Een deskundigenoordeel is een onafhankelijk oordeel van verzekeringsartsen en/of arbeidsdeskundigen van UWV over de arbeids(on)geschiktheid of re-integratie van een werknemer tijdens de loondoorbetalingsperiode.
Aanleiding voor een deskundigenoordeel kan een meningsverschil of stagnatie in de re-integratie zijn. Het deskundigenoordeel is ook aan te vragen vragen als check dat je het juiste doet. UWV geeft jaarlijks ongeveer 11.000 deskundigenoordelen af.
UWV onderzocht wie de aanvragers van de vier verschillende typen deskundigenoordelen zijn, wat de uitkomst ervan is, hoe de aantallen zich ontwikkelen over de tijd en wat de relatie is met de WIA-aanvraag en een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting.
Vier typen deskundigenoordelen
De vier typen deskundigenoordelen die betrekking hebben op de eerste twee ziektejaren zijn:
- (On)geschiktheid tot werken
Dit deskundigenoordeel gaat over de vraag of bij de werknemer sprake is van ziekte of gebrek die/dat de uitvoering van het eigen werk (de bedongen arbeid) belemmert. UWV kan hier alleen een uitspraak over doen als sprake is van een geschil tussen werknemer en werkgever over het recht op loondoorbetaling tijdens ziekte. - Passende arbeid
UWV kan een deskundigenoordeel geven over de vraag of de arbeid die de werkgever aanbiedt of die de werknemer voor zichzelf aanwijst, passend is. - Re-integratie-inspanningen werkgever
Als een werknemer twijfelt of de re-integratie-inspanningen van de werkgever adequaat of voldoende zijn, kan hij UWV om een deskundigenoordeel vragen. De werkgever kan dit oordeel aanvragen als hij twijfelt of zijn re-integratie-inspanningen voldoende zijn of als hij meent voldoende inspanningen te hebben verricht, maar de werknemer deze mening niet deelt. Een geschil is geen voorwaarde. - Re-integratie-inspanningen werknemer
Dit deskundigenoordeel gaat over de vraag of de werknemer zijn re-integratieverplichtingen nakomt. Als de werkgever besluit om de loondoorbetalingsverplichting stop te zetten omdat de werknemer de re-integratieverplichtingen niet nakomt, kan de werknemer dit weerleggen door
een deskundigenoordeel aan te vragen. Ook de werkgever kan belang hebben bij dit type deskundigenoordeel, bijvoorbeeld als hij overweegt het loon stop te zetten in verband met de re-integratie, maar twijfelt of de werknemer daadwerkelijk tekortschiet. Een geschil is geen
voorwaarde.
Status deskundigenoordeel
Het deskundigenoordeel geeft alleen een standpunt over de situatie op het moment van de aanvraag en de periode daarvoor: de werknemer is wel of niet geschikt voor het eigen werk, de aangeboden of aangewezen arbeid is wel of niet passend, de inspanningen van de werknemer tot nu toe
zijn wel of niet voldoende, de inspanningen van de werkgever tot nu toe zijn wel of niet voldoende.
Het deskundigenoordeel omvat geen advies voor het vervolgtraject. Bij een WIA-aanvraag neemt UWV het eventuele deskundigenoordeel mee bij de toetsing van het re-integratieverslag.
Een deskundigenoordeel is geen beschikking: bezwaar en beroep tegen het oordeel van UWV is dus niet mogelijk. Wel kan de aanvrager een klacht indienen.
Aanvragen deskundigenoordeel door werkgever
Deskundigenoordeel: als re-integratie vastloopt
Belangrijkste bevindingen
Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek van UWV:
- In 2019 is 73 procent van de deskundigenoordelen van werkgevers afkomstig. Zij vragen UWV vooral of de eigen re-integratie-inspanningen voldoende zijn. Werknemers vragen vooral deskundigenoordelen over arbeids(on)geschiktheid en passende arbeid aan. Een deskundigenoordeel over de inspanningen van de werknemer vragen beide partijen ongeveer even vaak aan.
- Na een prijsstijging in 2013 daalde het aantal deskundigenoordelen flink. Na deze dip vragen werkgevers weer steeds vaker een deskundigenoordeel over de vraag of hun eigen re-integratie-inspanningen voldoende zijn. De overige drie typen deskundigenoordelen bleven dalen. De afgelopen vier jaar is het totale aantal deskundigenoordelen stabiel gebleven.
- Na een deskundigenoordeel volgt vaak ook een WIA-aanvraag (58 procent), vooral als de vraag was of de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende zijn (76 procent).
- Als de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende zijn bevonden, is de kans op een verlenging van de loondoorbetaling relatief klein (5 procent), als ze onvoldoende zijn bevonden is deze kans relatief groot (21 procent). Na een voldoende als tussenstand, gaat het dus een enkele keer later in het traject alsnog mis. En na een onvoldoende als tussenstand, worden de tekortkomingen meestal nog tijdig gerepareerd.
- Werkgevers vragen vooral een deskundigenoordeel om te checken of UWV hun motieven kan onderschrijven om na een jaar nog geen re-integratie in te zetten of om geen traject richting nieuwe werkgever te starten. Waarschijnlijk doen ze dit met het oog op de latere toetsing van het re-integratieverslag door UWV. Bij die toetsing kan UWV bij onvoldoende inspanningen beslissen om de loondoorbetalingsverplichting met een jaar te verlengen.
Tegelijk met dit UWV Kennisverslag is het onderliggende rapport Deskundigenoordelen 2012-2019 verschenen.
Deskundigenoordelen. Cijfers, trends en relatie met de WIA-claimbeoordeling