
Mannen verdienden in 2024 gemiddeld 30,32 euro per uur, vrouwen 27,15 euro. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Bruto jaarloon 32 procent lager
Het gemiddelde bruto jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwelijke werknemers was in 2024 32 procent lager dan dat van mannelijke werknemers. Twee derde van dit loonverschil komt doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken vaker in een voltijdbaan (63 procent) dan vrouwen (23 procent).
Gemiddelde uurloon 10,5 procent lager
Het verschil in uurlonen is daarom veel kleiner: het gemiddelde uurloon van vrouwen was 10,5 procent lager dan dat van mannen. Voor een deel is dit verschil in uurlonen het gevolg van een andere samenstelling van de groepen werkende mannen en vrouwen voor wat betreft leeftijd, opleiding, het soort werk en dergelijke. Voor deze verschillen is in deze cijfers niet gecorrigeerd.
Verschil in gemiddelde uurlonen steeds kleiner
In vergelijking met 2010 zijn de gemiddelde uurlonen van mannen met 38 procent gestegen, terwijl het gemiddelde uurloon van vrouwen met 52 procent omhoog ging. Hierdoor is het verschil teruggelopen van 19 procent in 2010 naar 10,5 procent in 2024.
In de leeftijdsgroep 40 tot 45 jaar nam het loonverschil het meest af, van 19 procent in 2010 naar 7 procent in 2024. Dat het verschil in lonen steeds kleiner wordt, komt voor een belangrijk deel aan het steeds hogere opleidingsniveau van vrouwen.
Hogere minimumlonen
De laatste jaren lopen vrouwen het verschil in gemiddelde lonen sneller in: in 2023 werd het verschil 0,7 procentpunt kleiner, in 2024 zelfs 1,5 procentpunt. Hierbij speelt waarschijnlijk een rol dat de minimumlonen flink zijn verhoogd: van 2022 op 2024 met 21 procent.
Ook is in 2024 overgestapt van een minimumloon per maand naar een minimumloon per uur, waardoor een deel van de werknemers met lage lonen er tot 11 procent extra op vooruitging. Aangezien vrouwen oververtegenwoordigd zijn aan de onderkant van het loongebouw, hebben zij hier meer van geprofiteerd dan mannen.
Geen loonverschil bij jongeren
De uurlonen van jonge mannen en vrouwen verschillen weinig van elkaar. Vrouwen tussen 25 en 30 jaar verdienen per uur zelfs iets meer dan mannen van dezelfde leeftijd. Bij dertigers verdienen vrouwen gemiddeld iets minder dan mannen, en dat verschil loopt op tot 18 procent bij 55- tot 60-jarigen. Bij mannen is het gemiddelde uurloon het hoogst voor werknemers van 50 tot 60 jaar, bij vrouwen ligt de top bij 40- tot 50-jarigen.
Gelijke lonen in openbaar bestuur
In het onderwijs liep het loonverschil het meest terug: van 16 procent in 2010 naar 1 procent in 2024. Voor het eerst is er nu een grote bedrijfstak waar de uurlonen van mannen en vrouwen vrijwel gelijk zijn: in het openbaar bestuur verdienen mannen gemiddeld per uur nog 1 cent meer dan vrouwen.
Vrouwen verdienen meer bij 15 procent grote bedrijven
Er zijn ook bedrijven waar vrouwen gemiddeld meer verdienen dan mannen. Dat blijkt uit cijfers over de 3.000 grootste bedrijven met elk minstens 100 mannen en minstens 100 vrouwen in dienst.
In 2024 was bij 85 procent van deze grote bedrijven het gemiddelde uurloon van vrouwen lager dan dat van mannen. Bij 15 procent van de bedrijven was het gemiddelde uurloon van vrouwen juist hoger dan dat van de mannen in hetzelfde bedrijf.
In 2010 verdienden mannen nog bij 94 procent van de grote bedrijven gemiddeld meer dan vrouwen. Sindsdien is het aantal grote bedrijven waarin vrouwen meer verdienen dan mannen verdrievoudigd.
Bij 1/3 bedrijven in openbaar bestuur verdienen vrouwen meer
In het openbaar bestuur geldt inmiddels al voor een derde van de bedrijven dat vrouwen gemiddeld meer verdienen dan mannen. In de financiële dienstverlening verdienen mannen in alle grote bedrijven gemiddeld meer dan vrouwen.
Internetconsultatie om loonverschillen tegen te gaan
op internetconsultatie.nl staat het wetsvoorstel Wet implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen. Je kunt tot 7 mei 2025 inhoudelijk reageren. Het wetsvoorstel zorgt voor meer transparantie over loonverschillen tussen mannen en vrouwen.
Het wetsvoorstel versterkt de informatiepositie van werknemers. Het recht op informatie zorgt ervoor dat werknemers inzicht kunnen krijgen in het gemiddelde salaris van werknemers die hetzelfde of gelijkwaardig werk verrichten. De verplichting tot openheid over de beloning voor de indiensttreding zal sollicitanten een betere informatiepositie geven. Verder worden maatregelen ingevoerd die de positie van werknemers in een juridische procedure over beloningsdiscriminatie verbeteren.