
De leden van LBV, ABU en NBBU hebben ingestemd met de nieuwe cao voor uitzendkrachten. Met de nieuwe cao krijgen uitzendkrachten recht op een beloning die minimaal gelijkwaardig is aan die van medewerkers met een gelijke of vergelijkbare functie in dienst bij de opdrachtgever. Er mogen verschillen zijn in arbeidsvoorwaarden, maar de totale waarde moet gelijkwaardig zijn.
Uitzendkrachten profiteren van verbeterde arbeidsvoorwaarden, waaronder een betere pensioenregeling, winstuitkeringen (als de opdrachtgever die biedt), en budgetten voor scholing en vitaliteit.
Vooruitlopen op Wet meer zekerheid flexwerkers
Ook gaat de de eerder afgesproken verbeterde pensioenregeling in per 1 januari 2026. Daarnaast treedt naar verwachting (deels) de Wet meer zekerheid flexwerkers (Wmzf) in werking, met daarin maatregelen voor meer zekerheid over werk en inkomen. Het wetsvoorstel hiervoor is op 19 mei 2025 ingediend bij de Tweede Kamer.
In de nieuwe cao zijn de aankomende wettelijke verplichtingen al verwerkt. Daarmee is de sector goed voorbereid op de invoering van de wet.
Implementatie vraagt tijd en aandacht
De introductie van gelijkwaardig belonen is complex en vraagt om nieuwe processen, aangepaste software en nauwkeurige administratie.
NBBU-directeur Marco Bastian: “We moeten rekening houden met honderden cao’s. Uitzendbureaus krijgen te maken met vernieuwde processen, complexe administratie en benodigde aanpassingen in software. We hebben voldoende tijd nodig om onze leden te helpen deze afspraken zorgvuldig en uitvoerbaar te implementeren.”
Cao-teksten beschikbaar
De cao-teksten zijn beschikbaar op de websites van NBBU, ABU en LBV. Daarnaast lanceren de organisaties binnenkort het platform wijzerbelonen.nl. Hier vinden uitzendondernemingen en inleners een overzichtelijk stappenplan om tot de juiste beloning te komen, uitleg over cao-onderdelen en richtlijnen, en een standaard uitvraagformulier waarmee opdrachtgevers eenvoudiger de benodigde informatie kunnen aanleveren.