De eerste wijziging betreft een verhoging van de terugkeerpremie voor de Ziektewet (ZW). De tweede wijziging wijzigt regels over de premievermindering die plaatsvindt als UWV voor een ZW-uitkering regres neemt. Deze wijzigingen zien beide op de premiestelling bij ziekte en houden daarom verband met elkaar.
De terugkeerpremie gaat per 1 januari 2023 omhoog naar de volledige sectorale premie om tot een zo gelijk mogelijk speelveld op de hybride ZW-markt te komen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de regels ten aanzien van het nemen van regres en de gevolgen daarvan op de hoogte van de Whk-premie in lijn te brengen met de huidige uitvoeringspraktijk.
De wijziging van het Besluit Wfsv is op internetconsultatie.nl gepubliceerd. Je kunt een reactie op het wetsvoorstel geven tot en met 10 mei 2021.
Doelgroepen
De verhoging van de terugkeerpremie raakt werkgevers die op of na 1 januari 2022 terugkeren naar de publieke ZW-verzekeringen. De aanpassing van de regels wat betreft regres verandert niets aan de staande uitvoeringspraktijk. Er zijn dan ook geen gevolgen voor werkgevers die de Whk-premie betalen.
Verwachte effecten
Een verhoging van de terugkeerpremie betekent dat werkgevers die terugkeren naar de publieke ZW-verzekering een hogere, maar meer risicodekkende premie gaan betalen. De staartlasten die door de publieke verzekering gedekt moeten worden, kunnen dan op die manier beter gefinancierd worden uit de opbrengsten van de terugkeerpremie. Het collectief van publiek verzekerde werkgevers voor de ZW gaat hiermee een iets lagere premie betalen.
De aanpassing van de regels omtrent regres heeft in de praktijk geen gevolgen.
ZW-terugkeerpremie
Werkgevers hebben voor de ZW de keuze om zich publiek te verzekeren via UWV of om eigenrisicodrager te worden. Eigenrisicodragers hebben daarbij de mogelijkheid om zich via een private verzekeraar voor hun ZW-lasten te verzekeren. Als werkgevers geen actie ondernemen, zijn zij automatisch via UWV verzekerd.
Werkgevers die publiek verzekerd zijn betalen een premie aan UWV. De wijze van het vaststellen van de hoogte van die premie is afhankelijk van de grootte van de werkgever.
De premie voor eigenrisicodragers die terugkeren naar de publieke verzekering bij UWV wordt op een andere wijze bepaald.
Bij terugkeer naar een publieke ZW-verzekering bij UWV geldt voor hen de terugkeerpremie ZW. Deze terugkeerpremie geldt alleen voor de individuele premiecomponent die gebaseerd is op de individuele schadelast van de werkgever. Aangezien de premie voor kleine werkgevers geen individuele premiecomponent kent, betalen zij bij terugkeer altijd de sectorale premie.
Om de terugkeerpremie voor middelgrote en grote werkgevers te berekenen wordt allereerst bekeken of de individuele premiecomponent kan worden berekend op basis van de schadelast van de werkgever. Als de premie voor de individuele component hoger is dan de halve sectorale premie, wordt de individuele component gehanteerd. Als de individuele component lager uitkomt dan de halve sectorale premie, wordt de halve sectorale premie gehanteerd totdat de premie kan worden vastgesteld op basis van individuele schadelast van de werkgever. Deze terugkeerpremie geldt maximaal voor twee jaar.
Gehele sectorale premie
Om te komen tot een zo gelijk mogelijk speelveld wordt de terugkeerpremie verhoogd van de halve sectorale premie naar de gehele sectorale premie. Deze verhoging zorgt ervoor dat er geen premievoordeel meer valt te behalen door regelmatig te wisselen tussen de publieke verzekering en het eigenrisicodragerschap. Voor werkgevers waarvoor de individuele premie hoger uitkomt dan de sectorale premie blijft de individuele premie gelden. Per saldo heeft deze wijziging geen effecten voor werkgevers. De premie voor de werkhervattingskas is namelijk lastendekkend.
Voor een individuele grote of middelgrote werkgever die vanuit het eigenrisicodragerschap de keuze maakt voor de publieke verzekering zullen de premies (meestal) stijgen. Deze stijging kan oplopen tot circa 3%-punt voor uitzendwerkgevers. Voor het overgrote deel van de andere werkgevers ligt de stijging onder de 0,5%-punt. Daar staat een beperkte premiedaling tegenover bij werkgevers die al publiek verzekerd zijn.
Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Dit betekent dat ook werkgevers die per 1 januari 2022 of 1 juli 2022 zijn teruggekeerd per 1 januari 2023 de volledige sectorale premie gaan betalen. Zij konden bij de keuze om terug te keren rekening houden met deze verhoging. De verhoging is eerder aangekondigd, ruim voor de datum waarop de werkgever een keuze heeft moeten maken over de terugkeer.
Het kan voorkomen dat een werkgever al voor de aankondiging van deze aanpassing op eigen verzoek een voor bezwaar vatbare beschikking heeft ontvangen over het beëindigen van het eigenrisicodragerschap per 1 januari 2022 (of een latere datum). Zij hebben de aanpassing niet kunnen betrekken bij hun keuze om terug te keren. Daarom wordt voor deze werkgevers geregeld dat zij terug kunnen komen op de beëindiging van het eigenrisicodragerschap, mits zij hiertoe vóór 1 oktober 2021 een verzoek doen.
Deze termijn sluit aan bij de termijn waarvoor een aanvraag om eigenrisicodrager te worden uiterlijk moet zijn ingediend: namelijk ten minste dertien weken voor de boogde datum van het eigenrisicodragen.
ZW-regres en premievermindering Whk
Als een werknemer ziek wordt, betaalt de werkgever het loon door. Als de werknemer door toedoen van een derde – bijvoorbeeld een verkeersongeval – ziek is geworden, kan de werkgever de loonkosten vaak verhalen op die derde. Indien die werkgever zijn schade geheel of gedeeltelijk vergoed krijgt, wordt de hoogte van de WGA-premie (als onderdeel van de premie voor de Werkhervattingskas, de Whk-premie) van die werkgever overeenkomstig naar beneden bijgesteld.
Als een werknemer de ZW instroomt (in de praktijk omdat zijn contract is afgelopen), heeft de voormalige werkgever ook indirect kosten. Dan is er wel geen loondoorbetalingsverplichting, maar de door grote en middelgrote werkgevers te betalen premie voor de Werkhervattingskas (ZW en WGA) is afhankelijk van de uitkeringslast uit het verleden. De ZW- en WGA-uitkering aan de ex-werknemer heeft daardoor effect op de te betalen Whk-premie.
UWV kan voor de Ziektewetuitkering verhaal halen op een derde die de ziekte of arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. Als UWV de ZW-uitkering met succes verhaalt, volgt uit het Besluit Wfsv dat de door de werkgever te betalen premiecomponent voor de Ziektewet van de Whk-premie navenant naar beneden wordt bijgesteld. Als na de ZW-uitkering een WGA-uitkering volgt, wordt ook de WGA-component van de Whk-premie naar beneden bijgesteld. Deze wijze van premievermindering op basis van ZW-regres door UWV werd ingevoerd als onderdeel van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet Bezava) in 2014.
Deze regelgeving met betrekking tot het verwerken van regresbaten in de premie voor de ZW was voor UWV echter niet uitvoerbaar. Met dit besluit zijn regelgeving en uitvoering met elkaar in lijn gebracht.
Wijziging Besluit Wfsv ivm verhoging terugkeerpremie ZW