De minister is bekend met de signalen dat bij de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) een aantal werknemers is gevraagd om verder te werken als zzp’er met dezelfde werkzaamheden.
Het is niet mogelijk cijfermatig nu al iets te zeggen over trends op de arbeidsmarkt sinds de inwerkingtreding van de WAB. De cijfers van het eerste kwartaal van 2020 zijn nog niet beschikbaar (naar verwachting in mei), en daarmee zijn er dus ook nog geen cijfers van na de inwerkingtreding van de WAB.
Quickscan
Een langere periode is nodig om goed onderbouwde uitspraken te kunnen doen over trendmatige ontwikkelingen. De minister voert op dit moment wel een ‘quick scan’ uit naar de gevolgen van de WAB. Hij verwacht hierover in mei of juni te kunnen informeren.
Geen redelijke ontslaggrond
Het staat opdrachtgevers en werkgevers vrij hun arbeidsrelaties vorm te geven binnen de geldende wet- en regelgeving. Die wet- en regelgeving legt daarbij wel beperkingen op. Zo is geen sprake van een redelijke ontslaggrond als een werkgever de arbeidsovereenkomsten van werknemers wil
beëindigen en daarvoor in de plaats dezelfde persoon (of een ander) als zzp’er dezelfde werkzaamheden wil laten verrichten met alleen als doel werknemerschap te vermijden. Het UWV weigert zo’n verzoek. Een kantonrechter moet ook beoordelen of een dergelijke situatie een redelijke grond voor ontslag is.
Totaalpakket
Wanneer die keuzeruimte er is, kunnen beleid en wetgeving, zoals de WAB, wel een rol spelen bij overwegingen van werkgevers en opdrachtgevers om de arbeidsrelatie op een bepaalde manier in te richten. Daarom werkt het kabinet aan een totaalpakket aan maatregelen om de arbeidsmarkt weer in balans te brengen, die in de brief van december 2017 langs vijf sporen is toegelicht. Dit betreft een samenhangend pakket.
Zzp-maatregelen
De zzp-maatregelen zijn daar onderdeel van. Het is van belang dat zzp’ers om de juiste redenen kiezen voor het zzp-schap en dat er niet eigenlijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Aan deze maatregelen wordt hard gewerkt zoals ook beschreven in de voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’ van 22 november 2019.
Kwaadwillendheid
Om kwaadwillendheid aan te tonen, moet de Belastingdienst bewijzen dat allereerst sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én daarnaast van opzettelijke en evidente schijnzelfstandigheid.
Het omzetten van een bestaande arbeidsovereenkomst naar een overeenkomst van opdracht kan niet zomaar gelijk worden gesteld aan kwaadwillendheid. De kwalificatie als kwaadwillende moet aan de hand van alle relevante feiten en omstandigheden van het individuele geval worden beoordeeld.
Toezicht op arbeidsrelaties
Vanaf het vierde kwartaal 2019 is de opbouw gestart van extra capaciteit bij de Belastingdienst voor het toezicht op arbeidsrelaties. Dit toezicht bestaat uit een mix aan instrumenten, waaronder bedrijfsbezoeken. Het aantal bedrijfsbezoeken hangt (mede) af van de risicoselectie door de Belastingdienst.
Het toezicht is per 1 januari 2020 aangescherpt in de zin dat niet alleen bij kwaadwillendheid, maar ook bij het niet opvolgen van aanwijzingen kan worden gehandhaafd.
Eerste rapportage
Verwacht wordt dat de eerste rapportage hierover voor de zomer van 2020 komt. In deze rapportage komt informatie over de ondernomen activiteiten door de Belastingdienst in het kader van het toezicht op arbeidsrelaties in het kader van de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie ten behoeve van de loonheffingen.
Overeenkomst van opdracht
De Belastingdienst betrekt bij de uitvoering van zijn toezicht alle relevante signalen waarover hij beschikt. Het omzetten van een bestaande arbeidsovereenkomst naar een overeenkomst van opdracht kan een signaal zijn om de kwalificatie van de arbeidsrelatie nader te onderzoeken.
Het staat contractpartijen – werkgevers en werknemers, en opdrachtgevers en
opdrachtnemers – vrij hun arbeidsrelatie vorm te geven, binnen de geldende wet- en regelgeving.
Wanneer de werknemer niet instemt met ontslag, kan de werkgever hem niet tot zzp-schap dwingen. Wanneer geen toestemming voor ontslag nodig is, bepalen feiten en omstandigheden of het een arbeidsovereenkomst is of een overeenkomst van opdracht. Bij verschil van inzicht kunnen contractpartijen (en hun vertegenwoordigers) naar de civiele rechter stappen om arbeidsrechtelijke bescherming af te dwingen.
Het kabinet maakt zich zorgen over de groep kwetsbare werkenden. Het beschermen van deze groep staat hoog op de agenda. Ook wordt de concurrentie tussen werknemers en zzp’ers, waar het
gaat om dezelfde werkzaamheden onder dezelfde omstandigheden, onwenselijk geacht. Daarnaast ervaren opdrachtgevers en opdrachtnemers op dit moment onvoldoende duidelijkheid in welke gevallen er geen sprake is van een dienstbetrekking. Dit draagt niet bij aan een goede naleving.
Gezagscriterium
Het kabinet vindt dan ook dat er meer helderheid moet komen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Daarom is per januari 2019 het gezagscriterium verduidelijkt in het handboek loonheffingen.
Webmodule
Het kabinet begrijpt dat de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie als complex kan worden ervaren. Daarom wordt gewerkt aan een webmodule als hulpmiddel waarmee opdrachtgevers vooraf zekerheid kunnen krijgen of een bepaalde opdracht buiten dienstbetrekking kan worden uitgevoerd.
Deze zekerheid geldt voor zover de vragen in de webmodule naar waarheid zijn ingevuld en er in de praktijk op dezelfde manier wordt gewerkt.
Meldpunten
De Inspectie SZW heeft een centraal meldpunt waar elke burger, werknemer, werkgever of instantie klachten en signalen kan melden over arbeidsomstandigheden, arbeidstijden, onderbetaling, illegale arbeid, arbeidsongevallen en andere vormen van regelovertreding.
Schijnzelfstandigheid is geen zelfstandig beboetbaar feit, maar kan – als onderdeel van de kwalificatie van de arbeidsrelatie – wel deel uitmaken van de overtreding van arbeidswetgeving. Misstanden en ernstige overtredingen worden met voorrang.
De Belastingdienst heeft meerdere meldpunten waar misdaad, fraude en misstanden gemeld kunnen worden. Afhankelijk van de aard van de melding kan een meldpunt gekozen worden. Een overzicht van deze meldpunten is te vinden op de website van de Belastingdienst.