
Als de werknemer in verwachting is, heeft zij altijd recht op minimaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het zwangerschapsverlof kan ingaan in de periode van 6 tot 4 weken voor de dag na de uitgerekende datum. De werknemer kiest zelf de precieze datum. Het bevallingsverlof gaat altijd in op de dag na de bevalling. De werknemer is verplicht na de bevalling 6 weken aaneengesloten op te nemen.
Als het kind van de werknemer na de geboorte meer dan 7 dagen in het ziekenhuis wordt opgenomen, mag het bevallingsverlof van de werknemer langer duren (maximaal 10 weken langer). De uitkering loopt altijd gelijk aan het verlof.
Bereken hier de duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de werknemer.
Stappen om verlof te berekenen
UWV gebruikt de volgende stappen om de extra dagen verlof te berekenen:
- Het aantal dagen dat het kind tijdens het bevallingsverlof van de werknemer in het ziekenhuis ligt. Gaat het om meerdere ziekenhuisopnames? Dan tel je die dagen bij elkaar op. Ook als het kind in verschillende ziekenhuizen heeft gelegen.
- Van het totaal aantal dagen ziekenhuisopname trekt UWV 7 dagen af. Voor de eerste 7 dagen dat het kind in het ziekenhuis verblijft, krijgt de werknemer namelijk geen extra verlof.
- Hoelang duurt het bevallingsverlof van de werknemer?
- Is dat 10 weken: de uitkomst van stap 2 is het aantal dagen extra bevallingsverlof.
- Is dat langer dan 10 weken: UWV trekt het aantal dagen dat het bevallingsverlof langer duurt dan 10 weken, af van de uitkomst bij stap 2. Wat overblijft, zijn de extra dagen bevallingsverlof.
Voorbeeld bevallingsverlof
De werknemer heeft recht op 6 weken zwangerschapsverlof voor de uitgerekende datum. Daarvan neemt zij 4 weken verlof op. Zij bevalt 2 weken voor de uitgerekende datum. Dan heeft zij voor de bevalling maar 2 weken verlof gehad. Daarom duurt haar bevallingsverlof 14 weken in plaats van 10 weken. Haar kind ligt binnen deze 14 weken bevallingsverlof in totaal 7 weken in het ziekenhuis.
- Het totaal aantal dagen dat het kind in ziekenhuis ligt, is 49 (7 weken).
- Dit aantal vermindert u met de eerste 7 dagen van de opname: 49 – 7 = 42 dagen.
- Het bevallingsverlof duurt 14 weken, dat is 4 weken langer dan 10 weken: 14 – 10 = 4 weken = 28 dagen. Deze 28 dagen haalt u af van de uitkomst bij stap 2: 42 – 28 = 14 dagen. De werknemer heeft dus recht op 14 dagen extra verlof.
Hoe vraag ik langer bevallingsverlof aan?
Moet het pasgeboren kind van de werknemer na de bevalling in het ziekenhuis blijven? Dan heeft UWV het volgende nodig om langer verlof aan te vragen:
- het formulier ‘Aanvragen verlenging WAZO-uitkering’;
- een verklaring van het ziekenhuis.
De verklaring van het ziekenhuis krijg je van de werknemer. Lag het kind van de werknemer in meer dan 1 ziekenhuis? Dan heeft UWV een verklaring van elk ziekenhuis nodig.
In de verklaring staat dat het kind van de werknemer in het ziekenhuis was opgenomen en hoelang. Ook de geboortedatum en het burgerservicenummer (BSN) van de werknemer moeten staan vermeld. Deze verklaring is belangrijk. Alleen daarmee kan UWV de aanvraag in behandeling nemen.
Aanvraag verlengen WAZO-uitkering
Stuur UWV uiterlijk in de laatste 2 weken van het bevallingsverlof het ingevulde en ondertekende formulier ‘Aanvragen verlenging WAZO-uitkering’ en de verklaring(en) van het ziekenhuis. Ligt het kind dan nog in het ziekenhuis? Stuur UWV de documenten dan op de laatste dag van het bevallingsverlof van de werknemer.
UWV berekent of de werknemer langer verlof krijgt, en zo ja, hoelang. Je krijgt allebei bericht hierover.
Aanvragen verlenging WAZO-uitkering
Bron: UWV.nl