Allerlei bedragen, percentages en aantallen in de SZW-regelgeving zijn per 1 januari 2025 herzien. In deze verzamelregeling zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd, zoals voorgeschreven door de genoemde regelgeving. De wijzigingen van alle bedragen zijn zo veel mogelijk gebundeld.
Maximale transitievergoeding
Op grond van artikel 7:673, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek wordt de hoogte van het bedrag genoemd in het tweede lid van dat artikel, betreffende de hoogte van de maximale transitievergoeding, jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de ontwikkeling van de marktcontractlonen. In de Macro-Economische Verkenningen (MEV) is deze ontwikkeling van de marktcontractlonen voor het komende jaar geraamd. Daarbij wordt het bedrag afgerond op het naaste veelvoud van € 1.000.
De ontwikkeling van de contractlonen wordt volgens de MEV geraamd op 4,3%. In 2024 is het bedrag € 94.000. Bij verhoging met 4,3% resulteert dit in een bedrag van € 98.042. Dit bedrag is afgerond op het naaste veelvoud van € 1.000. Met de regeling is met ingang van 1 januari 2025 het bedrag van € 94.000 gewijzigd in € 98.000.
Wijziging Regeling beslagvrije voet
In artikel 6 van het Besluit beslagvrije voet is de bepaling opgenomen dat de beslagvrije voet van personen op wiens inkomen beslag is gelegd en die buiten Nederland woonachtig zijn wordt vermenigvuldigd met een vastgestelde factor, de zogenoemde woonlandfactor. De in deze regeling gebruikte woonlandfactoren zijn afgeleid van het woonlandbeginsel in de sociale zekerheid en zijn gebaseerd op de verhouding van het algemene kostenniveau van het betreffende woonland en dat van Nederland.
In een aantal gevallen ligt een bilateraal sociale zekerheidsverdrag ten grondslag aan de woonlandfactor. In de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 is in enkele gevallen het percentage op 100% (1,0) gesteld, vanwege bilaterale afspraken, wat niet speelt bij deze regeling. De woonlandfactor kent een maximum van 1,0.
De bijlage wordt jaarlijks op 1 januari geactualiseerd. De actualisatie is gebaseerd op de lijst binnen de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.
Wijziging Regeling Wfsv
Met deze regeling is het quotumpercentage over 2025 voor de sector overheid vastgesteld op 2,68 procent. Het quotumpercentage is berekend met toepassing van de formule, bedoeld in artikel 38f, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv).
De quotumheffing is geactiveerd voor de sector overheid voor quotumtekorten over het jaar 2018 en verder en is van toepassing op alle overheidswerkgevers met 25 of meer werknemers.
In 2023 heeft voor het eerst ook de marktsector de doelstelling niet gehaald. In de brief van 16 juli 2024 heeft de Staatssecretaris van Participatie en Integratie aangegeven dat met werkgevers in gesprek wordt gegaan of het wenselijk is om voor marktwerkgevers jaarlijks ook een quotumpercentage vast te stellen. Uit deze gesprekken is gebleken dat het vaststellen van een quotumpercentage voor marktwerkgevers geen toegevoegde waarde heeft.