Voor werknemers met een vast overeengekomen arbeidsduur wordt de vermindering van de premiekorting berekend op basis van de overeengekomen arbeidsduur. Aangezien in de arbeidsovereenkomst expliciet staat dat de cao van toepassing is, is niet aannemelijk dat partijen mondeling een flexibele arbeidsovereenkomst hebben gesloten. Het beroep van de werkgever is ongegrond, aldus de rechter.
Wat is de situatie?
Een taxibedrijf sluit een schriftelijk een parttime arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een werknemer. Op deze arbeidsovereenkomst is de cao Taxivervoer van toepassing.
De overeengekomen arbeidsduur bedraagt 65 uur per maand.
Premiekorting oudere werknemer
Op verzoek van de werknemer heeft het UWV een doelgroepverklaring premiekorting oudere werknemer verstrekt in verband met de indiensttreding van de man. Het UWV heeft de doelgroepverklaring op 4 mei 2017 aan de werkgever verstuurd.
Bij de voor akkoord getekende brief van 10 juni 2017 zijn de werkgever en de werknemer overeengekomen dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst met één jaar wordt verlengd met ingang van 4 juli 2017 tot 4 juli 2018.
Juiste toepassing premiekorting?
De werkgever neemt in 2017 in de aangiften loonheffingen een bedrag van € 6.343 in aanmerking als premiekorting oudere werknemer, berekend op basis van het aantal verloonde uren.
Naar aanleiding van ingediende correctieberichten loonheffingen, is bij de werkgever een onderzoek ingesteld. Onderzocht is of de werkgever de premiekorting oudere werknemer juist heeft toegepast.
De inspecteur heeft geconcludeerd dat de werkgever slechts recht heeft op een premiekorting oudere werknemer van € 2.916.
De inspecteur heeft dit bedrag als volgt berekend: 65 contracturen : 156 normuren * € 7.000.
Naar aanleiding van het onderzoek heeft de inspecteur op 15 maart 2018 een naheffingsaanslag ten bedrage van € 3.427 (namelijk € 6.343 – € 2.916) vastgesteld.
In geschil is of de inspecteur de premiekorting oudere werknemer tot een te laag bedrag in aanmerking heeft genomen.
Aard arbeidsovereenkomst
De rechtbank stelt voorop dat de tekst van artikel 50c Wfsv duidelijk is en dat daaruit volgt dat de wijze waarop de vermindering van de premiekorting berekend moet worden, verschilt al naar gelang de aard van de arbeidsovereenkomst.
Vast overeengekomen arbeidsduur?
Voor werknemers met een vast overeengekomen arbeidsduur (van minder dan 36 uur per week) wordt de vermindering berekend op basis van de overeengekomen arbeidsduur.
Voor werknemers waarmee geen vaste arbeidsduur is overeengekomen wordt de vermindering berekend op basis van het aantal verloonde uren.
Cao van toepassing
Omdat in de schriftelijke arbeidsovereenkomst expliciet is bepaald dat de cao op de arbeidsovereenkomst van toepassing is, acht de rechtbank niet aannemelijk dat partijen, in strijd met de duidelijke bepalingen van de cao, mondeling een flexibele arbeidsovereenkomst met een minimum gegarandeerd aantal uur overeen zijn gekomen.
Geen flexibele arbeidsduur
Ook uit de wijze waarop de verloning heeft plaatsgevonden, het vakantiegeld is uitbetaald, verlofrechten zijn opgebouwd en loondoorbetaling bij ziekte heeft plaatsgevonden volgt niet dat een flexibele arbeidsduur is overeengekomen. Volgens de rechtbank volgt dit een en ander namelijk evenzeer uit de cao.
Berekenen op basis van vaste arbeidsduur
De rechtbank concludeert dan ook dat de werkgever en de werknemer verplichtingen over en weer zijn aangegaan voor een vaste arbeidsduur van 65 uren per maand. Hieruit volgt dat de vermindering van de premiekorting op grond van artikel 50c, lid 1, Wfsv berekend moet worden op basis van de overeengekomen vaste arbeidsduur van 65 uur per maand.
De inspecteur heeft terecht de premiekorting op een lager bedrag vastgesteld.
Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 september 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6220