
De Arbeidsinspectie heeft al langere tijd aandacht voor maaltijdbezorging en nu ook verkennende inspecties heeft gedaan bij flitsbedrijven. Bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid als werkgever nemen. Alle werknemers, ook maaltijd- en flitsbezorgers, moeten eerlijk, gezond en veilig kunnen werken.
Volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) is deze groeiende platformeconomie een van de mechanismen die oneerlijke praktijken in de hand werken. Vooral voor werkenden met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.
Werkgeversverantwoordelijkheid vermijden
De belangrijkste conclusie uit de rapportage is dat sommige platforms werkgeversverantwoordelijkheid vermijden door (schijn)zelfstandigheid en zo de verplichtingen uit de arbeidswetten en verplichte afdracht van sociale premies en belastingen ontwijken. Hiervoor geldt dat op basis van het Burgerlijk Wetboek gewerkt moet worden met de juiste contractvorm. Dat wil zeggen: als zelfstandige of als werknemer. Op basis daarvan moet de arbeidsrelatie volgens de juiste wijze worden gekwalificeerd zodat schijnzelfstandigheid wordt voorkomen en
werknemers onder andere zijn verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en recht hebben op doorbetaling van het loon bij ziekte.
Geen of onvolledige RI&E
In de eerste specifieke conclusie constateert de Arbeidsinspectie dat bedrijven in de maaltijden flitsbezorging de arbozorg niet of matig ingevuld hebben en veelal geen of onvolledige RI&E
en plan van aanpak hebben. Ook voor maaltijd- en flitsbezorging geldt dat de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) het startpunt van een veilige werkomgeving moet zijn.
Het ministerie van SZW stimuleert de naleving van deze verplichting via het Meerjarenplan RI&E (2020-2023).
De wijze waarop arbozorg wordt georganiseerd, is de keuze van de werkgever, in overleg met (vertegenwoordiger van de) de werkende. De werkgever is verplicht een contract te hebben
met een bedrijfsarts of arbodienst. Niet alleen vaste werknemers hebben recht op arbozorg. Dit geldt ook voor deeltijd- en flexwerkers, oproepkrachten en personen met een nulurencontract.
Arbozorg valt onder de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en deze wet geldt altijd als een persoon een arbeidsovereenkomst heeft of onder gezag werkt van een werkgever en tegen betaling werk verricht. Het is van belang dat werknemers weten wie de bedrijfsarts is en wie de andere betrokken Arbokerndeskundigen zijn. Ook moeten medewerkers weten hoe de toegang tot de bedrijfsarts is geregeld en waar en wanneer zij hem of haar kunnen vinden. De Arbeidsinspectie ziet op de naleving van deze verplichtingen toe.
Minder overtredingen kinderen onder 16 jaar
Tijdens inspecties na 1 juli 2020 (invoering verbod maaltijdbezorging onder de 16 jaar) heeft de Arbeidsinspectie circa 1/3 minder kinderen onder de 16 jaar aangetroffen tijdens
overtredingen. Ook zijn er geen wervingsadvertenties op social media meer voor maaltijdbezorgers vanaf 15 jaar. Om overtredingen zoveel mogelijk aan te pakken, wil ik extra
inzetten op nalevingscommunicatie voor werkgevers.
Verder concludeert de Arbeidsinspectie ten aanzien van flitsbezorging dat geen inzet van jonge bezorgers door flitsbedrijven is gebleken. Vanwege mogelijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de nabije toekomst en de arbeidsmarktkrapte doet de Arbeidsinspectie de aanbeveling om een uitbreiding van het verbod op maaltijdbezorging onder de 16 jaar naar flitsbezorging onder de 16 jaar te overwegen.
Eerlijk, gezond en veilig werken
De minister vindt het zorgelijk dat de Arbeidsinspectie concludeert dat de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden van flitsbedrijven verre van volwassen zijn. Alle werknemers, ook maaltijd- en flitsbezorgers, moeten eerlijk, gezond en veilig kunnen werken.
Alle werkenden hebben recht op een goed arbobeleid binnen het bedrijf, ongeacht of zij wel of geen vast dienstverband hebben. In de situatie waarin zzp’ers en werkenden in loondienst op dezelfde plek werken, gelden dezelfde (arbo)regels. Als een zelfstandige alleen werkt, zijn alleen de Arboregels voor ernstige (levensbedreigende) risico’s (bijvoorbeeld valgevaar) van toepassing en dienen zij gevaar voor derden (bijvoorbeeld passanten, omwonenden, klanten) te voorkomen.
Om veilig en gezond te kunnen werken moeten arbeidsmiddelen in goede staat te verkeren en op de juiste wijze worden gebruikt. Naleving van de voorschriften voor arbeidsmiddelen is
een verplichting van zowel werkgevers als werknemers. Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in de onderneming. Dit geldt ook voor de afweging om werknemers in de nacht in te zetten.
Zoals aangegeven in de hoofdlijnennota Arbovisie 2040 signaleert ook de SER dat het stelsel van gezond en veilig werken een gelijk beschermingsniveau voor alle werkenden beoogt, maar dat de
praktijk is dat er verschillen bestaan.
Nachtwerk beperken
Werkgevers moeten nagaan of nachtwerk nodig is en maatregelen nemen om de nadelige gevolgen van nachtwerk te beperken. Daarbij is de Arbeidstijdenwet het kader voor de werkgever. Deze beperkt het jaarlijks aantal nachtdiensten. Dit gaat verder dan Europese regelgeving, dat alleen verplicht de duur van de nachtdienst te beperken. Bij een overtreding van de regels voor nachtarbeid kan de Arbeidsinspectie een boete opleggen.
Europese richtlijnvoorstel
Naast inzet via toezicht en handhaving verwacht de minister dat ook het richtlijnvoorstel van de Europese Commissie om de rechten en arbeidsvoorwaarden van platformwerkers te verbeteren een
positieve bijdrage zal leveren aan het tegengaan van misstanden in deze sector, waaronder het tegengaan van schijnzelfstandigheid.
Met het Europese richtlijnvoorstel wordt een weerlegbaar rechtsvermoeden van werknemerschap geïntroduceerd waardoor het voor werkenden in de platformsector gemakkelijker
moet worden om de juiste kwalificatie van hun arbeidsrelatie te verkrijgen. Het voorstel beoogt ook dit voor de betreffende uitvoerders en handhavers (Belastingdienst, Arbeidsinspectie en
UWV) te vergemakkelijken. Of dat ook het geval is, moet nog blijken uit de uitvoeringstoetsen. Op dit moment wordt er in Brussel onderhandeld over de teksten van de het richtlijnvoorstel.
Schijnzelfstandigheid tegengaan
In het coalitieakkoord is aangegeven dat schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan door betere publiekrechtelijke handhaving bij het vermoeden van werknemerschap. De inzet van
publiekrechtelijke handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie maakt onderdeel uit van het pakket arbeidsmarktmaatregelen uit het coalitieakkoord. Over de uitwerking hiervan is het kabinet in gesprek met sociale partners en andere betrokkenen.
Van Gennip zal de Tweede Kamer voor de zomer een hoofdlijnenbrief sturen over deze uitwerking van het coalitieakkoord. Daarnaast ontvangt de Tweede Kamer voor het zzp-debat van 30 juni een brief waarin gereageerd wordt op het rapport van de Algemene Rekenkamer.
Handhaving Belastingdienst
Toezicht en handhaving wordt ondertussen doorgezet binnen de eerder vastgestelde kaders. Het geldende handhavingsmoratorium betekent niet dat er door de Belastingdienst niet gehandhaafd
kan worden op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen.
De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillendheid en wanneer aanwijzingen door de Belastingdienst (te geven vanaf 1 september 2019) niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. Aanwijzingen kunnen worden gegeven in gevallen waarin de arbeidsrelatie onjuist is gekwalificeerd, zonder dat bewezen hoeft te worden dat sprake is van evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Handhaving ten aanzien van de loonheffingen naar aanleiding van een aanwijzing die niet binnen de gestelde termijn is opgevolgd, kan met terugwerkende kracht tot het moment dat de betreffende aanwijzing is gegeven.
De Arbeidsinspectie onderzoekt mogelijke schijnzelfstandigheid als dat noodzakelijk is voor het toezicht op de naleving van de arbeidswetten zoals de Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid
vreemdelingen en de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Voor de Arbeidsinspectie geldt geen handhavingsmoratorium.
Veilig en toegankelijke arbeidsplaats
Slecht ingerichte arbeidsplaatsen kunnen leiden tot gezondheidsklachten en ongevallen. Ook bij distributielocaties moet de arbeidsplaats veilig toegankelijk zijn, veilig kunnen worden gebruikt en
snel kunnen worden verlaten in geval van nood. Er moeten bijvoorbeeld voldoende brandblussers zijn en vluchtwegen en nooduitgangen moeten herkenbaar zijn en vrij van obstakels.
Het Arbobesluit geeft ook voorschriften voor verlichting, zonwering, temperatuur en de hoeveelheid frisse lucht. Apparatuur moet aan veiligheidsnormen voldoen, maar ook zodanig zijn
opgesteld dat de veiligheid niet in het gedrang komt. De Arbeidsinspectie ziet op de naleving van deze verplichtingen toe.
Antwoorden op Kamervragen over themarapportage maaltijd- en flitsbezorging
Arbeidsinspectie: veel overtredingen bij bedrijven maaltijd- en flitsbezorging
Nota platformwerk: positie platformwerkers verbeteren – kabinetsreactie