Bij de Tweede Kamer is op 24 april 2024 een wetsvoorstel ingediend voor de Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen (Kamerstukken 36545, nr. 2). Onderdeel van dit wetsvoorstel is dat er indicatieve referentiewaarden worden vastgesteld in een ministeriële regeling. Deze indicatieve referentiewaarden dienen als niet-bindend richtsnoer voor het beoordelen van de toereikendheid van het wettelijk minimumloon. De minister informeert over de beoogde invulling van de ministeriële regeling.
Ministeriële regeling
Met de ministeriële regeling wordt de Regeling minimumloon en minimumvakantiebijslag gewijzigd. In het nieuwe artikel 2 wordt geregeld welke indicatieve referentiewaarden worden gebruikt als richtsnoer om de toereikendheid van het wettelijk minimumloon te beoordelen.
Artikel 2 van de Regeling minimumloon en minimumvakantiebijslag komt te luiden:
Artikel 2
Als indicatieve referentiewaarden als bedoeld in artikel 14, zestiende lid, onderdeel b, van de wet, worden vastgesteld:
a. het netto besteedbare inkomen van voltijds werkende minimumloonverdieners bedraagt gemiddeld 128% van de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud;
b. het bruto wettelijk minimumloon bedraagt 50% van het mediane loon.
Als het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen in werking treedt, treedt deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking.
Indicatieve niet-bindende referentiewaarden
De Europese richtlijn vraagt om indicatieve niet-bindende referentiewaarden voor het beoordelen van de toereikendheid van het wettelijk minimumloon. Hierbij kunnen lidstaten rekening houden met de nationale omstandigheden. Het huidige stelsel in Nederland is uniek in de wijze waarop inkomen wordt herverdeeld via fiscaliteit en toeslagen. Binnen dit stelsel beoordeelt het kabinet de huidige hoogte van het minimumloon als toereikend. De indicatieve referentiewaarden die in de ministeriële regeling worden vastgesteld, reflecteren dat.
Hierbij wordt zowel gekeken naar wat voltijds werkenden uiteindelijk in de portemonnee overhouden (het besteedbaar inkomen als percentage van de noodzakelijke kosten voor het levensonderhoud) als de hoogte van het minimumloon bezien vanuit het loongebouw (het bruto minimumloon als percentage van het bruto mediane loon).
Ronde getallen
De referentiewaarden zijn op ronde getallen vastgesteld, omdat het gaat om indicatieve waarden. Ze bieden een ijkpunt om de toereikendheid van het minimumloon beter te kunnen beoordelen, en veranderingen door de tijd heen inzichtelijk te maken.
Inkomensondersteuning vereenvoudigen
Het betreft dus geen exacte waarden waarop het minimumloon zich op ieder moment precies moet bevinden. Niet alleen de hoogte van inkomens is relevant voor bestaanszekerheid. Ook de zekerheid van inkomens en de complexiteit van regelingen spelen een rol. Op die punten ziet het kabinet dat het huidige stelsel knelt. Daarom heeft het kabinet de ambitie om de inkomensondersteuning te vereenvoudigen. Het kabinet start hiervoor een hervormingsagenda met drie doelen. Inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en gemakkelijk te begrijpen zijn. En (meer) werken moet lonen. De marginale druk moet omlaag, omdat iedereen nodig is op de arbeidsmarkt.
Hervorming belasting- en toeslagenstelsel
In het kader van deze hervormingsagenda heeft het kabinet de ambitie om deze kabinetsperiode wetgeving voor te bereiden voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel en op diverse onderdelen van de sociale zekerheid. Het kabinet schenkt daarbij waar nodig aandacht aan de relatie tussen het toeslagen- en belastingstelsel, het minimumloon en de sociale zekerheid.
Een dergelijke vereenvoudiging kan betekenen dat de context verandert waarin het kabinet de toereikendheid van het minimumloon beziet. Dit kan betekenen dat te zijner tijd ook de referentiewaarden moeten worden heroverwogen.
Minimumloon evalueren
Om een breed geïnformeerd gesprek over de gewenste hoogte van het minimumloon te faciliteren, blijft het kabinet het minimumloon elke vier jaar evalueren. Tijdens de evaluatie wordt ook gerapporteerd over de referentiewaarden.