De Belastingdienst beantwoordt vier vragen over het inkomen van een werknemer tijdens ziekte, arbeidsongeschiktheid, tijdelijk geen of minder werk en verlof in combinatie met een ZW, vervroegde IVA, WW- of WAZO-uitkering:
- Welk loon moet de werkgever tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid doorbetalen?
- Welk loon moet de werkgever tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid doorbetalen als de werknemer een ZW-uitkering of vervroegde IVA-uitkering ontvangt?
- Welk loon moet de werkgever bij tijdelijk geen werk of tijdelijk minder werk doorbetalen als de werknemer een WW-uitkering ontvangt?
- Welk inkomen geniet de werknemer bij verlof in combinatie met een WAZO-uitkering?
Loon bij ziekte of arbeidsongeschiktheid
1 Welk loon moet de werkgever tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid doorbetalen?
De minimale loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte en arbeidsongeschiktheid is in het Burgerlijk Wetboek (BW) geregeld. De werkgever heeft op grond van het BW een loondoorbetalingsverplichting en moet gedurende 104 weken 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon doorbetalen, tenzij de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eerder eindigt. De wettelijke loondoorbetalingsverplichting van de werkgever geldt tot 70% van het maximumpremieloon.
Als het loon dat de werkgever tijdens de loondoorbetalingsverplichting doorbetaalt minder is dan het minimumloon, vult de werkgever de eerste 52 weken het loon aan tot ten minste het voor de werknemer geldende minimumloon.
Heeft de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of verricht de werknemer doorgaans op minder dan 4 dagen in de week werkzaamheden ten behoeve van het huishouden van de natuurlijk persoon tot wie de dienstbetrekking bestaat, dan is de loondoorbetalingsperiode gemaximeerd tot zes weken. De werkgever mag maximaal twee wachtdagen toepassen. Voor deze wachtdagen heeft de werknemer geen recht op loondoorbetaling.
Afwijking ten gunste van werknemer
Bij cao, publiekrechtelijke regeling of individuele arbeidsovereenkomst kan de werkgever in het voordeel van de werknemer van het BW afwijken, bijvoorbeeld dat de werkgever gedurende de eerste 52 weken 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon moet doorbetalen of dat er geen of één wachtdag geldt.
Loon bij ziekte en ZW- of IVA-uitkering
2 Welk loon moet de werkgever tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid doorbetalen als de werknemer een ZW-uitkering of vervroegde IVA-uitkering ontvangt?
In de situatie dat de werknemer recht heeft op een ZW-uitkering, bijvoorbeeld bij ziekte als gevolg van zwangerschap of bevalling of een no-risk polis, of een vervroegde IVA-uitkering gedurende de periode van de loondoorbetalingsverplichting geldt het volgende.
Op grond van het BW blijft de loondoorbetalingsverplichting van toepassing (zoals bij vraag 1 beschreven), maar komt de ZW-uitkering of de vervroegde IVA-uitkering in mindering op deze loondoorbetalingsverplichting. De werkgever moet in deze situatie de uitkering aanvullen tot in ieder geval het in het BW genoemde percentage van het loon. De werkgever vult dan gedurende 104 weken de ZW-uitkering (die is inclusief vakantiebijslag) of de vervroegde IVA-uitkering aan tot 70% van het loon van de werknemer.
Tot 70% maximumpremieloon
De wettelijke loondoorbetalingsverplichting van de werkgever, dus de verplichting om de ZW-uitkering of de vervroegde IVA-uitkering aan te vullen, geldt tot 70% van het maximumpremieloon. Als het loon dat de werkgever tijdens de loondoorbetalingsverplichting doorbetaalt minder is dan het minimumloon vult de werkgever de eerste 52 weken aan tot het voor de werknemer geldende minimumloon. De werkgever hoeft de ZW-uitkering of de vervroegde IVA-uitkering niet aan te vullen als sprake is van een wachtdag of wachtdagen.
Afwijking ten gunste van werknemer
Bij cao, publiekrechtelijke regeling of individuele arbeidsovereenkomst kan in het voordeel van de werknemer van het BW worden afgeweken, bijvoorbeeld dat de werkgever gedurende de eerste 52 weken de ZW-uitkering of vervroegde IVA-uitkering aanvult tot 100% van het loon of dat er geen of één wachtdag geldt.
Loon bij tijdelijk geen of minder werk en WW
3 Welk loon moet de werkgever bij tijdelijk geen werk of tijdelijk minder werk doorbetalen als de werknemer een WW-uitkering ontvangt?
Een werkgever kan in bijzondere situaties tijdelijk geen of minder werk hebben. Denk aan vorst, ijzel, sneeuw, overvloedige regen, brand of blikseminslag, waardoor de werknemers hun normale werkzaamheden geheel of gedeeltelijk niet meer kunnen uitoefenen.
Regeling onwerkbaar weer
In geval van bijvoorbeeld vorst, ijzel, sneeuw of overvloedige regen moet in de cao een regeling zijn opgenomen in welke buitengewone natuurlijke omstandigheden en onder welke voorwaarden de overeengekomen arbeid niet kan worden verricht. Als de werkgever aan deze voorwaarden voldoet en daarbij ook voldoet aan de voorwaarden van de Regeling onwerkbaar weer, is hij vrijgesteld van de wettelijk loondoorbetalingsverplichting. De werknemers hebben voor de uren waarop niet kan worden gewerkt recht op een WW-uitkering.
Regeling werktijdverkorting
Als sprake is van bijvoorbeeld brand of blikseminslag, kan de werkgever bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek indienen om de werktijd van zijn werknemers tijdelijk te verkorten: de ontheffing van het verbod op werktijdverkorting. Als de werkgever voldoet aan de voorwaarden voor werktijdverkorting, ontvangt hij deze ontheffing. De werkgever heeft met deze ontheffing geen loondoorbetalingsverplichting voor de uren waarop niet kan worden gewerkt.
De werknemers hebben voor de uren waarop niet kan worden gewerkt recht op een WW-uitkering.
Afwijking ten gunste van werknemer
Bij cao, publiekrechtelijke regeling of individuele arbeidsovereenkomst kan in het voordeel van de werknemer van het BW worden afgeweken, bijvoorbeeld dat de werkgever de WW-uitkering aanvult tot 100% van het loon.
Inkomen werknemer bij verlof i.c.m. WAZO-uitkering
4 Welk inkomen geniet de werknemer bij verlof in combinatie met een WAZO-uitkering?
Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) bestaan er diverse soorten verlof, namelijk verlof waarbij recht kan bestaan op een WAZO-uitkering, verlof met behoud van loondoorbetaling door de werkgever (betaald verlof) of verlof zonder behoud van loondoorbetaling door de werkgever (onbetaald verlof). Hierna gaat het alleen om de soorten verlof waarbij recht kan bestaan op een WAZO-uitkering.
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
De werkgever heeft tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof geen wettelijke loondoorbetalingsverplichting. De werknemer heeft tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof recht op een WAZO-uitkering.
Afwijking ten gunste van werknemer
Bij cao, publiekrechtelijke regeling of individuele arbeidsovereenkomst kan in het voordeel van de werknemer van het BW worden afgeweken, bijvoorbeeld dat de werkgever de WAZO-uitkering aanvult tot 100% van het loon.
Aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof
De werkgever heeft tijdens het aanvullend geboorteverlof en het betaald ouderschapsverlof geen wettelijke loondoorbetalingsverplichting. Gedurende het aanvullend geboorteverlof en het betaald ouderschapsverlof heeft de werknemer recht op een WAZO-uitkering.
Afwijking ten gunste van werknemer
Bij cao, publiekrechtelijke regeling of individuele arbeidsovereenkomst kan in het voordeel van de werknemer van het BW worden afgeweken, bijvoorbeeld dat de werkgever de WAZO-uitkering betaald ouderschapsverlof aanvult tot 100% van het loon.
Bron: Bijlage bij het Handboek Loonheffingen: Betaling van een uitkering op grond van de werknemers verzekeringen en de WAZO: vragen en antwoorden