Er is geen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking met de kenmerken gezag, loon en arbeid. Het betoog van de werknemer dat hij loon heeft ontvangen en dat de premies werknemersverzekeringen zijn afgedragen, slaagt niet, aldus de rechtbank.
Wat is de situatie?
De werknemer heeft zich op 14 maart 2018 ziekgemeld. UWV heeft de werknemer bij besluit van 4 mei 2018 met ingang van 16 maart 2018 een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend. Op 23 december 2019 heeft de werknemer een WIA-uitkering aangevraagd, omdat hij bijna 104 weken ziek is.
Bij primair besluit heeft UWV de aanvraag van de werknemer om een WIA-uitkering afgewezen, omdat het dienstverband van de werknemer niet bij de Belastingdienst bekend is en er geen premies voor de werknemersverzekeringen zijn afgedragen.
UWV: geen privaatrechtelijke dienstbetrekking
Bij het bestreden besluit is het bezwaar van de werknemer ongegrond verklaard en is het primaire besluit gehandhaafd. Volgens UWV is geen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking die zich kenmerkt door de kenmerken gezag, loon en arbeid. Bij de Belastingdienst is het door de werknemer genoemde dienstverband niet bekend. Daarom is er volgens UWV geen loon uitbetaald en zijn er geen premies voor de werknemersverzekeringen afgedragen. Verder is er geen sprake van een regulier dienstverband op basis waarvan de werknemer als werknemer kan worden betiteld, aldus UWV.
Wat zegt de werknemer?
De werknemer kan zich met het bestreden besluit niet verenigen en voert hiertoe het volgende aan. De werknemer verwijst allereerst naar de gronden die in de bezwaarprocedure zijn aangevoerd en verzoekt de rechtbank om deze gronden als herhaald en ingelast te beschouwen. Daarnaast stelt de werknemer dat UWV nieuwe argumenten aan de afwijzing van de WIA-uitkering ten grondslag heeft gelegd. Deze nieuwe argumenten zijn de werknemer eerst op de hoorzitting kenbaar gemaakt. De werknemer stelt dat hij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om op de nieuwe argumenten te reageren waardoor sprake is van onherstelbare fouten in de besluitvorming.
Wat volgt uit de wet?
Op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet WIA is de werknemer verplicht verzekerd.
Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet WIA is werknemer de werknemer in de zin van de Ziektewet met uitzondering van de werknemer:
a. die zijn werknemerschap ontleent aan artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van die wet, of
b. die de leeftijd, bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de ZW is een werknemer de natuurlijke persoon die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.
Arbeidsovereenkomst: drie voorwaarden
De privaatrechtelijke dienstbetrekking is de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Daarvan is sprake als de arbeidsrelatie aan drie voorwaarden voldoet, te weten:
- de verplichting de werkzaamheden persoonlijk te verrichten;
- de verplichting tot loonbetaling; en
- het bestaan van een gezagsverhouding.
Naar vaste rechtspraak moet voor het aannemen van een privaatrechtelijke dienstbetrekking sprake zijn van een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, een gezagsverhouding en een verplichting tot het betalen van loon.
De werknemer heeft de rechtbank verzocht om de inhoud van het bezwaarschrift als herhaald en ingelast te beschouwen. Omdat UWV hierop in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan en de werknemer niet nader heeft onderbouwd waarom UWV hiermee niet heeft kunnen volstaan, kan het enkele verzoek tot herhaling en verwijzing niet leiden tot het daarmee door de werknemer beoogde resultaat. Deze verwijzing slaagt dan ook niet.
Dienstverband onbekend bij Belastingdienst
Het betoog van de werknemer dat UWV nieuwe afwijzingsgronden aan de weigering van de WIA-aanvraag ten grondslag heeft gelegd, slaagt evenmin. UWV heeft in het primaire besluit bepaald dat de aanvraag van de werknemer om een WIA-uitkering wordt afgewezen, omdat het dienstverband van de werknemer niet bij de Belastingdienst bekend is en dat er geen premies voor de werknemersverzekeringen zijn afgedragen. Dit standpunt wordt door UWV in het bestreden besluit gehandhaafd.
Geen loon aan werknemer
Daarnaast wordt door UWV nader gemotiveerd dat de omstandigheid dat het dienstverband van de werknemer niet bij de Belastingdienst bekend is, tot de conclusie leidt dat er geen loon aan de werknemer is betaald. Deze omstandigheden samen leiden volgens UWV tot de conclusie dat er geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De rechtbank volgt UWV hierin.
Nu het hier gaat om een aanvraagsituatie betekent dit dat de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking op de werknemer rust. De werknemer heeft dit niet gedaan. De rechtbank is met UWV van oordeel dat uit de door de werknemer in bezwaar overgelegde stukken niet volgt dat hij loon heeft ontvangen en dat de premies werknemersverzekeringen zijn afgedragen. Het betoog van de werknemer slaagt niet.
Het beroep is ongegrond.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 21 oktober 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10233