De Stichting van de Arbeid biedt met de Handreiking zwangerschap en werk handvatten aan (toekomstige) moeders en vaders en hun werkgevers hoe om te gaan met zwangerschap op het werk.
De handreiking beslaat de periode voorafgaand aan en tijdens de zwangerschap tot zes maanden na de bevalling.
De handreiking bevat naast de wettelijke rechten ten aanzien van zwangerschap, ook het faciliteren van het gesprek tussen werkgever en werknemer met als doel over en weer meer begrip creëren door middel van het bieden van praktische informatie.
Inhoud handreiking
De inhoud van de handreiking:
Introductie
1 Arbeidsvoorwaarden
2 Arbo
3 Contact tussen de werkgever en werknemer
3.1 Voorafgaand aan de zwangerschap
3.2 Aanpassing in het werk
3.3 Ontslag
3.4 Terugkomst op het werk
4 Verlof
4.1 Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
4.2 Geboorteverlof
4.3 Ouderschapsverlof
4.4 Bijzondere vormen van zwangerschaps- en bevallingsverlof
4.5 Aanvragen van verlof: stappenplan
5 Ziekte verband houdend met zwangerschap
5.1 Miskraam en absentie
6 Zwangerschap en gelijke behandeling
6.1 Solliciteren
6.2 Zwangerschap en werk
6.3 College voor de Rechten van de Mens
Bijlage 1 Gesprekshandleiding
Bijlage 2 Oordelen College voor de Rechten van de Mens
Bijlage 3 Relevante wet- en regelgeving
Ontslag
De werkgever mag het contract vanwege een zwangerschap niet beëindigen. Dat geldt ook voor proeftijdcontracten of het niet verlengen van tijdelijke contracten. Een zwangere werknemer mag niet ontslagen worden in de volgende situaties:
- tijdens de zwangerschap;
- tijdens het zwangerschapsverlof;
- tijdens het bevallingsverlof;
- de eerste zes weken na het bevallingsverlof;
- tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid door zwangerschap of bevalling;
- de eerste zes weken na deze arbeidsongeschiktheid.
Zwangerschapsverlof
De werknemer heeft recht op zes weken zwangerschapsverlof en minstens tien weken bevallingsverlof. Zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling en begint zes weken voor de eerste dag na de uitgerekende bevallingsdatum. Het kan flexibel worden opgenomen maar de werknemer moet uiterlijk vier weken voor de eerste dag na de uitgerekende datum met zwangerschapsverlof. De dagen zwangerschapsverlof die niet zijn opgenomen, worden opgeteld bij het bevallingsverlof.
Bevallingsverlof
Het bevallingsverlof duurt minstens tien weken en gaat in op de dag na de bevalling. Dit is ook het geval als de baby later dan de uitgerekende datum wordt geboren. De laatste periode van het bevallingsverlof kan in delen worden opgenomen. Het gaat om de periode van zes weken na de bevalling.
Dit deel van het verlof kan gespreid worden opgenomen over een periode van maximaal 30 weken. Dat gaat in overleg met de werkgever. In de cao kunnen andere afspraken staan over zwangerschaps- en bevallingsverlof. Als dat zo is, gelden deze afspraken mits de cao van toepassing is.
Geboorteverlof
Het geboorteverlof voor partners die in loondienst werken bedraagt eenmaal het aantal werkuren per week. De werkgever betaalt het loon tijdens dit verlof volledig door. Deze dagen kunnen naar eigen inzicht opgenomen worden, maar wel binnen vier weken na de geboorte van het kind. De werkweek van een partner is bijvoorbeeld 40 uur. Hij of zij heeft dan recht op 40 uur geboorteverlof. De werkgever mag dit verlof niet weigeren.
Aanvullend geboorteverlof
Sinds 1 juli 2020 kunnen partners maximaal vijf weken aanvullend geboorteverlof opnemen. Dit aanvullend geboorteverlof moet binnen zes maanden na de geboorte van het kind, gespreid of aaneengesloten, opgenomen worden. Minimaal vier weken voor het ingaan van het aanvullend geboorteverlof moet dit door de werknemer worden gemeld bij de werkgever.
Alleen als sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang kunnen er andere dagen of weken worden vastgesteld; dat mag alleen in overleg met de werknemer. In de wetgeving is niet geregeld wat een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang precies is. Het gaat om situaties waarbij de afwezigheid van de werknemer ernstige gevolgen heeft. Tijdens dit verlof wordt het loon niet doorbetaald, maar krijgen partners een uitkering van UWV.
De hoogte van deze uitkering is 70% van het dagloon en maximaal 70% van het maximumdagloon. De werkgever vraagt de uitkering aan bij UWV en betaalt de werknemer uit. Het geboorteverlof moet eerst zijn opgenomen voordat aanspraak kan worden gemaakt op het aanvullend geboorteverlof.
Ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof kan worden opgenomen voor de zorg van een kind jonger dan acht jaar. Werkende ouders hebben allebei recht op ouderschapsverlof van 26 keer het aantal uren dat de
ouder per week werkt.
Ouderschapsverlof is in principe onbetaald verlof maar in sommige cao’s zijn andere afspraken gemaakt. In dat geval gelden deze regelingen boven de wettelijke regeling.
De werknemer moet het verlof moet minstens twee maanden van tevoren schriftelijk bij de werkgever aanvragen.
Betaald ouderschapsverlof
Met ingang van 2 augustus 2022 kunnen ouders in het eerste levensjaar van het kind negen weken betaald ouderschapsverlof opnemen. Het bedrag is 70 procent van het dagloon, tot 70 procent van het maximum dagloon.