De Begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2025 bevat informatie over de te nemen maatregelen op het gebied van onder meer de arbeidsmarkt, arbeidsongeschiktheid, arbeidsmigratie, koopkracht en verlofregelingen. Salaris Vanmorgen heeft de belangrijkste maatregelen voor salaris- en hr-professionals op een rij gezet.
Vereenvoudiging
Het kabinet gaat aan de slag met vereenvoudiging. Veel inkomensondersteunende regelingen zijn te ingewikkeld. Mensen weten daardoor niet waar ze recht op hebben, zijn terughoudend met het aanvragen van een uitkering en krijgen te maken met hardheden in het stelsel. Het kabinet
start daarom met een hervormingsagenda: de wet- en regelgeving in de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting wordt vereenvoudigd.
Arbeidsongeschiktheid
Het arbeidsongeschiktheidsstelsel moet toekomstbestendig worden. Het kabinet gaat aan de slag met de aanbevelingen van OCTAS en komt dan ook richting het einde van het jaar met voorstellen voor de uitwerking van OCTAS.
De commissie OCTAS biedt aanknopingspunten voor een beter stelsel van arbeidsongeschiktheid, maar de uitwerking daarvan in concrete maatregelen kost tijd. Daarom worden in de tussentijd twee maatregelen genomen. Zo is het belangrijk dat het UWV ook in 2025 de ruimte heeft om
sociaal-medische centra in te voeren en stapsgewijs toe te werken naar een nieuwe informatievoorziening. Op 1 juli 2024 is ook de maatregel ‘Praktisch beoordelen’ ingegaan, waarmee extra beoordelingscapaciteit beschikbaar komt.
Pensioen
Bestaanszekerheid betekent dat iedereen rond moet kunnen komen van zijn of haar pensioen. De komende jaren maken pensioenuitvoerders en sociale partners de overstap naar de nieuwe pensioenregelingen. Deze overgang wordt nauwlettend gemonitord. Zo zorgt het ministerie van SZW ervoor dat de transitie zorgvuldig verloopt en deelnemers en gepensioneerden eerder kunnen profiteren van pensioenverhogingen met oog voor uitvoerbaarheid voor pensioenuitvoerders. De Tweede Kamer wordt ten minste tweemaal per jaar geïnformeerd over de voortgang van de pensioentransitie.
Het kabinet wil dat zoveel mogelijk mensen gezond hun pensioen halen en daarnaast stimuleren we duurzame inzetbaarheid zodat mensen zinvol langer aan het werk kunnen blijven. Daarom blijft de maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden ook in 2025 van kracht.
Mensen moeten ook na 2025 gezond met pensioen kunnen gaan. Samen met de sociale partners gaat het kabinet bespreken hoe dat het beste is te regelen.
Koopkracht
Het kabinet ondersteunt de koopkracht van kwetsbare groepen en werkende middeninkomens
met een evenwichtig koopkrachtpakket. Het kabinet introduceert bijvoorbeeld een extra belastingschijf in de inkomstenbelasting met een verlaging van het tarief in de eerste schijf. Dit wordt deels gefinancierd door een verlaging van de algemene heffingskorting.
Daarnaast maakt het kabinet werken lonender door de tariefsverlaging in de inkomstenbelasting en de vereenvoudiging van de huurtoeslag. Vanaf 2027 wordt het eigen risico in de zorg verlaagd van 385 euro naar 165 euro. Al vanaf 2025 gaat het eigen risico niet meer omhoog.
Het kabinet streeft naar het terugdringen van het aantal huishoudens met problematische schulden en . gaat het stelsel van publieke en private invordering verbeteren door schulden zoveel mogelijk in een vroeg stadium op te lossen.
Zekerheid over werk
Het kabinet werkt aan een goed functionerende arbeidsmarkt die werkzekerheid biedt en gaat daarom door met het hervormen van de arbeidsmarkt en werkt aan een aantal verschillende wetsvoorstellen. Het kabinet richt zich op meer werkzekerheid, meer duidelijkheid en meer wendbaarheid. Bij nieuw beleid wil het kabinet de regeldruk zoveel mogelijk beperken.
Bij het maken van beleid wordt ook rekening gehouden met de gevolgen voor kleine ondernemers, zodat ook zij voldoende vrijheid houden om personeel aan te nemen.
Meer werkzekerheid voor flexwerkers
Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel dat meer werkzekerheid biedt aan flexwerkers. Dit wetsvoorstel vervangt nulurencontracten door een bandbreedtecontract met meer rooster- en inkomenszekerheid. Ook verkort het kabinet de meest onzekere fases van uitzendwerk en voorkomt het draaideurconstructies van tijdelijke contracten.
Modernisering concurrentiebeding
Het kabinet gaat het concurrentiebeding moderniseren. Uit onderzoek blijkt dat werkgevers misbruik maken van het concurrentiebeding. Daar wil het kabinet paal en perk aan stellen. Zo wordt de positie van werkenden sterker en verbetert de arbeidsmobiliteit.
Hoogte jeugdloon
Ook wil het kabinet een verkenning doen naar de hoogte van het jeugdloon. We kijken naar het evenwicht tussen bestaanszekerheid voor wie erin zijn bestaan nu van afhankelijk is en het stimuleren van het volgen van onderwijs voor jeugdige werknemers om een betere positie te verkrijgen op de arbeidsmarkt.
Lager WW-tarief bij overwerk bij vast contract > 30 uur
Het kabinet versterkt de wendbaarheid van werkgevers zodat zij kunnen anticiperen op veranderende omstandigheden. Per 1 januari 2025 geldt het lagere WW-tarief bij overwerk voor werknemers met een vast contract van gemiddeld meer dan 30 uur per week. Hierdoor krijgen werkgevers meer
mogelijkheden om werknemers met een groot vast contract flexibeler in te zetten tegen de lage WW-premie.
Meer wendbaarheid bij re-integratie
Daarnaast wil het kabinet kleine en middelgrote ondernemers meer wendbaarheid geven bij re-integratieverplichtingen. Dat kan door eerder duidelijkheid te creëren over het vervangen van een langdurig zieke werknemer. Het kabinet werkt de plannen zo snel mogelijk uit.
Wetsvoorstel Personeelsbehoud bij Crisis
Ook werkt het kabinet aan het Wetsvoorstel Personeelsbehoud bij Crisis. Zo worden werkgevers geholpen om hun werknemers te behouden tijdens crises die buiten het reguliere ondernemersrisico vallen.
Werkgevers kunnen in crisissituaties terechtkomen die ze niet kunnen voorzien en waar ze niets aan kunnen doen. Door dit wetsvoorstel kunnen zij hun werknemers dan tijdelijk herplaatsen binnen hun bedrijf. Of ze kunnen werknemers tijdelijk minder laten werken, en daarbij een loonsubsidie aanvragen.
Werken als zelfstandige of als werknemer
Het kabinet wil zorgen voor duidelijkheid voor en bescherming van zelfstandigen en werknemers. Wanneer werk je als werknemer en wanneer ben je zelfstandige? Met een wetsvoorstel wil het kabinet meer duidelijkheid geven.
Opdrachtgevers en ook uitvoerders en toezichthouders weten zo beter wanneer loondienst passend is. En onder welke voorwaarden opdrachtgevers zelfstandige ondernemers kunnen inschakelen. Het doel is om een gelijker speelveld te creëren op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel introduceert ook een (civielrechtelijk) rechtsvermoeden, waarop werkenden of hun vertegenwoordiger zich kunnen beroepen. Dit om schijnzelfstandigheid aan de basis van de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te voorkomen.
Opheffing handhavingsmoratorium
Om schijnzelfstandigheid verder te bestrijden, gaat het kabinet per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid van de Belastingdienst opheffen. Ook werkt het kabinet aan een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Zij worden zo
beter beschermd tegen verlies van inkomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Tegelijkertijd zorgt deze verzekering voor een gelijker speelveld tussen zelfstandigen onderling, en tussen werknemers en zelfstandigen. Zodat zelfstandigen de kansen van het ondernemerschap kunnen benutten
én de risico’s kunnen dragen.
WW aanpassen
Het kabinet past de WW aan. Hiervoor worden verschillende varianten uitgewerkt in afstemming met onder andere UWV en de sociale partners. Een integrale blik, met aandacht voor vereenvoudiging van de wetgeving voor de WW-gerechtigde, de werkgever en de uitvoering zijn belangrijk.
Gezond en veilig werken
Werkzekerheid betekent ook gezond en veilig kunnen werken. Met de Arbovisie 2040 werkt het kabinet aan het verlagen van het aantal arbeidsongevallen, zieken en doden door werk. Werkgevers moeten meer doen aan preventie. Het kabinet onderzoekt hoe dit het beste kan worden geregeld en kijkt onder andere naar een brede verantwoordelijkheid van opdrachtgevers.
Arbeidsmarktkrapte
Het kabinet werkt een rijksbrede arbeidsmarktagenda uit. Er zijn veel werkgevers met een personeelstekort.
Meer uren werken
Het kabinet stimuleert mensen die in deeltijd werken om meer te gaan werken. Met het project ‘Meer uren werkt!’ wil het kabinet zichtbare en onzichtbare drempels wegnemen. In de sociale omgeving, bij arbeidsorganisaties en bij deeltijders zelf. Denk hierbij aan het mogelijk maken van het anders inroosteren van de werkdag en het mogelijk maken van combinatiebanen.
Vereenvoudiging verlofstelsel
Het kabinet zorgt dat mensen hun werk en zorgtaken voor kinderen en naasten goed kunnen combineren. Kinderopvang en verlofregelingen bieden ondersteuning. Bijvoorbeeld aan gezinnen die zo’n belangrijke rol spelen in de samenleving. Het verlofstelsel uit de Wet arbeid en zorg is ingewikkeld. Dit kabinet onderzoekt hoe dit stelsel op korte termijn kan worden vereenvoudigd. Op lange termijn is de uitdaging hoe we arbeid en zorg combineren, als steeds meer mensen mantelzorg moeten verlenen. De SER werkt aan een advies hierover.
In de evaluatie van de Wet betaald ouderschapsverlof, die in 2025 plaatsvindt, wordt aandacht besteed aan het gebruik en de effecten van de invoering van het betaald ouderschapsverlof.
Leren en ontwikkelen
Het kabinet draagt bij aan leren en ontwikkelen om de duurzame inzetbaarheid van werkenden en het verdienvermogen van werkgevers te vergroten. Ook draagt leren en ontwikkelen bij aan het oplossen van de mismatch op de arbeidsmarkt. Via de SLIM-regeling ondersteunt het kabinet werkgevers. Dit is aanvullend op de eigen inspanningen van werkgevers en werknemers op het gebied van leven lang ontwikkelen.
Werkcentrum
Daarnaast zorgt het kabinet dat werkzoekenden en werkgevers elkaar eenvoudig kunnen vinden, om mensen snel aan een baan te helpen. Om deze reden werkt het kabinet aan de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur. Zo komt in elke arbeidsmarktregio één gezamenlijk regionaal
loket: het Werkcentrum. Ook wordt het van-werk-naar-werk-stelsel versterkt om wisselen van baan soepeler te laten verlopen.
Mensen met arbeidsbeperking
Het kabinet vergroot de baankansen van mensen met een arbeidsbeperking. Het kabinet zet stappen naar een inclusievere arbeidsmarkt waarin mensen met een arbeidsbeperking volop meedoen. En waarin zij bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen. Ook als zij hierbij een steuntje in de rug nodig hebben. Daarom verbeteren we de banenafspraak en wordt beschut werk bevorderd.
Grip op arbeidsmigratie
Het kabinet neemt verschillende maatregelen om meer grip te krijgen op arbeidsmigratie.
Het kabinet onderzoekt hoe de kennismigrantenregeling scherper kan. Ook wil het kabinet werkgevers van arbeidsmigranten verantwoordelijk maken voor de overlast en kosten die kunnen ontstaan wanneer
arbeidsmigranten geen reguliere huisvesting hebben. Wanneer arbeidsmigranten langdurig in Nederland verblijven, moeten hun werkgevers ervoor zorgen dat zij de Nederlandse taal leren. Het kabinet maakt flexibele arbeid minder aantrekkelijk. De verwachting is dat dit helpt bij het grip krijgen op arbeidsmigratie.
De 30%-regeling voor kennismigranten, die sinds 2024 is versoberd naar een 30%-20%-10%-regeling, wordt gewijzigd naar een 27%-regeling zonder afbouw in het vrijgestelde forfait. Het selectieve toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten uit derde landen blijft in stand. Net als de verplichte tewerkstellingsvergunning voor arbeidsmigranten van buiten de EU.
Het kabinet pakt malafide uitzendconstructies aan. Het wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten is nu in behandeling bij de Tweede Kamer. Het voorstel introduceert een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en andere uitleners van arbeidskrachten. Zij moeten
voortaan aan strenge eisen voldoen om kwetsbare arbeidskrachten te beschermen.
Herziening kinderopvangstelsel
Het kabinet bouwt aan een toekomstbestendig stelsel voor kinderopvang. De herziening is een belangrijke stap in het eenvoudiger maken van maatregelen die het inkomen ondersteunen. Instellingen voor kinderopvang worden voortaan rechtstreeks gefinancierd en de ondersteuning van werkende ouders is niet langer afhankelijk van de hoogte van hun inkomen. Zo wordt voorkomen dat werkende ouders achteraf geconfronteerd worden met terugvorderingen.
Compensatie transitievergoeding (beperkt vanaf 2026)
Werkgevers worden gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij ontslag van een twee jaar zieke werknemer. De compensatie is afhankelijk van de hoogte van de bij ontslag betaalde transitievergoeding.
De compensatieregeling wordt vanaf 1 juli 2026 beperkt tot kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Werkgevers met 25 of meer werknemers worden vanaf dan niet meer gecompenseerd.
Voor 2024 en 2025 wordt er ten opzichte van 2023 een stijging verwacht van het aantal uitbetalingen. Voornaamste oorzaak daarvan is een stijging van het aantal langdurig zieke werknemers. De gemiddelde uitbetaling is daarentegen redelijk constant en bedraagt circa € 16.000. Vanaf 1 juli 2026 wordt de regeling beperkt tot kleine werkgevers. Naar verwachting leidt dit tot een daling van de uitgaven met circa 70%.
Compensatieregeling transitievergoeding MKB
De compensatieregeling Transitievergoeding MKB bij bedrijfsbeëindiging vanwege pensionering of overlijden van de werkgever is afhankelijk van de hoogte van de bij ontslag aan de werknemer betaalde transitievergoeding.
Het aantal werkgevers dat elk jaar stopt vanwege pensionering of overlijden is redelijk constant. Het is niet de verwachting dat dit in de nabije toekomst verandert. De verwachting is daarom dat de uitgaven elk jaar circa € 9 miljoen bedragen.
Meer informatie over de maatregelen en plannen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid krijg je op de Nationale Salarisdag.