Een wetsvoorstel over het minimumtarief is op internetconsultatie.nl gepubliceerd. Tot 9 december 2019 is een reactie te geven op het wetsvoorstel.
Het minimumtarief bedraagt 16 euro per uur (prijspeil 2019) exclusief omzetbelasting.
In Nederland moeten zakelijke en particuliere opdrachtgevers de door hen ingeschakelde zelfstandige(n) voor verrichte werkzaamheden minimaal het minimumtarief per uur betalen.
De zelfstandige kan het minimumtarief via de civiele rechter afdwingen. De Inspectie SZW houdt daarnaast risicogericht toezicht op de naleving van het minimumtarief.
Om te kunnen beoordelen of zij aan hun verplichting voldoen krijgen opdrachtgevers van de zelfstandige de benodigde informatie. Als hieraan niet wordt voldaan dan kan een bestuurlijke boete worden opgelegd.
In het vaststellen van de hoogte van het minimumtarief dat dit wetsvoorstel introduceert is rekening gehouden met een reservering voor de kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Directe kosten
De directe kosten mogen niet in mindering worden gebracht op het uurtarief van minimaal 16 euro.
Indien een vergoeding of prijs inclusief kosten overeengekomen wordt, moeten de direct aan de opdracht toerekenbare kosten in mindering worden gebracht op de vergoeding of prijs om tot een controle van het uurtarief te komen.
Het tarief gaat gelden voor de uren die een zelfstandige direct kan toerekenen aan de opdracht. Met direct aan de opdracht toe te rekenen uren wordt de tijd bedoeld die aan de desbetreffende opdracht wordt besteed. Direct aan de opdracht toe te rekenen tijd is bijvoorbeeld voorbereidingstijd en de arbeidstijd die wordt besteed aan de opdracht zelf.
Om te voorkomen dat de opdrachtgever achteraf geconfronteerd wordt met een grote nabetaling moet de zelfstandige voorafgaand aan elke opdracht een inschatting te maken van de directe kosten en uren en deze gegevens in de vorm van een uren- en kostenoverzicht aan de opdrachtgever overleggen om het uurtarief te berekenen.
Offerte
In de praktijk betekent dit dat de offerte een belangrijk instrument is om te bepalen of aan het minimumtarief is voldaan.
Uit deze offerte wordt op basis van de directe kosten en uren die de zelfstandige verwacht te maken, duidelijk welk uurtarief tot stand komt en of dat minimaal het uurtarief is dat op basis van dit wetsvoorstel dient te worden betaald. Deze offerte is vormvrij.
Indien achteraf blijkt dat er meer directe kosten en/of directe uren zijn gemaakt dan vooraf is ingeschat en het tarief daardoor onder het minimumtarief uitkomt, dan is de zakelijke opdrachtgever verplicht om bij te betalen. Hiermee wordt voorkomen dat vooraf bewust een te laag aantal uren of te lage kosten worden ‘geschat’ om zodoende te voldoen aan het tariefcriterium.
Uren- en kostenoverzicht
De zelfstandige zal bij opdrachten voor zakelijke opdrachtgevers gedurende de opdracht de directe kosten en uren per opdracht moeten bijhouden in de vorm van een uren- en kostenoverzicht, en is gehouden deze gegevens tussentijds en na afloop van de opdracht aan de zakelijke opdrachtgever te verstrekken.
De zakelijke opdrachtgever moet bij het einde van de opdracht en per betalingstermijn, afhankelijk van de duur van de opdracht, deze informatie beoordelen, controleren of hij aan zijn wettelijke verplichtingen vol doet en dit administreren. De beoordeling van het minimumtarief vindt dan ook per betalingstijdvak plaats.
Beoordelen
De opdrachtgever beoordeelt of de ontvangen gegevens aannemelijk zijn en of minimaal het minimumtarief betaald wordt. Deze beoordeling inclusief achterliggende stukken en het bewijs van girale betaling neemt de opdrachtgever op in zijn administratie.
Betaling
Om ervoor te zorgen dat de zelfstandige tijdig en afdoende betaling ontvangt voor door hem verrichte werkzaamheden, zodat hij ook daadwerkelijk in staat is het bestaansminimum te genereren, bevat het wetsvoorstel uitdrukkelijk vastgelegde betalingstermijnen.
De hoofdregel is dat betaling giraal plaatsvindt en dat de minimumarbeidsbeloning in ieder geval na afloop van de verrichte werkzaamheden wordt voldaan. Voor particuliere opdrachtgevers geldt de verplichting tot girale betaling niet.
Per maand
Omdat opdrachten een langere looptijd kunnen hebben of zelfs voor onbepaalde tijd kunnen worden afgesproken, kan het achteraf betalen van het minimumtarief er toch toe leiden dat een zelfstandige een lange periode niet in zijn bestaansminimum kan voorzien. Daarom is in het wetsvoorstel vastgelegd dat bij opdrachten die langer duren dan een maand in principe per maand moet worden gefactureerd en uitbetaald.
Indien partijen bij het aangaan van de overeenkomst geen afspraken maken over het moment van uitbetaling van de minimumarbeidsbeloning, moet de opdrachtgever de zelfstandige deze beloning maandelijks uitbetalen, te rekenen vanaf het moment van aanvang van de arbeid.
Partijen kunnen er ook voor kiezen om zelf schriftelijk afspraken te maken over de momenten van facturering. Daarbij geldt dat er minimaal per drie maanden facturering moet plaatsvinden, te rekenen vanaf het moment van aanvang van de arbeid.
Ketenaansprakelijkheid
Ook zelfstandigen kunnen, net als werknemers geconfronteerd worden met achterstallige betalingen en problemen in de keten. Daarom wordt voor het wettelijk minimumtarief een ketenaansprakelijkheid geïntroduceerd. Door de aansprakelijkheid wordt de rechtspositie van zelfstandigen versterkt.
Boete
De boete moet volgens de memorie van toelichting zo afschrikwekkend zijn dat het zowel opdrachtgevers als zelfstandigen ervan weerhoudt om met elkaar zaken te doen zonder dat hierbij minimaal het minimumtarief wordt betaald.
Omdat de overtredingen door de zelfstandige in de sfeer van informatieverplichtingen en administratieve eisen ligt, kan worden volstaan met een maximale boete gelijk aan de tweede categorie.
De opdrachtgever is echter verantwoordelijk om minimaal het minimumtarief uit te betalen en heeft daarbij een hoge mate van verantwoordelijkheid om zich hiervan te vergewissen. Voor een overtreding begaan door de opdrachtgever geldt dan ook een maximale boete gelijk aan de vijfde categorie.
Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring
Op de Nationale Salarisdag hoort u meer over de maatregelen ter vervanging van de Wet DBA waaronder het minimumtarief.