Werkgevers worden met ingang van 1 april 2020 gecompenseerd voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. Deze wet kent een terugwerkende kracht tot 1 juli 2015.
Voor 2020 is een bedrag van ruim 1 miljard euro opgenomen, waarvan ruim 900 miljoen euro voor de terugwerkende kracht.
Uitvoeringslasten
De structurele lasten voor deze compensatieregeling komen ten laste van het Aof. De eenmalige lasten horende bij de terugwerkende kracht komen ten laste van het AWf.
Voor de compensatieregeling ontvangt het AWf in 2020 een rijksbijdrage voor een deel van de lasten als gevolg van de terugwerkende kracht.
De lasten voor de uitvoering van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, 175 miljoen euro in 2020, worden onder het Aof verantwoord.
Aangezien het niet om een uitkering gaat maar om een vergoeding aan werkgevers, wordt dit bedrag verantwoord onder de post Diversen.
De lasten voor de compensatieregeling worden geschat op respectievelijk 175 miljoen euro (voor 2020) en 904 miljoen euro (voor de terugwerkende kracht).
Vergoedingen
De raming is gebaseerd op een gemiddeld bedrag van 13.700 euro per vergoeding.
Voor de periode 1 juli 2015 tot 1 april 2020, waar de terugwerkende kracht betrekking op heeft, gaat UWV uit van 66.000 vergoedingen.
Voor de structurele situatie vanaf 1 april 2020 gaat UWV uit van 17.000 vergoedingen per jaar (12.750 in 2020).