De lidstaten van de Europese Unie willen de leef- en werkomstandigheden van Europeanen verbeteren. Daarom zijn afspraken gemaakt over hoe lidstaten kunnen beoordelen of een minimumloon toereikend is. Het kabinet heeft deze afspraken uitgewerkt in een wetsvoorstel. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het wetsvoorstel is een uitwerking van de Europese richtlijn over toereikende minimumlonen. Nu zijn er in de landen nog grote verschillen in bijvoorbeeld arbeidswetgeving en kosten in levensonderhoud. Daarom is in de richtlijn een kader voorgesteld dat in elke lidstaat kan worden toegepast.
Aan de hand van procedures en referentiewaarden, kan beter worden beoordeeld of het wettelijk minimumloon toereikend is. Dit draagt eraan bij dat werknemers met een minimumloon kunnen rondkomen en dat werken loont. Het blijft aan de lidstaten zelf om te bepalen hoe hoog het minimumloon moet zijn.
Wet minimumloon wijzigt
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt op grond van het wetsvoorstel als volgt gewijzigd:
Na artikel 6 wordt een artikel toegevoegd:
Artikel 6a
De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in deze wet aan hem toegekende rechten of zijn recht op het in de collectieve arbeidsovereenkomst geregelde laagste schaalbedrag in de laagste loonschaal of andere minimumvergoeding voor de verrichte arbeid geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.
Daarnaast wordt artikel 14 als volgt gewijzigd:
1. Aan het vijfde lid wordt toegevoegd:
“Bij de vaststelling worden de criteria, genoemd in het zestiende lid, onderdeel a, subonderdelen 1 tot en met 4, meegewogen.”
Er worden twee leden toegevoegd:
16. Bij toepassing van het dertiende lid, geldt dat:
a. de hoogte van het minimumloon wordt geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria:
1°. de koopkracht van het minimumloon, rekening houdend met de kosten voor levensonderhoud;
2°. het algemene niveau van de lonen en de verdeling ervan;
3°. het groeipercentage van de lonen; en
4°. nationale productiviteitsniveaus en -ontwikkelingen op lange termijn.
b. bij de beoordeling van de toereikendheid van het minimumloon worden bij ministeriële regeling vast te stellen indicatieve referentiewaarden als richtsnoer gebruikt.
17. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen aanvullende criteria worden vastgesteld.
Collectieve onderhandelingen bevorderen
De richtlijn vraagt ook om maatregelen om de cao-onderhandelingen tussen vakbonden en werkgeversorganisaties te bevorderen, zodat meer mensen onder bescherming van een cao vallen, bedrijven een gelijk speelveld hebben en de concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt gedempt.
Hoewel het Nederlandse cao-stelsel al goed functioneert, is er ruimte voor verbetering. Zo valt in Nederland 72% van de werknemers onder een cao. Dit is onder de drempel van 80% die is gesteld in de richtlijn.
Om te voldoen aan de Europese standaarden, werkt minister Van Gennip met sociale partners aan een actieplan. Het is de bedoeling dat dit plan in november 2025 wordt ingediend bij de Europese Commissie.
Wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen