
Het hybride stelsel bestaat sinds 1998. In het hybride stelsel hebben werkgevers de keuze om zich voor de Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA, onderdeel van de WIA, sinds 2006) en de Ziektewet (ZW, sinds 2014) publiek te verzekeren via UWV of om eigenrisicodrager te worden.
Kostenvoordeel
De effectiviteit van de re-integratie van zieke (ex-)werknemers zou het leidende motief moeten zijn bij deze keuze. Slaagt een werkgever erin zijn zieke (ex-)werknemers beter te re-integreren dan andere werkgevers, dan kan hij als eigenrisicodrager een kostenvoordeel behalen ten opzichte van de publieke verzekering.
Gelijk speelveld
Daarvoor is het wel van belang dat er een gelijk speelveld is tussen de publieke verzekering en het eigenrisicodragerschap of de achterliggende private verzekeringsmarkt. Dat wil zeggen: er zouden geen substantiële kostenverschillen moeten zijn die niet het gevolg zijn van verschillen in de effectiviteit van de re-integratie. Anders werkt de hybride markt niet zoals bedoeld en zou deze zelfs instabiel kunnen worden, waarbij alle werkgevers tenderen naar de publieke verzekering of juist naar het eigenrisicodragerschap. Daarom is het belangrijk om de ontwikkelingen op de hybride markt goed te onderzoeken en te analyseren.
Onderzoek naar zieke zwangeren in de ZW
In een analyse heeft UWV gekeken naar de samenhang tussen de stijging van het beroep op de ZW door zwangeren in de periode 2017-2020 en veranderingen in leeftijd, contractvorm, loonhoogte en bedrijfstak van de verzekerdenpopulatie.
Uit een eerder gepubliceerd rapport blijkt dat deze factoren de stijging van het beroep op de ZW door zwangeren deels verklaren. Ook deze verdiepende analyse kan de stijging niet volledig verklaren.
UWV noemt in dit en in het eerdere onderzoek ook andere factoren die een rol lijken te spelen, zoals het verruimde criterium voor ziekte door zwangerschap of bevalling. Tot slot noemt UWV andere factoren die mogelijk een rol zouden kunnen spelen, maar die niet zijn te onderzoeken (zoals globale veranderingen op de arbeidsmarkt of niet-waarneembare veranderingen bij werkgevers of
werknemers).
De minister concludeert dat de stijging van het beroep op de ZW door zwangeren maximaal is onderzocht, maar hiermee slechts deels hard is te verklaren. Voor een deel blijft de verklaring speculatief.
Bewegingen werkgevers op hybride verzekeringsmarkt voor ZW en WGA
Een verbetering is nodig om het doel van een zo gelijk mogelijk speelveld op de hybride ZW-markt te bereiken. Daarom verhoogt het kabinet de terugkeerpremie voor werkgevers, die eerder hebben gekozen voor eigenrisicodragerschap maar willen terugkeren naar de publieke verzekering bij UWV, per 1 januari 2024 naar de (volledige) gemiddelde sectorale premie.
Hogere premie bij terugkeer naar UWV
Nu betalen werkgevers die terugkeren naar de publieke verzekering de halve sectorale premie. De wijziging betekent dat werkgevers die terugkeren naar UWV een hogere premie gaan betalen die het risico beter dekt. Het collectief van publiek verzekerde werkgevers voor de ZW gaat hierdoor een
iets lagere premie betalen. Op macroniveau blijven werkgevers dezelfde premie betalen.
Weinig verschuivingen in aandeel eigenrisicodragers
De afgelopen vijf jaar (van 1 januari 2018 tot en met 1 januari 2022) zijn zowel bij de ZW als bij de WGA geen grote verschuivingen geweest in het aandeel eigenrisicodragers. Dat geldt voor zowel grote als kleine werkgevers. Ook de onderliggende bewegingen tussen de publieke verzekering en het eigenrisicodragerschap laten geen extreme dynamiek zien.
Jaarlijks wisselt een beperkt percentage van de werkgevers tussen de publieke verzekering en het eigenrisicodragerschap, zowel voor de WGA als de ZW. Dit geldt ook binnen de groep grote werkgevers, die vaker voor het eigenrisicodragerschap kiezen dan kleine werkgevers.
Terugkeerpremie vanaf 1 januari 2024
De bovengenoemde verhoging van de terugkeerpremie, voor werkgevers die eerder kozen voor het eigenrisicodragerschap, beperkt het mogelijke premievoordeel als beweegreden voor werkgevers om herhaaldelijk te wisselen tussen eigenrisicodragerschap en de publieke verzekering vanaf 1 januari 2024.
(In)direct verplaatsen van personeel
Het indirect verplaatsen van personeel kan premievoordeel opleveren voor werkgevers met verschillende bedrijfsonderdelen. Zij hebben bij het aangaan van nieuwe dienstverbanden (en het vernieuwen van aflopende dienstverbanden) een keuze bij welk bedrijfsonderdeel het nieuwe dienstverband wordt aangegaan. Wanneer zij consequent voor dienstverbanden kiezen bij het bedrijfsonderdeel met de laagste premie (die is vastgesteld op basis van de uitkeringslast in het verleden), verplaatsen zij telkens loonsom waarover ze een hogere premie moeten betalen naar loonsom waarvoor een lagere premie geldt. Vooral (grote) uitzendbedrijven zouden dit kunnen doen omdat zij overwegend tijdelijke dienstverbanden hebben.
Werkelijke en ‘verwachte’ premies
UWV heeft geanalyseerd in hoeverre de werkelijke premies die werkgevers moeten betalen in 2020 en 2021 afwijken van de ‘verwachte’ premies.
De minister constateert dat er alleen voor de uitzendsector mogelijk sprake is van een premie-dempend effect door loonsomverschuivingen, en dat dit effect beperkt is ten opzichte van de premieverschillen tussen de uitzend- en niet-uitzendwerkgevers. Dit betekent dat de premiedifferentiatie in belangrijke mate werkt zoals beoogd: ZW-lasten worden toegerekend aan de sectoren waar de lasten ontstaan.
Van Gennip wil de ontwikkeling hierin komende jaren goed blijven monitoren, om te zien of de werkelijke premies in de uitzendsector structureel lager zijn dan de ‘verwachte’ premies en om te zien of het verschil toeneemt.
Eigenrisicodragerschap vanuit perspectief werknemers
De minister is in gesprek gegaan met sociale raadslieden over het eigenrisicodragerschap vanuit het
perspectief van werknemers. In dat gesprek is van gedachten gewisseld over diverse aspecten van het
eigenrisicodragerschap. Drie belangrijke signalen licht zij eruit.
- Het is in de praktijk vaak niet duidelijk voor (ex-)werknemers wat de positie is van de eigenrisicodrager, welke partijen daarbij zijn betrokken en wat hun rechten zijn ten opzichte van de eigenrisicodrager.
- Eigenrisicodragers zetten vaak stevig in op de re-integratie, waardoor het volgens de
gesproken sociale raadslieden voorkomt dat de werkzaamheden die deze (ex-)werknemers gaan verrichten niet altijd passend zijn. - Zieke werknemers met een tijdelijk contract voelen zich weleens onder druk gezet om zich beter te melden voor het einde van hun contract, waardoor de betrokkene geen Ziektewetuitkering krijgt na afloop van zijn contract terwijl hij nog wel ziek is.
Deze signalen neemt de minister mee in één van de twee onderzoeken over de hybride markt, die op dit moment worden uitgevoerd: een onderzoek naar de dienstverlening aan en begeleiding van werknemers in het hybride stelsel en een uitvoeringsonderzoek over de hybride ZW-markt.
De onderzoeken zijn naar verwachting eind 2023 klaar.
Kamerbrief over diverse onderzoeken werknemersverzekeringen en de hybride markt