Het kabinet-Schoof heeft het hoofdlijnenakkoord uitgewerkt in een regeerprogramma dat op 13 september 2024 is gepubliceerd. Het regeerprogramma bevat de plannen voor de komende kabinetsperiode en bestaat uit de volgende onderdelen:
- Bestaanszekerheid en koopkracht
- Grip op asiel en migratie
3a. Wonen en volkshuisvesting
3b. Infrastructuur, openbaar vervoer en luchtvaart - Landbouw, visserij, voedselzekerheid en natuur
- Energietransitie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie
6a. Zorg
6b. Onderwijs - Goed bestuur en sterke rechtsstaat
- Nationale veiligheid
9a. Internationale veiligheid
9b. Europese samenwerking
10a. Economie en ondernemingsklimaat
10b. Arbeidsmarktkrapte
Bijlage 1. Overzicht belangrijkste gesprekspartners
Bijlage 2. Overzicht van verwachte wetgeving volgend uit het regeerprogramma
Salaris Vanmorgen heeft de belangrijkste plannen voor salaris- en hr-professionals uit het regeerprogramma hierna weergegeven. Zo zet het kabinet onder meer in op meer werkzekerheid voor flexwerkers, vereenvoudiging van het verlofstelsel, het terugdringen van de regeldruk en hervorming van de autobelastingen.
Bestaanszekerheid en koopkracht
Het kabinet wil de bestaanszekerheid van mensen vergroten en richt zich onder meer op werkzekerheid en inkomenszekerheid.
Werk is de basis van bestaanszekerheid. De huidige regels rond werk kunnen ervoor zorgen dat bedrijven onvoldoende wendbaar zijn en dat sommige mensen onvoldoende werk- en inkomenszekerheid hebben.
Het kabinet wil dat meer mensen een vaste baan krijgen en het doorgeschoten beroep op flexibele contractvormen terugdringen. Er komt een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen. En met een wetsvoorstel dat duidelijker maakt wanneer je werkt als werknemer of als zelfstandige. Zo weten zelfstandigen waar ze aan toe zijn.
Om zelfstandigen beter te beschermen tegen verlies van inkomen in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid en een gelijker speelveld tussen werkenden te bevorderen, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Ook gaat de Belastingdienst weer handhaven op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen om schijnzelfstandigheid te bestrijden.
Kleine en middelgrote werknemers
Werkgevers moeten kunnen ondernemen. Vooral kleine en middelgrote ondernemers komen soms in de knel door regels, zoals rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dat maakt ze minder wendbaar. Daarom kunnen kleine en middelgrote werkgevers onder voorwaarden straks na 1 jaar ziekte van de werknemer de re-integratie volledig richten op het vinden van een werkplek bij een andere werkgever.
Daarnaast wordt gewerkt aan een regeling waarmee werkgevers hun werknemers kunnen behouden tijdens een crisis buiten het reguliere ondernemersrisico. Ze kunnen werknemers tijdelijk herplaatsen of minder laten werken en bij dat laatste een loonsubsidie aanvragen.
Werkcentrum
Ook wil het kabinet de dienstverlening over werk en scholing in een arbeidsmarktregio in één loket samenbrengen: het Werkcentrum. Het kabinet werkt aan een inclusievere arbeidsmarkt. Hierbij moet de ondersteuningsbehoefte van de burger centraal staan en niet de inkomenssituatie.
LLO-agenda
Het kabinet vindt het voor de werkzekerheid en voor de noodzakelijke productiviteitsgroei belangrijk dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen (LLO). Dat vraagt een betere benutting van bestaande publieke en private investeringen in LLO, zodat deelname aan scholing en leren op het werk groeit, een sterke leercultuur ontstaat en de aansluiting van het opleidingsaanbod op de vraag van de (regionale) arbeidsmarkt verbetert. Om dit te realiseren komt er een gezamenlijke LLO-agenda. Met de LLO-agenda werkt het kabinet samen met sociale partners, regio’s en opleiders aan structurele verbeteringen.
Koopkrachtpakket
Het kabinet wil dat mensen meer te besteden krijgen. Uitgangspunt is dat maatregelen gericht zijn op zekerheid en meedoen, niet verder nivelleren en tegelijkertijd de (kinder)armoede voorkomen.
Het kabinet komt volgens eigen zeggen met een evenwichtig koopkrachtpakket om kwetsbare groepen en werkende middeninkomens ondersteunen.
Het kabinet introduceert een extra tarief in de inkomstenbelasting, gecombineerd met een verlaging van het tarief in de eerste schijf. Deze lastenverlichting wordt deels gefinancierd door het verlagen van de algemene heffingskorting.
Het koopkrachtbeeld laat volgens het kabinet zien dat met de maatregelen de koopkrachtontwikkeling tussen werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden in balans wordt gebracht. Met de tariefsverlaging in de inkomstenbelasting en een vereenvoudiging in de huurtoeslag maakt het kabinet werken lonender. Daarnaast gaat het eigen risico met meer dan de helft omlaag in 2027.
Schulden
Om problematische schulden fundamenteel aan te pakken komt het kabinet met een integraal pakket aan maatregelen. Het basispakket van het IBO problematische schulden wordt als uitgangspunt genomen. Het kabinet zal de maatregelen de komende tijd verder uitwerken.
Hervorming toeslagen- en belastingstelsel
Het kabinet wil de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting hervormen. We starten hiervoor een hervormingsagenda met drie doelen:
- Inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en makkelijk te begrijpen zijn.
- En (meer) werken moet lonen.
- De marginale druk moet omlaag.
Een significante verlaging van de marginale druk is niet mogelijk zonder hervorming van het inkomens- en fiscale domein. De verschillende doelen staan soms op gespannen voet met elkaar en vragen om een goede weging.
Bij de hervorming vindt het kabinet het volgende belangrijk:
- De menselijke maat staat voorop.
- Begrijpelijke rechten en plichten.
- Terugvorderingen en voorschotten zoveel mogelijk beperken.
- Toegankelijke dienstverlening via gemeenschappelijke loketten en gegevensdeling.
- Het Rijk regelt de inkomensbasis goed, zodat mensen voor hun inkomen niet afhankelijk zijn van gemeentelijke minimaregelingen.
Met deze hervormingsagenda werkt het kabinet, samen met gemeenten en publieke dienstverleners stapsgewijs aan verbeteringen.
Het kabinet heeft de ambitie om deze kabinetsperiode wetgeving voor te bereiden voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel en op diverse onderdelen van de sociale zekerheid.
Vervanging stelsel kinderopvangtoeslag
Het kabinet vervangt de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering. Er komt een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe stelsel vorderen we niet meer terug bij ouders.
Vereenvoudiging WIA
Het kabinet verbetert en vereenvoudigt de WIA met concrete voorstellen, geïnspireerd door de aanbevelingen van de OCTAS. Daarnaast wil het kabinet aan de slag met de meer fundamentele ideeën van de OCTAS, te weten: het idee van een stelsel dat aanvankelijk gericht is op re-integratie en minder op de (medische) beoordeling én het idee om regelingen voor verschillende groepen werkenden in meer of mindere mate te harmoniseren.
Bezuiniging WW
Ook voor vereenvoudiging van de Toeslagenwet en de WW werkt het kabinet voorstellen uit. Op de WW moet worden bezuinigd.
Handhaving sociale zekerheid
Het kabinet herijkt het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid en introduceert met het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid een recht op vergissen in de sociale zekerheid en probeert er alles aan te doen om fouten te voorkomen.
Aftrek extra vervoerskosten door ziekte
Het kabinet vereenvoudigt de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de inkomstenbelasting per 1 januari 2025 sterk. Om beter aan te sluiten bij de hoge kosten die mensen met een beperking maken voor vervoer, stelt het kabinet hier extra middelen voor beschikbaar.
Arbeidsmigratie
Het kabinet zal de aanpak voor arbeidsmigratie nader vormgeven.
Malafide uitzendbureaus worden aan banden gelegd, onder andere met een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus (Wtta) en de uitbreiding van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Het kabinet start op korte termijn een technische verkenning naar de mogelijkheid om op sectoraal niveau het inlenen van arbeidskrachten te verbieden of een verplichting op te nemen om een minimaal percentage arbeidskrachten in eigen dienst te nemen.
Werkgevers van arbeidsmigranten worden verantwoordelijk voor overlast en kosten die kunnen ontstaan wanneer arbeidsmigranten geen reguliere huisvesting hebben zoals kortdurende of tijdelijke huisvesting.
Werkgevers moeten meer verantwoordelijkheid nemen in de taalscholing van arbeidsmigranten.
Kennismigrantenregeling
Het kabinet onderzoekt de effectiviteit en uitvoerbaarheid van verschillende varianten om de eisen van de kennismigrantenregeling te verhogen of aan te scherpen, bijvoorbeeld door aanpassing van de salariscriteria of de voorwaarden waaronder bedrijven als erkend referent worden aangemerkt. Het kabinet wil dat de regeling beter wordt toegespitst op kennismigranten die echt nodig zijn voor de Nederlandse kenniseconomie en misbruik tegen gaan.
Arbeidsmarktkrapte
Het kabinet wil de kwaliteit van werk verhogen. Mensen die in Nederland werken, verdienen een eerlijk loon en goede arbeidsomstandigheden, met zekerheid over hun toekomst – zowel bezien vanuit hun contractsituatie als vanuit hun mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Met de implementatie van het arbeidsmarktpakket werkt het kabinet hieraan.
Om een sterke economie te realiseren, moeten keuzes worden gemaakt over het soort werk dat wordt gestimuleerd. Het huidige overheidsbeleid wordt doorgelicht inclusief subsidies, fiscale faciliteiten en regelgeving in het licht van krapte en andere schaarstes. Ook werkt het kabinet aan een verlaging van de regeldruk, zodat bedrijven hier minder tijd aan kwijt zijn.
Het kabinet wil de productiviteit verhogen door prioriteit te geven aan de toepassing van innovatie en arbeidsbesparende technologieën te stimuleren. Binnen de zorg wordt bijvoorbeeld ingezet op AI.
Meer Uren Werkt
Het kabinet blijft zich inzetten om de duurzame arbeidsparticipatie verhogen door onder meer het onbenut arbeidspotentieel aan te spreken en het ziekteverzuim terug te dringen. Daarnaast neemt het kabinet maatregelen om de arbeidsduur van werkenden te vergroten. Een voorbeeld hiervan is de inzet via het programma ‘Meer Uren Werkt!’.
Om mensen te stimuleren (meer) te gaan werken, is het cruciaal dat (meer) werken ook loont. Het kabinet wil dit realiseren door de hervorming van het stelsel van inkomensondersteuning.
Mantelzorgverlof
Verder is het van belang dat mensen de ruimte hebben om voor hun naasten te zorgen. Daarom werkt het kabinet aan het vergroten van de bekendheid van het recht op flexibel werken, wat werknemers in kunnen zetten om werk en mantelzorg te combineren. Ook wil het kabinet het verlofstelsel (administratief) vereenvoudigen. Het kort- en langdurend zorgverlof wordt samengevoegd tot het ‘mantelzorgverlof’. Aan de SER is daarnaast een advies gevraagd over een toekomstbestendige combinatie van werk en mantelzorg.
Verdienvermogen versterken
Het kabinet wil het verdienvermogen in Nederland versterken. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor bedrijven. Bedrijven – van mkb tot grootbedrijf – maken winst en betalen werknemers hun loon. Ruim 70% van de werkenden werkt in de private sector sector.
Ondernemen moet lonen om de welvaart op hoog niveau te houden.
Om het verdienvermogen te versterken stelt het kabinet onder meer de volgende prioriteiten:
Ondernemingsklimaat verbeteren
Het kabinet voert lastenverlichtingen door voor het bedrijfsleven, zoals het terugdraaien van de verlaging van de mkb-winstvrijstelling, het terugdraaien afschaffing inkoop eigen aandelen, de verlaging van de renteaftrekbeperking Vpb naar 25%, het terugdraaien van de verhoging van de CO2-heffing industrie en het terugdraaien van de verhoging van de Energiebelasting. Het kabinet vervolgt het onderzoek naar een fiscale regeling voor medewerkersparticipatie bij startups en scale-ups.
Regeldruk terugdringen
Het kabinet spant zich in om met name overbodige regeldruk tegen te gaan en om het naleven van regels makkelijker te maken.
Het kabinet komt met de wettelijke verplichting om het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) structureel en vroegtijdig bij de voorbereiding van nieuwe regelgevingsvoorstellen, die naar verwachting grote gevolgen voor de regeldruk hebben, te betrekken. Het kabinet dient hiertoe dit najaar een nota van wijziging in op het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk. Het wetsvoorstel Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk zal naar verwachting uiterlijk voorjaar 2025 in werking treden.
Er komt een reductieprogramma regeldruk dat zich richt op het aanpakken van regeldrukkosten en werkbaarheid. Hierbij betrekt het kabinet onder meer werkgeversverplichtingen, ondernemersverplichtingen en sectorspecifieke verplichtingen, waarbij integraal verschillende beleidsdoelstellingen worden afgewogen.
Hervorming autobelastingen
Door de geleidelijke toename van elektrische auto’s nemen de overheidsinkomsten af, terwijl het streven juist is een stabiele opbrengst van de autobelasting op de lange termijn. Van de elektrische rijder wordt een eerlijke bijdrage gevraagd.
Het kabinet presenteert in het eerste kwartaal van 2025 een plan voor een hervorming van de autobelastingen en het aanpalende mobiliteitsbeleid. In dit plan worden verschillende opties uitgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de afspraken over de hervorming van de autobelastingen en de daaraan gerelateerde CO2-reductie zoals opgenomen in het Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan (HVP).
De randvoorwaarden hierbij zijn dat het kabinet alle nieuwe aanschafsubsidies voor personenvoertuigen per 2025 stopzet. Vanaf 2026 komt er in de motorrijtuigenbelasting een nieuwe tariefkorting voor emissievrije personenauto’s, die gedeeltelijk compenseert voor het technisch meergewicht van het accupakket.
Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid
Met het Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid wil het kabinet goed werkgeverschap door scholen bevorderen, bijvoorbeeld met meer vaste contracten, en beperken we externe inhuur van leraren. Dat maakt het beroep van leraar aantrekkelijker. Het wetsvoorstel wordt begin 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Overzicht verwachte wetgeving
Een aantal relevante aangekondigde nieuwe wetgeving op een rij:
- Wetswijziging t.b.v. beperken Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers (25wn).
- Wetswijziging Wet IB 2001 t.b.v. verhogen forfait aftrekbaar bedrag extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de inkomstenbelasting.
- Verbetering positie werknemer in faillissement bij overgang van onderneming (WOVOF).
Naar verwachting nieuwe wetgeving
Een aantal van belang zijnde naar verwachting nieuwe wetgeving:
- Wetswijzigingen die volgen uit de aangekondigde bezuiniging/maatregel WW (beleidsopties eind 2024 naar de Kamer).
- Wetgeving t.b.v. het samenvoegen van het kort- en langdurend zorgverlof tot het ‘mantelzorgverlof’.
- Wetswijzigingen die volgen uit de aangekondigde verbetering en vereenvoudiging van de WIA waaronder de uitwerking van de OCTAS varianten (uitwerking eind 2024 naar de Kamer).