De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) trad in 2016 in werking met als doel duidelijkheid te geven over de vraag wanneer geen sprake is van een dienstbetrekking. Onder een deel van de zelfstandigen en opdrachtgevers leverde de Wet DBA echter juist onrust op.
De regering acht het wegnemen van onrust en het borgen van ruimte voor ondernemen van groot
belang.
De huidige wetgeving knelt volgens het kabinet voor zzp’ers en hun opdrachtgevers. In het regeerakkoord zijn daarom maatregelen aangekondigd om deze partijen meer zekerheid te geven over de kwalificatie van hun arbeidsrelatie én om schijnzelfstandigheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te voorkomen.
De regering komt met een wetsvoorstel voor twee maatregelen:
- Minimumtarief van € 16.
- Zelfstandigenverklaring.
Ter internetconsultatie ligt een concept-wettekst voor het minimumtarief en een concept-wettekst voor de zelfstandigenverklaring voor. Deze wetteksten worden in een later stadium samengevoegd tot één wetsvoorstel.
Tot 9 december 2019 is te reageren op de concept-wetteksten.
1 Minimumtarief
Het minimumtarief zorgt ervoor dat zelfstandigen een bestaansminimum kunnen verdienen indien zij voltijds werken, door te voorkomen dat ze tegen te lage tarieven (moeten) werken.
De regering beschouwt als ‘voltijd’ voor een zelfstandige dat deze een fulltime werkweek (40 uur) en
46 weken per jaar werkt.
Gelet op het uitgangspunt dat een zelfstandige bij 46 weken per jaar fulltime werken tenminste het
sociaal minimum moet kunnen verdienen en rekening houdend met het aantal declarabele uren,
reserveringen voor ziekte, leegloop of arbeidsongeschiktheid en een opslag voor algemene kosten
wordt uitgekomen op een minimumuurtarief van € 16 exclusief omzetbelasting, prijspeil 2019.
De hoogte van het minimumtarief wordt elk jaar op 1 januari naar aanleiding van de indexatie van het
sociaal minimum opnieuw berekend en, afgerond op decimalen, vastgesteld en gepubliceerd.
Het tarief gaat gelden voor de uren die een zelfstandige direct kan toerekenen aan de opdracht.
Een zelfstandige in de zin van dit wetsvoorstel verricht werkzaamheden anders dan op
basis van een arbeidsovereenkomst of ambtelijke aanstelling.
Het wetsvoorstel geldt voor iedere zelfstandige, ongeacht leeftijd, die zijn werkzaamheden in
(Europees) Nederland verricht. Een lager minimumtarief voor jongeren, analoog aan het
minimumjeugdloon, acht het kabinet niet wenselijk.
Het wordt wenselijk geacht om het mogelijk te maken nader te bepalen categorieën zelfstandigen van
de maatregelen (bij algemene maatregel van bestuur) van dit wetsvoorstel uit te zonderen.
Zzp’er en opdrachtgever
Om te voorkomen dat de opdrachtgever achteraf (of per betalingstijdvak) geconfronteerd wordt met
onverwachte kosten, is het van belang dat partijen vooraf een goede inschatting maken van de
verwachte uren en kosten en deze vastleggen.
De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de uitbetaling van minimaal het minimumtarief. Dit
betekent dat de opdrachtgever op basis van de daadwerkelijke kosten en bestede uren zal moeten
beoordelen of hij aan de wet voldoet.
De zelfstandige en de opdrachtgever moeten zelf beoordelen welke kosten en tijd direct aan de
opdracht toerekenbaar zijn. Als handvat bij deze beoordeling is in het wetsvoorstel een niet-limitatieve lijst op te nemen van kosten en uren die in ieder geval niet direct toerekenbaar zijn. Kosten en uren die niet in het wetsartikel staan, moeten door partijen zelf beoordeeld worden.
Voor reiskosten en -uren is aangegeven in hoeverre deze geacht worden toerekenbaar te zijn aan de opdracht en voor welk bedrag de reiskosten en-uren meegenomen moeten worden in de berekening van het minimumtarief. Ook voor de materiaalkosten is aangegeven voor welk bedrag kosten meegenomen moeten worden.
2 Zelfstandigenverklaring
Dit wetsvoorstel voorziet in een uitwerking van de zelfstandigenverklaring.
Met een geldige zelfstandigenverklaring krijgen werkenden en hun werkverstrekkers op voorhand de zekerheid dat de arbeidsrelatie voor de loonheffingen en de werknemersverzekeringen niet wordt gekwalificeerd als een dienstbetrekking. Ze krijgen daarnaast zoveel mogelijk zekerheid wat betreft de arbeidsrechtelijke gevolgen.
Voorwaarden
Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid die dit voorstel biedt, moet aan een aantal
voorwaarden voldaan worden. Naast de voorwaarde dat er maximaal een jaar voor één
opdrachtgever wordt gewerkt geldt de voorwaarde dat sprake moet zijn van substantiële
inkomsten. De regering stelt dan ook een vereiste van een arbeidsbeloning van tenminste € 75 per
uur.
Overzicht voorwaarden zelfstandigenverklaring: hoe dan precies?
Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring