Het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wijst de kantonrechter daarom af.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden op grond van artikel 7:671b BW.
Opzegverbod staat ontbinding niet in de weg
Tussen partijen staat vast dat de werknemer vanaf 11 april 2022 arbeidsongeschikt is en dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst nadien is ingediend. Het uitgangspunt is daarom dat voor de werknemer het opzegverbod wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte geldt. De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. Dit betekent dat het opzegverbod tijdens ziekte niet aan een (eventuele) ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat.
Verwijtbaar handelen
Primair heeft de werkgever, een scheepvaartmaatschappij, het verzoek gegrond op de stelling dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld jegens de werkgever en dat de arbeidsovereenkomst daarom op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW moet worden ontbonden.
Werkgever: fraude met kilometerdeclaraties
De werkgever heeft gesteld dat het verwijtbare handelen/nalaten van de werknemer bestaat uit het plegen van fraude met kilometerdeclaraties en het niet verantwoorden van werktijd. Volgens de werkgever heeft de werknemer op meerdere data (7, 9, 18, 24, 29 en 31 maart 2022) kilometerdeclaraties ingediend, terwijl de werknemer op die data geen schepen heeft bezocht en dus geen recht heeft op een kilometervergoeding.
Daarnaast heeft de werkgever gesteld dat het verwijtbare handelen/nalaten van de werknemer bestaat uit het tot driemaal toe niet naleven van de regels omtrent het aanvragen dan wel registreren van verlof.
Meerdere bewijzen overlegd
De werkgever heeft de stellingen onderbouwd met een notitie van waarnemingen van de directeur die de werkzaamheden van de werknemer in de maand maart 2022 heeft gemonitord, met meerdere verklaringen van kapiteins en stuurlieden die inhouden dat zij de werknemer niet op de desbetreffende schepen hebben waargenomen en met kopieën van visitorslogboeken van de schepen waarin de naam van de werknemer niet voorkomt. De werknemer is meermaals op zijn tekortkomingen gewezen, aldus de werkgever.
Werknemer: geen fraude
De werknemer heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van verwijtbaarheid op voornoemde punten. De werknemer heeft erkend dat de kilometerdeclaratie van 24 maart 2022 een vergissing betreft. Hij had op het laatste moment besloten om die dag verlof op te nemen. Hierbij is volgens de werknemer echter geen sprake van opzet.
Visitorslogboeken niet adequaat bijgehouden
Ten aanzien van de overige data heeft de werknemer gemotiveerd betwist dat sprake is van fraude dan wel het niet verantwoorden van werktijd. De werknemer heeft benadrukt dat de visitorslogboeken in de praktijk niet adequaat worden bijgehouden. De werknemer staat evenmin in de logboeken van schepen waarover geen discussie bestaat dat de werknemer die heeft bezocht.
Feiten en omstandigheden gesteld
Ook heeft de werknemer ter zitting feiten en omstandigheden gesteld waaronder de bezoeken aan de schepen hebben plaatsgevonden, onder meer welk doel het bezoek diende (inspectie dan wel controleren of een reparatie goed is verricht), wie hij zou hebben gesproken en – in sommige gevallen – welke goederen hij heeft afgeleverd.
Laadbewijzen van Tesla
De werknemer heeft zijn stellingen onderbouwd met de laadbewijzen van zijn Tesla waaruit volgens de werknemer blijkt dat hij op de desbetreffende data vlakbij dan wel op de route van/naar het desbetreffende schip zijn Tesla heeft geladen, met meerdere foto’s die volgens de werknemer op voornoemde data van de desbetreffende schepen zijn gemaakt en met een screenshot van een sms-bericht van de Duitse overheid.
De werknemer betwist eveneens dat hij de verlofregels niet nakomt. Voor zover de werknemer op dat punt anders had moeten handelen, is volgens de werknemer geen sprake van verwijtbaar handelen.
Oordeel kantonrechter
Bij deze ontslaggrond is de mate van verwijtbaar handelen of nalaten bepalend voor de vraag of sprake is van een redelijke grond voor ontslag.
De kantonrechter constateert dat de werkgever ter onderbouwing van zijn stelling heeft verwezen naar meerdere producties, waaronder e-mails van kapiteins en stuurlieden, die de werknemer op de bewuste data niet hebben gezien, en visitorslogboeken, waarin de werknemer op de bewuste data niet staat geregistreerd.
Daar staat tegenover dat de werknemer voor iedere dag waarop zijn aanwezigheid op schepen wordt betwijfeld, heeft uiteengezet wat hij die dag waar heeft gedaan en wie hij heeft gezien, onderbouwd met stukken.
Onvoldoende gemotiveerd betwist
De werkgever heeft de door de werknemer gestelde werkzaamheden volgens de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd betwist. Het is mogelijk dat, ondanks dat de werknemer niet is gezien door de personen die voor de werkgever een verklaring hebben opgesteld, hij die dagen wel naar de havens is afgereisd waar de betreffende schepen lagen.
Werkgever had meer kunnen doen
De werkgever had de personen die de werknemer stelt te hebben gesproken of gezien, (specifiek) kunnen bevragen, in de administratie kunnen nakijken of er op door de werknemer genoemde dagen al dan niet materialen naar bepaalde havens zijn gebracht en kopieën van visitorslogboeken van de dagen waarover geen discussie bestaat dat de werknemer schepen heeft bezocht, kunnen overleggen ter onderbouwing van de stelling dat deze altijd correct worden ingevuld. Dit alles heeft de werkgever nagelaten.
Verkeerde foto’s gestuurd
Resteert nog wel het ter discussie staande bezoek van de werknemer aan de H&S Fairness in de haven van Bremen op 29 maart 2022. Uit de na de zitting genomen aktes is inmiddels gebleken dat de foto’s waarnaar de werknemer ter onderbouwing van dit bezoek heeft verwezen, zijn gemaakt in een andere haven op een andere datum. De verklaring die hiervoor is gegeven, komt erop neer dat de werknemer zich heeft vergist bij het versturen van foto’s aan zijn gemachtigde. De kantonrechter begrijpt dat dit de werkgever sterkt in haar vermoeden dat de werknemer zaken in zijn voordeel verdraait.
Bewust foto’s manipuleren staat niet vast
Dat de werknemer bewust foto’s heeft gemanipuleerd, is naar het oordeel van de kantonrechter echter niet komen vast te staan en vermoedens alleen zijn onvoldoende om op grond daarvan vast te kunnen stellen dat de werknemer kilometerdeclaraties heeft ingediend voor ritten die hij niet heeft gemaakt.
Geen fraude met km-declaraties en niet verantwoorden werktijd
Op basis van de over en weer door partijen genomen processtukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, is naar het oordeel van de kantonrechter al met al onvoldoende gebleken dat de werknemer op de door de werkgever genoemde data de havens niet heeft bezocht. Dit betekent dat niet in rechte is komen vast te staan dat, zoals de werkgever stelt, sprake is van fraude met kilometerdeclaraties en het niet verantwoorden van werktijd.
Verwijten niet voldoende reden voor ontslag
Ten aanzien van de door de werkgever gemaakte verwijten over het opnemen/registeren van verlof, voor zover al zou komen vast te staan dat die verwijten terecht zijn, is de kantonrechter van oordeel dat dit handelen van de werknemer niet van dien aard is dat om die reden voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van de werkgever gevergd kan worden.
Voor zover het verzoek is gegrond op artikel 7:669 lid 3 sub e BW (verwijtbaar handelen) zal dat dan ook worden afgewezen.
Disfunctioneren
Subsidiair heeft de werkgever het verzoek gegrond op de stelling dat sprake is van disfunctioneren.
De werkgever voert aan dat geen sprake is van disfunctioneren in de zin van ‘onvoldoende vaardigheden’, maar veel meer van disfunctioneren in de zin van werkweigering dan wel het gevraagde werk niet uitvoeren overeenkomstig de instructies, die steeds weer opnieuw aan de werknemer gegeven moeten worden.
Gedrag en houding
Volgens de werkgever maakt de werknemer geen of incomplete rapportages, komt hij ondanks afspraken daartoe niet bij de directeur om de weekplanning door te nemen en heeft hij in maart 2022 vijf maal nagelaten een schip te inspecteren. Het gedrag en de houding van de werknemer staan volgens de werkgever in de weg aan zijn functioneren.
Verkeerd criterium voor d-grond
De werknemer voert aan dat de werkgever een verkeerd criterium voor de d-grond hanteert, waar zij werkweigering als disfunctioneren aanduidt. de werknemer voert verder aan dat hij gewoon zijn werk doet en dat uit geen enkele rapportage blijkt dat hij zijn werk niet goed doet. de werknemer is niet ongeschikt voor het verrichten van zijn werkzaamheden, laat staan dat er een afdoende verbetertraject heeft plaatsgevonden.
Niet uitvoeren taken geen d-grond
Met de werknemer is de kantonrechter van oordeel dat het niet uitvoeren van taken die wel tot het takenpakket van een werknemer behoren niet een d-grond voor ontbinding oplevert. Dat de werknemer (door zijn gedrag en houding) niet geschikt is voor zijn werkzaamheden heeft de werkgever naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd gesteld.
Voor zover het verzoek is gegrond op artikel 7:669 lid 3 sub d BW (disfunctioneren) zal dat dan ook worden afgewezen.
Verstoorde arbeidsverhouding
Meer subsidiair heeft de werkgever haar verzoek gegrond op artikel 7:669 lid 3 sub g BW en aangevoerd dat sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding, dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsverhouding te laten voortduren.
Werknemer liegt en bedriegt
De werkgever stelt daarbij dat de werknemer aantoonbaar liegt en bedriegt en dat het vertrouwen van de werkgever in de werknemer volledig is verdwenen. Hij brengt met zijn gedrag volgens de werkgever de veiligheid van mensen en schepen in gevaar.
Werk vrij solistisch
De werknemer betwist de feiten en gedragingen die de werkgever aan deze grond ten grondslag heeft gelegd. Van fraude is geen sprake. Dat de werkgever toch heel boos is, levert niet ineens een verstoorde arbeidsverhouding op. Zijn werk is vrij solistisch. Kennelijk zijn er irritaties bij de directie, maar dat staat een vruchtbare samenwerking niet in de weg. Het goed werkgeverschap brengt met zich dat de werkgever en werknemer een mediationtraject ingaan zodat het vertrouwen hersteld kan worden.
Arbeidsverhouding ernstig verstoord?
Dat op dit moment de arbeidsverhouding is verstoord, blijkt voldoende uit de stellingen van partijen. Dat de arbeidsverhouding zo ernstig is verstoord, dat deze ook niet meer hersteld kan worden, is naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende gebleken.
Vertrouwen deuk opgelopen
Het is wel duidelijk dat het vertrouwen van de werkgever in de werknemer, nadat er binnen de werkgever op grond van bepaalde vermoedens het beeld is ontstaan dat de werknemer volledig zijn eigen gang gaat en daarbij zelfs gebruik maakt van leugens en bedrog, een behoorlijke deuk heeft opgelopen.
Maar niet is komen vast te staan dat de werknemer heeft gefraudeerd met kilometerdeclaraties of de werkgever anderszins voorliegt over zijn werkzaamheden.
Inzetten voor herstel vertrouwen
Met de werknemer is de kantonrechter van oordeel dat het niet zo kan zijn dat de bij de werkgever levende onvrede over de gestelde feiten, die de werkgever aan de e- en d- grond ten grondslag heeft gelegd en die niet zijn komen vast te staan, wel tot een voldragen g-grond zou kunnen leiden. Partijen zullen zich beiden moeten inzetten voor het herstel van vertrouwen, zo nodig met behulp van een begeleider of mediator.
Voor zover het verzoek is gegrond op artikel 7:669 lid 3 sub g BW (verstoorde arbeidsverhouding) wijst de kantonrechter dan ook af.
De kantonrechter wijst de verzoeken van de werkgever af.
Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland, 11 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:3907