Minister Van Gennip van SZW is tijdens het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid ingegaan op het wetsvoorstel om meer duidelijkheid te geven over werken met zzp’ers.
Motie splitsing wetsvoorstel
Een motie is door VVD-Kamerlid Van Aartsen ingediend om de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden te splitsen in een voorstel gericht op inbeddingscriteria en een voorstel gericht op rechtsvermoeden op basis van het uurtarief. Minister Van Gennip ontraadt deze motie. De motie wordt uiteindelijk aangehouden.
In de motie staat het volgende:
“overwegende dat bij het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden het onderdeel dat toeziet op het introduceren van een rechtsvermoeden op basis van een uurtarief goed aansluit bij het SER-MLT-advies, er veel maatschappelijk en politiek draagvlak voor bestaat en het bijdraagt aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid;
verzoekt de regering het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden te splitsen in een voorstel gericht op inbeddingscriteria en een voorstel gericht op rechtsvermoeden op basis van het uurtarief;
verzoekt de regering prioriteit te geven aan het deel rechtsvermoeden en dit als eerst naar de Kamer te sturen.”
Verschillende groepen zzp’ers
Er zijn eigenlijk verschillende groepen zzp’ers en als we het over zzp’ers hebben, lopen de discussies daarover een beetje door elkaar heen. Er zijn in Nederland heel veel zelfstandige ondernemers waarvan we echt willen dat ze door kunnen gaan als zelfstandig ondernemer. Daar is het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden natuurlijk ook voor bedoeld. En dan zijn er een aantal schijnzelfstandigen, zowel aan de basis van de arbeidsmarkt als in bijvoorbeeld publieke sectoren. De vraag is dan: hoe kunnen we die verduidelijking zo goed mogelijk vormgeven en hoe kunnen we die schijnzelfstandigheid aangeven?
Verduidelijking is nodig
De minister is geen voorstander van de motie zoals die is ingediend. Het rechtsvermoeden is veel minder effectief als de kwalificatie niet wordt verduidelijkt. Je hebt volgens Van Gennip echt die verduidelijking nodig om dat rechtsvermoeden op basis van euro’s effectief te laten zijn. Anders weet je namelijk niet, als je er een beroep op doet, of je dan inderdaad een arbeidsovereenkomst krijgt. “Werkgevenden kunnen dan uit de juridische grabbelton die het nu is allerlei elementen putten en zijn in de verhouding met de werkende dan toch vaak wat sterker daarin.”
Onderdeel van brede arbeidsmarktbeleid
Daarnaast is het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden onderdeel van het brede arbeidsmarktbeleid, waarbij het gaat om een zorgvuldige balans tussen werkgevers en werknemers, tussen kleine en grote ondernemers, maar ook tussen uitzend, flex en zzp. Die balans wil de minister graag in stand houden, ook om die waterbedeffecten te voorkomen.
Schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandigheid vindt niet alleen plaats in de basis van de arbeidsmarkt, maar ook in een aantal andere sectoren en ook dat moeten we aanpakken. Dus ook daarbij is die samenhang wat betreft dat wetsvoorstel belangrijk. Dan zijn het voornamelijk de publieke sectoren, maar natuurlijk niet alleen.
Verduidelijking gebaseerd op huidige jurisprudentie
De verduidelijking zoals die nu in het wetsvoorstel is opgeschreven, is gebaseerd op huidige jurisprudentie. Die is bij elkaar gebracht, geordend en verduidelijkt. Van Gennip realiseert zich heel goed dat de arbeidsmarkt zich natuurlijk ook aan het ontwikkelen is en moderner aan het worden is, in ieder geval wat betreft 2024.
Duidelijkheid geven
“Dus het houdt ook in dat we goed kijken naar wat ondernemerschap en inbedding betekenen, en naar hoe die twee zich tot elkaar verhouden. We willen duidelijkheid geven aan mensen die echt ondernemer willen en kunnen zijn, ook om recht te doen aan de internetconsultatie. Dat is precies waarmee we nu bezig zijn, namelijk om dat scherper te krijgen dan we in het oorspronkelijke wetsvoorstel hadden, niet alleen waar het gaat om schijnzelfstandigheid, maar ook om ervoor te zorgen dat als je dan dat criterium in euro’s hebt, het effectiever wordt. Ik zeg er wel meteen bij dat, wat we er uiteindelijk ook van maken, het uitvoerbaar en handhaafbaar moet zijn, dat het juridisch moet kloppen en dat het moet passen bij ons sociaal stelsel. Maar dit is waar we nu goed naar kijken.”
Op basis van deze inhoud ontraadt de bewindsvrouw de motie.
Van Aartsen gaat hier op in:
“De VVD maakt zich zorgen over de inhoudelijke bezwaren van zzp-organisaties en ondernemers. Ik zou het heel jammer vinden als wij daar overheen stappen met elkaar, omdat we nu eenmaal snel een wet willen maken. Dan zijn wij hier zo meteen met z’n allen heel erg blij, want we hebben die wet voor elkaar gebokst, maar leggen we uiteindelijk de rekening neer bij de goedwillende ondernemers en zelfstandigen. Dat zou ik echt willen voorkomen.”
Ondernemerschap en inbedding verder verduidelijken
“Onze verduidelijking is op basis van de huidige jurisprudentie. Inmiddels zijn er natuurlijk allerlei ontwikkelingen gaande in de arbeidsmarkt. Daar moeten we ons rekenschap van geven. Dat zie je ook terug in de internetconsultaties en in de kritieken van zzp-organisaties, maar het gaat ook de andere kant op. Met name in de publieke sectoren zijn er ook vragen zoals: hoe pas ik het dan wél in? Dat is dus precies de andere kant op. Daarom is het belangrijk om ondernemerschap en inbedding nog wat verder te verduidelijken en ook bij het abc’tje (…) nog eens te kijken naar de balans. Als je ondernemerschap duidelijker definieert, krijg je ook een ander soort zwaarte aan inbedding. (…) Het tweede argument dat ik echt wil benadrukken, is dat de verduidelijking ook belangrijk is voor het rechtsvermoeden. Als je het rechtsvermoeden effectief wilt laten zijn, heb je die verduidelijking nodig.”
Kijk naar serieuze bezwaren ondernemers
De heer Aartsen (VVD) reageert:
“Ik begrijp de balans hierin. Het wetsvoorstel is nog in internetconsultatie. Het moet nog naar de Raad van State, het moet nog openbaar gemaakt worden et cetera, dus we zitten aan de vroege kant. (…) Als de minister echt bereid is om naar de serieuze bezwaren van ondernemers en zzp’ers te kijken en om met name het inbeddingscriterium nog eens goed tegen het licht van die belangen te houden, ben ik bereid om de motie even aan te houden. (…) Op basis van de inhoud die er dan ligt — want ik begrijp van de minister dat er nog wat komt — maken we opnieuw de afweging of het pakket in één keer naar de Kamer kan of dat het toch verstandiger is om voorrang te geven aan het urentarief en op een ander moment wat fundamenteler over het inbeddingscriterium en de ondernemerscriteria te spreken.”
De motie wordt aangehouden.
Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid (CD 25/1) (ongecorrigeerd)