Dat meldt werkgeversvereniging AWVN.
Onder de werkkostenregeling zijn gericht vrijgesteld: voor de dienstbetrekking noodzakelijke voorzieningen, zoals gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Deze voorzieningen komen dus niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.
De vergoeding van noodzakelijk internet valt hieronder. De werkgever kan deze zaken vergoeden, verstrekken en ter beschikking stellen.
Nodig voor het werk
Voorwaarde is dat het om een noodzakelijke voorziening gaat. Het gaat daarbij om een voorziening die in redelijkheid noodzakelijk is voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. De kosten van de voorziening zijn voor de werkgever. De voorziening is nodig voor het werk. Noodzakelijke voorzieningen kunnen geen onderdeel zijn van een cafetariaregeling.
In het Handboek Loonheffingen staat het volgende:
“Binnen een cafetariaregeling zijn vergoedingen voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur niet gericht vrijgesteld, omdat ze niet voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium.”
Eigen bijdrage
Een eigen bijdrage van de werknemer stond de Belastingdienst toe als deze zag op een luxere of duurdere uitvoering van de noodzakelijke voorziening.
In het Handboek Loonheffingen lezen we het volgende:
“Als uw werknemer privévoordeel heeft van de noodzakelijke voorziening, hoeft u dit voordeel niet tot het loon te rekenen. U mag wel een eigen bijdrage vragen als u uw werknemer laat kiezen voor een duurdere uitvoering van de noodzakelijke voorziening. De eigen bijdrage trekt u dan van het nettoloon af.”
Een eigen bijdrage van de deeltijdmedewerker verhield zich volgens de Belastingdienst niet goed tot het noodzakelijkheidscriterium als de werkgever de vergoeding relateerde aan de omvang van het dienstverband. De gerichte vrijstelling is dan niet van toepassing. De waarde van de voorziening gaat ten laste van de vrije ruimte.
Zonder fiscale gevolgen
Sinds kort staat de Belastingdienst een eigen bijdrage bij de noodzakelijke voorzieningen toe, zonder dat dit leidt tot het niet meer van toepassing zijn van de gerichte vrijstelling. De Belastingdienst heeft dit op 11 maart 2021 op de site vermeld. Zie het bericht Gerichte vrijstelling internetabonnement ook mogelijk met eigen bijdrage
De Belastingdienst meldt het volgende:
“De eigen bijdrage voor een internetabonnement van uw werknemer is geen belemmering meer voor toepassing van de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke voorzieningen.
Tot nog toe kon u de gerichte vrijstelling alleen toepassen als u alle kosten betaalde. Als de werknemer een eigen bijdrage voor privégebruik betaalde, voldeed u volgens ons niet meer aan het noodzakelijkheidscriterium. Wij zijn van dat standpunt afgestapt. Daardoor is de eigen bijdrage voor privégebruik geen belemmering meer.
Het internetabonnement moet wel voldoen aan de voorwaarden voor noodzakelijke voorzieningen. U leest meer over deze voorwaarden in paragraaf 20.1.7 van het Handboek Loonheffingen 2020. Ons nieuwe standpunt over het internetabonnement staat nog niet in de 1e uitgave van het Handboek Loonheffingen 2021. Wel in de 2e uitgave.”
Een pro rata vergoeding bij de deeltijdmedewerker is nu dus mogelijk zonder fiscale gevolgen.
De werkgever kan ook de kosten van noodzakelijke voorzieningen vergoeden naar rato van het aantal dagen dat de werknemer thuiswerkt zonder dat dit fiscale gevolgen heeft.
Als de voltijdswerknemer 2 dagen thuiswerkt en de werkgever besluit 2/7 van het internetabonnement te vergoeden, is de vergoeding vrijgesteld.
In het Handboek Loonheffingen staat:
“Als het internet bij uw werknemer thuis aan de voorwaarden van het noodzakelijkheidscriterium voldoet, dan is de vergoeding van de abonnementskosten gericht vrijgesteld.”