
Nederland wil dat er paal en perk wordt gesteld aan mensen van buiten de EU die via een ander Europees land worden geworven om direct in Nederland aan het werk te worden gezet. Deze constructie wordt gebruikt om Nederlands toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten van buiten de EU te omzeilen. Dit leidt vaak tot misstanden. Deze oproep deed minister Eddy van Hijum van SZW op 14 februari 2025 aan Eurocommissaris Minzatu namens 7 Europese lidstaten.
Veel misstanden
In 2023 werden 23.000 derdelanders van buiten de Europese Unie via een bedrijf vanuit een andere EU-lidstaat gedetacheerd naar een Nederlands bedrijf. Deze detacheringen leiden tot veel misstanden. Ook zouden deze derdelanders via de Nederlands regels nooit worden toegelaten om hier te werken.
Oneigenlijk gebruik en schijnconstructies
Detachering is een onderdeel van het vrij verkeer van diensten binnen de EU. Ook derdelanders kunnen op grond hiervan worden gedetacheerd van de ene naar de andere EU-lidstaat. In de praktijk is echter vaak sprake van oneigenlijk gebruik en schijnconstructies.
Regels onduidelijk en moeilijk handhaafbaar
Een derdelander wordt dan bijvoorbeeld vanuit een andere EU-lidstaat naar Nederland gedetacheerd, zonder eerst in de andere EU-lidstaat gewerkt te hebben. Dat komt met name omdat de regels onduidelijk en moeilijk handhaafbaar zijn. De regels worden verschillend toegepast door lidstaten. Zo is het onduidelijk hoe lang mensen in een EU-lidstaat gewerkt moet hebben voor ze mogen werken in een ander land.
Misbruik tegengaan
Gedetacheerde derdelanders zijn bovendien extra kwetsbaar voor misbruik omdat zij vaak afhankelijk zijn van hun werkgever voor hun verblijfs- en werkvergunning. Misbruik en oneigenlijk gebruik van de detacheringsroute wil het Nederlandse kabinet tegengaan, omdat dit leidt tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, gebrekkige bescherming van kwetsbare werknemers en omzeiling van het Nederlandse toelatingsbeleid.
Duidelijke regels en goede handhaving
Duidelijke regels moeten hand in hand gaan met goede (grensoverschrijdende) handhaving, in samenwerking met een sterke Europese Arbeidsautoriteit.
De oproep van Nederland wordt gesteund door België, Denemarken, Duitsland, Italië, Luxemburg en Letland. Samen met Nederland vertegenwoordigen zij ruim 40% van de EU-bevolking. De Europese Commissie zal een beslissing moeten nemen of en hoe de regels worden aangepast.