Als een vaste arbeidsomvang is afgesproken – per week, per maand, of per jaar met een gelijkmatige loonspreiding – dan betreft het geen oproepovereenkomst, op voorwaarde dat er ook geen afspraken zijn gemaakt over onvergoede beschikbaarheids-/consignatiediensten.
Herziening
Bij een vast contract dat voldeed aan de voorwaarden om de lage WW-premie af te dragen moet je herzien naar de hoge premie als meer dan 30 procent uren zijn verloond.
Rechtsvermoeden
Een werknemer kan ook nog steeds een beroep doen op het bestaande rechtsvermoeden van een bepaalde arbeidsomvang (BW7 artikel 610b). Dus: geen oproepovereenkomst, maar de werknemer kan een beroep doen op een hogere overeengekomen arbeidsduur na drie maanden op grond van het huidige rechtsvermoeden.
Herziening lage WW-premie
Voorbeeld 1. Vast contract 20 uur per week in 2020 en aangiftetijdvak maand
De werkgever heeft een werknemer in dienst van januari tot en met december 2020. Er is sprake van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, die geen oproepovereenkomst is voor 20 uur per week.
Je hanteert een aangiftetijdvak van een maand en past de lage premie toe.
Overeengekomen arbeidsomvang
De overeengekomen arbeidsomvang per aangiftetijdvak is (20,00 uur x 13/3) = 86,666. Dit is rekenkundig afgerond 86,67 uur.
De overeengekomen arbeidsomvang voor 2020 wordt berekend door de overeengekomen arbeidsomvang per maand (86,67) bij elkaar op te tellen. Dat is 12 x 86,67 = 1040,04 uur.
Verloonde uren
In het kalenderjaar zijn 1200 uren verloond.
Om vast te stellen of meer dan 30% meer uren zijn verloond, moet de verhouding tussen het aantal verloonde uren en de overeengekomen arbeidsomvang per kalenderjaar worden berekend.
Het aantal verloonde uren moet gedeeld worden door de overeengekomen arbeidsomvang per kalenderjaar. Het resultaat wordt verminderd met 1, vermenigvuldigd met 100 en naar beneden afgerond op een geheel percentage.
Het percentage wordt als volgt berekend:
((1200/1040,04) – 1 ) x 100 = 15,380 = 15,38%, dus afgerond 15% meer verloonde uren dan de overeengekomen arbeidsomvang. Dit is minder dan 30% en daarom hoef je in dit geval de lage premie niet te herzien.
Voorbeeld 2. Vast contract 15 uur per week in 2020, aangiftetijdvak 4 weken
De werkgever heeft een werknemer in dienst van januari tot en met december 2020.
Het gaat om een schriftelijk vast arbeidscontract, geen oproepovereenkomst, voor 15 uur per week.
Je hanteert een aangiftetijdvak van vier weken en past de lage premie toe.
Verloonde uren delen door arbeidsomvang
De overeengekomen arbeidsomvang per aangiftetijdvak is (15,00 uur x 4) = 60,00.
De overeengekomen arbeidsomvang voor 2020 wordt berekend door de overeengekomen arbeidsomvang per aangiftetijdvak (60,00 uur) bij elkaar op te tellen.
Er zijn dertien aangiftetijdvakken. Dus 13 x 60,00 = 780,00 uur.
In het kalenderjaar zijn 1200 uren verloond.
Om vast te stellen of meer dan 30% meer uren zijn verloond, moet de verhouding tussen het aantal
verloonde uren en de overeengekomen arbeidsomvang per kalenderjaar worden berekend.
Berekening:
((1200/780,00) – 1 ) x 100 = 53,846% dus afgerond 53% meer verloonde uren dan de overeengekomen arbeidsomvang. Dit is meer dan 30% en daarom moet je de lage premie herzien voor de 13 aangiftetijdvakken van januari tot en met december 2020.
Bron: Nieuwsbrief Loonheffingen 2020, versie 2
Berekening herziening lage WW-premie bij meer dan 30% extra verloonde uren