Valt de verstrekking van gratis gezonde lunchmaaltijden aan werknemers in het kader van arbobeleid onder de gerichte vrijstelling in de loonbelasting voor arbovoorzieningen? Advocaat-generaal (AG) Pauwels beantwoordt deze vraag bevestigend in zijn advies aan de Hoge Raad dat op 12 mei 2023 is gepubliceerd.
Wat speelt er in deze zaak?
De werkgever verstrekte in 2017 en 2018 kosteloos gezonde lunchmaaltijden aan haar werknemers. De lunchmaaltijden bevatten een vastgesteld minimum aan groenten en waren afgestemd met een diëtiste. Zij bevatten geen toevoegingen zoals zout, suiker en E-nummers.
Gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen?
De vraag was of, voor de loonbelasting, de gratis verstrekking ervan aan de werknemers belast is als loon in natura onder de eindheffing of onder de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen valt. Deze vrijstelling geldt voor voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit het arbeidsomstandighedenbeleid (arbobeleid) dat een werkgever voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).
Rechtbank en hof: nee, geen gerichte vrijstelling
Zowel de rechtbank als het gerechtshof beantwoordde die vraag ontkennend.
Volgens het hof is de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen niet aan de orde bij voorzieningen die in meer algemene zin het welzijn en de gezondheid van werknemers bevorderen, zoals bij de verstrekking van gezonde lunches.
Naar de Hoge Raad
De werkgever was het daarmee niet eens en stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
De werkgever beroept zich op de tekst van art. 8.4a van de Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2011 voor het standpunt dat de gratis verstrekking van gezonde lunchmaaltijden wel degelijk onder de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen valt, gegeven dat die verstrekking onderdeel is van haar arbobeleid.
AG: gerichte vrijstelling, want onderdeel arbobeleid
De AG volgt de werkgever in zijn standpunt. De verstrekking van gezonde lunchmaaltijden valt volgens hem onder de vrijstelling omdat die verstrekking onderdeel is van het arbobeleid.
De Arbowet verplicht werkgevers tot ziekteverzuimpreventiebeleid, en onderdeel daarvan kan zijn gezondheidsbeleid, waarvan weer onderdeel kan zijn de gratis verstrekking van gezonde lunchmaaltijden.
De AG ziet onvoldoende aanknopingspunten voor de opvatting van de Staatssecretaris van Financiën dat de vrijstelling uitsluitend geldt voor voorzieningen die direct samenhangen met verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbowet.
De AG ziet evenmin voldoende grond voor de opvatting van het Hof dat voorzieningen die in meer algemene zin het welzijn en de gezondheid van werknemers bevorderen niet kwalificeren.
Dat het verstrekken van gezonde lunchmaaltijden een privébesparing voor de werknemers oplevert, is volgens de AG geen grond om de vrijstelling niet van toepassing te achten omdat de regelgeving niet (meer) voorziet in een uitzondering wegens die omstandigheid.
Nieuwe regels vanaf 1 januari 2022
De AG adviseert de Hoge Raad dan ook om het cassatieberoep van de belanghebbende gegrond te verklaren. Hij merkt daarbij op dat door een wetswijziging de regels voor gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen vanaf 1 januari 2022 anders luiden.
Gezonde maaltijden = nu niet meer vrijgesteld
Volgens de toelichting bij deze wijziging is met de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen nooit bedoeld om ook voorzieningen vrij te stellen die niet direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever. Gezonde maaltijden worden in dit verband expliciet genoemd als niet vrijgesteld.
De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 17 november 2023.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad.
Uitspraak Parket bij de Hoge Raad, 12 mei 2023, ECLI:NL:PHR:2023:449