Daarnaast bevat het wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) met betrekking tot het vaststellen van de beslagvrije voet bij een uitkering op bijstandsniveau.
Met deze vierde nota van wijziging worden enkele kleine beleidsmatige wijzigingen en technische verbeteringen toegevoegd aan het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2022.
Verbod medewerking schuldregeling met finale kwijting
Op dit moment bestaat voor gemeenten, SVB en UWV bij openstaande vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht geen mogelijkheid om medewerking te verlenen aan een
minnelijke schuldregeling met finale kwijting. Dit verbod raakt aan situaties waarbij sprake is van problematische schulden; een situatie waarin iemand vanwege de ontstane schulden niet meer aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Dit kunnen schulden zijn bij de overheid, maar ook private schulden.
Het helpen van mensen bij de aanpak van deze schulden is cruciaal. Door het geldende verbod tot medewerking komen veel schuldregelingen niet tot stand of moeten deze worden afgedwongen via een uitspraak – dwangakkoord – door de rechter. Dit is onwenselijk.
Opzet of grove schuld
Met de voorgestelde wijziging wordt het medewerkingsverbod bij vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht beperkt tot gevallen van opzet of grove schuld, als bedoeld in het Boetebesluit socialezekerheidswetten. Dit betekent dat gemeenten, SVB en UWV de bevoegdheid krijgen om in overige gevallen akkoord te gaan met een schuldregeling tegen finale kwijting. In individuele gevallen kan dan een afweging worden gemaakt met betrekking tot de wenselijkheid van het doorzetten van de incasso. Daarmee ontstaat ruimte om in bepaalde gevallen akkoord te gaan met een schuldregeling tegen finale kwijting.
Het voornemen is om gemeenten, SVB en UWV toestemming te geven om in de uitvoering te anticiperen op de inwerkingtreding van de benodigde wetswijzigingen. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2022.
De beoogde beperking van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling tot gevallen van opzet of grove schuld is in het belang van burgers die in aanmerking komen voor schuldhulpverlening.
Beslagvrije voet vaststellen
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wet vBVV) is op 1 januari 2021 ingevoerd. Sindsdien wordt de beslagvrije voet zo veel mogelijk bepaald op basis van gegevens uit voor de beslagleggende partij beschikbare registraties, namelijk de Basisregistratie Persoonsgegevens en Polisadministratie van het UWV. Na invoering van de Wet vBVV kwam een knelpunt naar voren bij het vaststellen van de beslagvrije voet.
De beslagvrije voet bestaat op basis van artikel 475dc RV bij mensen die een (aanvullende) uitkering op bijstandsniveau van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
ontvangen uit 95 procent van het netto inkomen inclusief vakantiebijslag (de 95%-regel).
Geen vakantiebijslag
Of sprake is van reservering van vakantiebijslag wordt herleid uit het veld ‘Reservering vakantiebijslag’ binnen de Polisadministratie. Een aantal inkomensverstrekkers heeft de mogelijkheid om vakantiebijslag administratief niet maandelijks te reserveren, maar deze alleen te boeken op het moment van uitbetaling. Dit betekent dat er in de geautomatiseerde berekening van de beslagvrije voet vanuit wordt gegaan dat voor het desbetreffende loon geen vakantiebijslag wordt gereserveerd, waardoor een te laag netto inkomen in de verdere berekening wordt meegenomen.
Te laag vastgesteld
Bij toepassing van de 95%-regel zorgt dit ervoor dat uitgegaan wordt van een beslagvrije voet van 95 procent van het vastgestelde netto inkomen zonder vakantiebijslag. De beslagvrije voet wordt in deze gevallen te laag vastgesteld. Hiervan is sprake bij bijstandsverstrekking. Dit is een onwenselijke situatie, omdat mensen daardoor na beslag onder het bestaansminimum terechtkomen.
Handmatige herberekening
Op dit moment wordt dit opgelost via een handmatige herberekening van de beslagvrije voet bij toepassing van de 95%-regel. Om tot een structurele en geautomatiseerde oplossing te komen is voorgestelde wijziging van artikel 475dc Rv noodzakelijk.
Inclusief vakantiebijslag
Het voorgestelde tweede lid van artikel 475dc Rv regelt dat de beslagleggende partij, bij beslag op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen uitkeringen, de beslagvrije voet mededeelt als percentage (95 procent) van de voor de schuldenaar geldende bijstandsnorm inclusief vakantiebijslag. De hoogte van de beslagvrije voet blijft gelijk aan 95 procent van de geldende bijstandsnorm.
Beperking reikwijdte
De reikwijdte van het voorgestelde artikel 475dc, tweede lid, Rv is beperkt tot situaties die ook onder de reikwijdte van artikel 475dc, eerste lid, Rv vallen. Deze beperking is opgenomen, omdat er
situaties zijn, waarin de beslagvrije voet niet als een percentage van de voor de schuldenaar geldende bijstandsnorm gecommuniceerd kan worden.
Uitkeringsverstrekkers geven maandelijks inzage in de hoogte van de uitkering die wordt uitgekeerd na aftrek van eventuele inhoudingen. Op die manier weten burgers waar ze aan toe zijn als beslag is gelegd op hun uitkering.
Neveninkomsten
De beslaglegger geeft op dat de beslagvrije voet 95 procent bedraagt van de bijstandsnorm, verminderd met inkomen, als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet. De reden dat neveninkomsten in mindering worden gebracht is dat, indien de beslagvrije voet wordt berekend zonder aftrek van neveninkomsten, de beslagvrije voet hoger kan uitkomen dan het bedrag dat iemand aan bijstand ontvangt. In dat geval zou, onterecht, geen beslag kunnen worden gelegd op de bijstand.
Niet jaarlijks opnieuw berekenen
Indien de beslagvrije voet feitelijk is vastgesteld als 95 procent van de geldende bijstandsnorm, is het niet nodig om de beslagvrije voet jaarlijks opnieuw te berekenen. De geldende bijstandsnorm wordt immers aangepast aan de woon- en leefsituatie van de beslagene. Omdat de herberekening in deze situatie geen doel dient, zijn de beperkte geldigheid van de beslagvrije voet en de verplichting om een herberekening uit te voeren niet van toepassing in situaties zoals omschreven in 475dc, tweede lid, Rv. Dit wordt geregeld in het voorgestelde artikel 475d, zevende lid, Rv.
Vierde nota van wijziging Verzamelwet SZW 2022