wijzigt in de tweede plaats door de
afschaffing van de zogenoemde doorsneesystematiek. Dit wetsvoorstel bepaalt dat na de overgangsfase pensioen alleen kan worden opgebouwd in een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke (vlakke) premie. Deze aanpassing maakt de pensioenovereenkomsten persoonlijker en meer transparant.
Ook het kader voor de bestaande verbeterde premieregeling wordt met dit wetsvoorstel gewijzigd.
Transitie-ftk
Na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel ontstaat een overgangsfase van het bestaande naar
het beoogde nieuwe pensioenstelsel. De regering vindt het belangrijk dat deze overgang
zorgvuldig plaatsvindt en dat daarbij rekening wordt gehouden met alle belanghebbenden. Het
financieel toetsingskader inzake pensioenfondsen zal hiervoor gedurende de overgangsfase tijdelijk
worden aangepast, het zogenoemde ‘transitie-ftk’.
Wijziging fiscaal kader
Met dit wetsvoorstel wordt ook het fiscale kader voor pensioenopbouw gewijzigd, het
zogenoemde Witteveenkader. Dit kader regelt onder welke voorwaarden de omkeerregel mag
worden toegepast. Hierdoor worden in de opbouwfase de pensioenpremie en de vermogensopbouw
niet belast, en dat belastingheffing op ingegane uitkeringen plaatsvindt.
De wijziging van het fiscale kader is nodig om dit in overeenstemming te brengen met de nieuwe vorm van pensioenopbouw. Na de overstap op de nieuwe pensioencontacten begrenst het fiscale kader niet
langer de opbouw van pensioenaanspraken, maar alleen de inleg van pensioenpremies. Voor alle
pensioencontracten geldt fiscaal dezelfde maximale leeftijdsonafhankelijke premie.
Governance
De herziening van het pensioenstelsel die met dit wetsvoorstel is beoogd, heeft gevolgen voor de regels voor het bestuur van pensioenfondsen en voor de wettelijke informatievoorschriften. Deze informatievoorschriften en de governance worden in overeenstemming gebracht met de hierboven beschreven stelselherziening.
Andere aanpassingen
Het wetsvoorstel bevat ook aanpassingsvoorstellen op basis van adviezen van de Stichting van de Arbeid die inhoudelijk los staan van (de overgang naar) de nieuwe manier om pensioen op te bouwen. Dit betreft de standaardisering van het nabestaandenpensioen in de tweede pijler, de inkorting van de wachttijd voor werknemers in de uitzendsector en de experimenteerruimte voor de pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler.
Bron: AON en memorie van toelichting op het wetsvoorstel toekomst pensioenen