
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onder werkgevers blijkt dat vrouwen relatief veel deeltijdbanen aangeboden krijgen en jongeren en mensen met een migratieachtergrond vaak flexibele contracten. Dat komt niet alleen door de aard van het werk, maar ook doordat werkgevers denken dat dit goed past bij die groepen werknemers.
Om de krapte op de arbeidsmarkt te bestrijden bieden werkgevers werknemers op dit moment meer uren en sneller een vast contract aan. Dat betekent voor beide groepen een kans: minder tekorten voor werkgevers en betere arbeidsvoorwaarden voor werknemers.
Tot nu toe is weinig bekend over de rol van werkgevers bij de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden, zoals deeltijdwerk en flexwerk. Het SCP-onderzoek ‘De krapte als kans: werkgevers over deeltijd- en flexwerk in het licht van arbeidsmarktkrapte’ dat is verschenen, rengt daar verandering in. In het onderzoek is gekeken welke arbeidsvoorwaarden werkgevers aanbieden aan hun werknemers en welke arbeidsvoorwaarden (en andere maatregelen) zij inzetten om de arbeidsmarktkrapte te bestrijden.
Deeltijdwerk en flexibele contracten
Nederland is internationaal gezien kampioen deeltijdwerk en flexibele contracten. Vrouwen werken veel vaker in deeltijdbanen dan mannen. Werkgevers bieden relatief veel deeltijdbanen aan in sectoren waarin veel vrouwen werken, zoals de zorg, kinderopvang en het basisonderwijs. Jongeren en mensen met een migratieachtergrond hebben relatief vaak flexibele contracten. Zulke contracten komen vooral voor in sectoren als de landbouw, de horeca en de schoonmaak.
Verwachtingen werkgevers
Welke contractvorm werkgevers aanbieden heeft te maken met de verwachtingen die zij hebben van medewerkers. Uit het SCP-onderzoek blijkt dat zij denken dat vrouwen vanwege zorgtaken een voorkeur hebben voor deeltijdwerk, terwijl zij flexibele arbeidscontracten vooral geschikt vinden voor jongeren en werknemers met een migratieachtergrond. Deze verwachtingen sluiten echter vaak niet aan bij wat werknemers willen. Lang niet alle vrouwen met een deeltijdbaan hebben deze vanwege zorgtaken. Daarnaast willen de meeste werknemers, ook jongeren, het liefst een vast contract.
Arbeidsvoorwaarden veranderen
In de thuiszorg en in de schoonmaak kent het werk aan het begin en het einde van de dag piekmomenten, waardoor veel werknemers een deeltijdcontract hebben. Werkgevers zijn door de krapte op de arbeidsmarkt meer bereid om het aantal uren te vergroten (soms ook door de organisatie van het werk te veranderen) en om vaste contacten aan te bieden.
Verder zijn er volgens de werkgevers weinig mogelijkheden om extra arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld een hoger salaris) aan te bieden omdat de cao van hun sector veel vastlegt.
Wat werkgevers wel proberen is het aantrekken van nieuwe groepen werknemers, zoals zij-instromers, en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. En ze zetten meer in op het behoud van personeel, door meer aandacht voor bestrijding van ziekteverzuim en vermindering van uitstroom.
Meer uren werken loont
Uit het SCP-onderzoek blijkt verder dat het werkgevers en werknemers het idee hebben dat meer uren werken niet loont of zelfs kan leiden tot een inkomensachteruitgang. Maar bijna alle deeltijders gaan erop vooruit als ze meer uren gaan werken, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau. Tools, zoals de UrenWerkBerekenaar, kunnen werknemers helpen om dit inzichtelijk te maken. De overheid (en ook werkgevers) zouden het gebruik van deze tool actief kunnen stimuleren, zodat werknemers weloverwogen keuzes maken om meer uren te gaan werken.
Werkgevers en medewerkers die in deeltijd werken spreken elkaar zelden over het gewenste aantal uren en eventuele urenuitbreiding. Het is van belang om dit gesprek juist wel te voeren, bijvoorbeeld in het jaarlijkse functioneringsgesprek, want wensen van werknemers kunnen in de loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld doordat zorgtaken afnemen.