
In deze zaak verzoekt de langdurig arbeidsongeschikte werknemer de werkgever te veroordelen tot betalen van een schadevergoeding. De kantonrechter wijst het verzoek toe omdat de werkgever heeft gehandeld in strijd met de eisen van goed werkgeverschap door niet in te stemmen met een zogenoemd Xella-voorstel van de werknemer tot beëindiging van het slapend dienstverband onder toekenning van een vergoeding die overeenkomt met de wettelijke transitievergoeding berekend tot het moment dat de werkgever de arbeidsovereenkomst had kunnen opzeggen.
Hierdoor is sprake van een toerekenbare tekortkoming van de werkgever in de nakoming van haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft hierdoor schade geleden, die gelijk is aan de misgelopen Xella-vergoeding. De werkgever moet deze schade vergoeden.
Wat speelt er in deze zaak?
De werknemer is op 1 september 2006 in dienst getreden. Op 17 december 2021 is de werknemer arbeidsongeschikt uitgevallen. Met ingang van 15 december 2023 is de loondoorbetalingsplicht van de werkgever geëindigd. Per diezelfde datum heeft het UWV een WIA-uitkering aan de werknemer toegekend.
In een brief van 28 februari 2024 heeft de gemachtigde van de werknemer aan de werkgever gevraagd om mee te werken aan beëindiging van het dienstverband van de werknemer met wederzijds goedvinden onder toekenning van een vergoeding gelijk aan de wettelijke transitievergoeding.
Omdat geen reactie van de werkgever werd ontvangen heeft de gemachtigde van de werknemer het verzoek herhaald bij e-mails van 1 april 2024 en 3 mei 2024. De werkgever heeft niet geantwoord.
Op 24 juni 2024 heeft (de gemachtigde van) de werknemer een concept vaststellingsovereenkomst aan de werkgever gestuurd. Voor het geval de werkgever niet wil meewerken aan het beëindigen van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een transitievergoeding heeft de werknemer de werkgever aansprakelijk gesteld voor de schade die zij daardoor lijdt.
Op 16 december 2024 heeft de werknemer aan de werkgever een laatste kans geboden om een juridische procedure te voorkomen. De werkgever heeft ook hier niet op geantwoord. De werknemer is naar de rechter gestapt.
Compensatieregeling
De Wet compensatieregeling transitievergoeding regelt een compensatieregeling voor werkgevers die na beëindiging van een dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding hebben betaald. Hiermee had de wetgever als doel een einde te maken aan het verschijnsel ‘slapende dienstverbanden’.
Xella-vergoeding
Deze wettelijke aanspraak op compensatie heeft meegebracht dat de Hoge Raad in het Xella-arrest heeft bepaald dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met een voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding, berekend tot het moment dat de werkgever de arbeidsovereenkomst had kunnen opzeggen (de Xella-vergoeding).
Slapend dienstverband
Vaststaat dat de werknemer op 15 december 2023 twee jaar of langer arbeidsongeschikt was en aan haar een WIA-uitkering is toegekend. Sindsdien is sprake van een slapend dienstverband. De werknemer heeft meermaals een voorstel gedaan tot beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Daarbij is de werkgever erop gewezen dat de overheid deze aan de werknemer te betalen transitievergoeding kan vergoeden.
In strijd met goed werkgeverschap
De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever had moeten instemmen met het voorstel van de werknemer. Door niet op het voorstel van de werknemer te reageren, heeft de werkgever in strijd gehandeld met het beginsel van goed werkgeverschap. Er is sprake van een toerekenbare tekortkoming van de werkgever in de nakoming van de verplichtingen die voor hem voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
Schade betalen
Door deze tekortkoming heeft de werknemer schade geleden, die de werkgever moet vergoeden. Met de werknemer is de kantonrechter van oordeel dat deze schade gelijk is aan de door hem misgelopen Xella-vergoeding, die door de werknemer is berekend op € 16.800,01 bruto. Deze berekening heeft de werkgever niet betwist, zodat de kantonrechter uitgaat dat deze juist is.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 4 maart 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:2134