De conclusie van de evaluatie over de doeltreffendheid van de verschillende loonkostenvoordelen verschilt per loonkostenvoordeel en is niet eenduidig.
Werkgevers noemen onder meer de complexiteit van de regeling als oorzaak om het LKV niet aan te vragen.
De loonkostenvoordelen zijn met ingang van 1 januari 2018 ingevoerd.
In de wet is vastgelegd dat binnen vier jaar na inwerkingtreding van de Wtl een verslag van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de loonkostenvoordelen en het LIV naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Met deze evaluatie geeft de minister hier invulling aan.
De evaluatie laat naar het oordeel van de minister een gemengd beeld zien van de werking van de loonkostenvoordelen en laat zien dat het niet altijd mogelijk is om harde conclusies te trekken.
Geen significant effect?
Een relevante uitkomst is dat het LKV ouderen geen significant effect heeft op de werkgelegenheid van de doelgroep. Voor het LKV banenafspraak en het LKV arbeidsgehandicapten kunnen hierover geen harde uitspraken worden gedaan, vanwege het ontbreken van een goede controlegroep. Hierbij hebben de onderzoekers dus niet kunnen vaststellen dat er géén significant effect is voor de werkgelegenheid van deze groepen.
LKV’s arbeidsgehandicapten en banenafspraak belangrijk
Een andere uitkomst is dat de loonkostenvoordelen wel belangrijk zijn voor in het in dienst houden van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Zo blijft een werknemer waarvoor een werkgever loonkostenvoordeel ontvangt gemiddeld langer in dienst dan een vergelijkbare werknemer waarvoor een
werkgever geen loonkostenvoordeel ontvangt.
Van Gennip is daarom van oordeel dat de loonkostenvoordelen voor arbeidsgehandicapten en voor mensen in de banenafspraak daarmee een belangrijke rol spelen in het in dienst nemen én
houden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Doelmatigheid
Op het gebied van doelmatigheid geldt dat ten opzichte van de premiekortingen het totale aan werkgevers uitgekeerde bedrag gehalveerd is sinds de invoering van de loonkostenvoordelen. Dit komt omdat de loonkostenvoordelen minder worden gebruikt dan de premiekortingen.
De premiekortingen kon de werkgever namelijk zelf opvoeren en voor sommige premiekortingen was er geen doelgroepverklaring nodig, waar dat wel voor alle loonkostenvoordelen nodig is.
Dit lagere gebruik leidt echter voor het LKV ouderen en LKV arbeidsgehandicapten niet tot een lagere werkgelegenheid sinds de invoering van het LKV. Daarmee lijken deze loonkostenvoordelen doelmatiger te zijn dan het oude stelsel van premiekortingen.
Het effect van het LKV banenafspraak op de werkgelegenheid is kleiner dan voor de premiekortingen. Voor die doelgroep lijkt een kleinere doeltreffendheid tegenover de kostenbesparing te staan.
Niet-gebruik
Het onderzoek laat daarnaast een hoog niet-gebruik zien van de loonkostenvoordelen: voor 80% van de nieuw gestarte dienstverbanden waar recht op LKV is, vraagt de werkgever dit niet aan.
Ten tijde van de premiekortingen was het niet-gebruik voor alle doelgroepen lager, maar steeds boven de 50%. Veel werkgevers die wel recht hebben op LKV, vragen dit niet aan.
Vaak kort tijdelijk contract
De evaluatie heeft ten dele onderzocht wat de oorzaak is van het hoge niet-gebruik. Zo geldt voor de werkgevers die wel recht hebben op LKV voor een werknemer maar dit niet aanvragen, dat de werknemer vaak een kort tijdelijk contract heeft.
Niet bekend of complex
Daarnaast blijkt uit de enquête dat een deel van de werkgevers niet bekend is met de loonkostenvoordelen of niet weten dat ze een loonkostenvoordeel kunnen ontvangen voor een van hun werknemers. Ook wordt de complexiteit van de regeling genoemd als oorzaak om het LKV niet aan te vragen.
Robuust en minder fraudegevoelig
De onderzoekers stellen dat het huidige systeem voor de uitvoering minder belastend is dan het oude systeem van premiekortingen. Ook concluderen ze dat de loonkostenvoordelen robuuster en minder fraudegevoelig zijn dan de premiekortingen.
Als reden wordt genoemd dat UWV nu de berekening van het loonkostenvoordeel uitvoert, in plaats van dat werkgevers dat zelf moeten doen. Wel hebben zowel UWV als de Belastingdienst als gemeenten een rol in het proces, wat het systeem voor werkgevers en werknemers ingewikkeld kan maken.
Administratieve lasten
De voor dit onderzoek gesproken werkgevers ervaren de administratieve lasten als hoog. Het is voor hen niet altijd duidelijk waarom er voor sommige werknemers geen recht op LKV bestaat en voor anderen wel. Vooral werkgevers die weinig ervaring hebben met de loonkostenvoordelen lopen hier tegenaan.
Voortzetten loonkostenvoordelen
De onderzoekers concluderen dat de loonkostenvoordelen bijdragen aan de doelstelling van begrotingsartikel 1 van SZW met betrekking tot het bevorderen en stimuleren van een inclusieve arbeidsmarkt. Dit rechtvaardigt naar het oordeel van de minister het voortzetten van het LKV banenafspraak en LKV arbeidsgehandicapten.
LKV banenafspraak structureel
In lijn met de afspraken uit het pensioenakkoord heeft de voorganger van Van Gennip aangekondigd het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak structureel te maken. Werkgevers blijven dan het loonkostenvoordeel voor deze doelgroep ontvangen zolang de dienstbetrekking voortduurt. Dit komt de
duurzaamheid van banen voor deze kwetsbare groepen nog verder ten goede.
LKV ouderen beperkt doeltreffend
De minister constateert uit de evaluatie dat het LKV ouderen geen grote bijdrage levert aan het aannemen van werknemers van 56 jaar en ouder. De evaluatie toont aan dat het LKV ouderen hooguit beperkt doeltreffend is in het stimuleren van werkgevers om oudere uitkeringsgerechtigde werknemers in dienst te nemen. De meeste werkgevers willen vooral een geschikte kandidaat en zien het instrument als een prettige bijkomstigheid.
Werkgevers vinden het loonkostenvoordeel wel interessant wanneer een oudere werknemer nog een opleiding moet volgen of extra begeleiding nodig heeft in het begin. Daar staat tegenover dat het loonkostenvoordeel wel een positief significant effect heeft op de baanduur van de oudere werknemer.
Niet richten op kwetsbare oudere werklozen
Het LKV ouderen specifieker richten op oudere werklozen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt is een mogelijkheid die de onderzoekers in de evaluatie benoemen. Deze aanpassing zou de doelgroep van het LKV ouderen verkleinen. Daarmee wordt het instrument volgens de evaluatie naar verwachting wel doelmatiger (efficiënter), maar leidt het niet per se tot meer werkgelegenheid voor de doelgroep waarmee het instrument dus niet doeltreffender wordt. Ook is het niet duidelijk of een dergelijke aanpassing uitvoeringstechnisch haalbaar is. Dit heeft dan ook niet de voorkeur van de bewindsvrouw.
In overleg met sociale partners
Van Gennip wil samen met sociale partners kijken hoe senioren zo goed en zo lang als mogelijk kunnen meedoen op de arbeidsmarkt en zorgen dat hun vaardigheden, ervaring en kennis worden ingezet. Zij gaat daarom met de sociale partners in overleg om te bezien hoe we dit doel kunnen bereiken en hoe het LKV ouderen daarvoor kan worden ingezet.
Verdiepend onderzoek naar niet-gebruik
Om beter te kunnen bepalen wat de oorzaken zijn van het hoge niet-gebruik van de loonkostenvoordelen en potentiële verbeteringen in de systematiek te kunnen identificeren, zal Van Gennip een verdiepend onderzoek hiernaar starten. in het onderzoek neemt zij ook mee hoe de communicatie naar werkgevers verbeterd kan worden.
Geen doelgroepverklaring meer bij LKV banenafspraak
Een ander aandachtspunt uit de evaluatie is dat werkgevers de administratieve lasten als hoog ervaren.
De LKV banenafspraak wordt structureel gemaakt. Voor deze doelgroep zal daarmee de verplichte doelgroepverklaring komen te vervallen. Werkgevers kunnen dan op basis van het doelgroepregister bepalen of ze voor een werknemer in aanmerking komen voor het LKV banenafspraak. Daarmee worden de administratieve lasten voor werkgevers rondom het LKV banenafspraak verkleind.
Voor de overige loonkostenvoordelen blijft een doelgroepverklaring onontbeerlijk om vooraf te kunnen controleren of een werkgever recht heeft op een loonkostenvoordeel.
Tot slot
Deze evaluatie laat zien dat de loonkostenvoordelen voor arbeidsgehandicapten en mensen uit de banenafspraak een rol spelen in het dichterbij brengen van een inclusieve arbeidsmarkt. Tegelijkertijd bestaat er een gemengd beeld bij de werking van het LKV ouderen.
De minister gaat met werkgevers en andere sociale partners bekijken of en hoe ze dit anders kunnen doen. Ook ervaren werkgevers het aanvragen van loonkostenvoordelen soms als complex. En laat deze evaluatie zien dat de werking van de loonkostenvoordelen op sommige punten verbeterd kan worden. Daar gaat Van Gennip de komende tijd, samen met werkgevers en de uitvoering, mee aan de slag.